Kristof De Ryck

Hoe vaak bent u al bij de hondenkapper geweest? “Eén keer. Ik heb een jack russell van vijf jaar, Pablo heet hij. Vroeger had ik altijd Duitse herders. Toen die stierven van ouderdom, besloot ik om geen grote hond meer in huis te halen, maar mijn dochter begon te zagen. Zij zei: ‘Neem een kleine hond, dan kan ik er ook mee gaan wandelen.’ Ik liet mij overhalen. Maar wie is er nu elke dag mee op stap? Ik natuurlijk. Ze hebben mij weer liggen. Gelukkig doe ik dat graag. In principe is het nu mijn hond, want zo’n beest heeft eigenlijk maar één baas.

“Ik probeer met Pablo meestal naar een plaats te gaan waar ik overzicht heb en hem eens los kan laten. Soms ziet hij dan een konijn en is het iets moeilijker om hem weer bij mij te krijgen, dan moet ik meer dan één keer roepen. Jack russells zijn jachthonden hé, die hebben een speciaal karakter. Maar ik mag in feite niet klagen. Pablo is een brave, hij luistert meer dan degelijk.

“Zulke beesten liggen dikwijls te draaien in het zand. Ik liet mij wijsmaken dat het niet slecht is om ze één keer om de twee à drie maanden eens volledig te laten wassen. Normaal gezien is het mijn dochter die ermee naar de hondenkapsalon gaat, maar toen zij een keer niet kon, ben ik gegaan. Je kan je hond daar afzetten en hem een halfuur à drie kwartier later weer oppikken, maar ik ben die keer blijven kijken, ik wou dat eens meemaken.”

Weet u wat een bissectrice is?

“Nee, zo slim ben ik niet. Ik ben maar tot mijn zestiende naar school geweest.”

In welke volgorde moeten de gekleurde ballen gespeeld worden bij snooker?

“Geel, groen, bruin, blauw … euh pink – of hoe heet dat? – en de zwarte is de laatste.”

U bent een kenner.

“Toen dat jaren geleden overwaaide uit Engeland, probeerde iedereen dat eens. Ik ook, met een maat, op café. En dan volg je toch de regels een beetje. Ik was er geen uitblinker in, ik vind snookeren eigenlijk wel moeilijk. Driebanden ligt me beter, dat doe ik af en toe nog eens. Ik heet niet voor niets Ceulemans, hé.”

Als u soep maakt, is die dan meestal te dik of eerder te lopend?

“Een ei bakken, dat gaat, en iets simpels als spaghetti lukt ook nog wel, maar eigenlijk kook ik niet. Ik ben geen ‘nieuwe man’.”

Hangt er een hawaïkrans aan de achteruitkijkspiegel van uw auto?

“Nee, daar hangt niks aan. Een auto moet voor mij zo sober mogelijk blijven, ik hou niet echt van al die prullen.

“Ik probeer mijn wagen aan de binnenkant ook wat in orde te houden. Soms eet ik achter het stuur een koekje, maar iedere week ga ik ook eens met de stofzuiger door mijn auto. Als je daar een gewoonte van maakt, heb je elke keer maar vijf à tien minuutjes werk. Met de buitenkant heb ik meer problemen, die is altijd direct weer vuil. Om die proper te krijgen, ga ik naar de carwash. Daar zelf met een spons op zitten schrobben, dat doe ik niet.”

Hebt u last van bongobonmoeheid?

“Van wát!?”

Bongobonmoeheid.

“Bongobonmoeheid? Ik veronderstel van niet.”

Bongobons zijn de laatste jaren populaire cadeaus, ze geven recht op een overnachting in een hotel, een etentje op restaurant, een ballonvaart …

Ah. Ik kreeg er nog nooit een. Wie dat wil, mag er mij eens een geven. Een weekendje op stap gaan is altijd plezant. Als ik zelf een cadeau voor iemand haal, koop ik meestal ook een bon, dan kan die persoon zelf kiezen wat hij het liefst heeft. Maar bij mij zijn dat dan geen bongobons.”

Als u een wielrenner zou zijn en u zou een belangrijke koers winnen, welke knappe jongedame zou u dan op het podium mogen kussen?

“Ik zal het bij een Belgische vrouw houden: Véronique De Kock. Dat vind ik wel een mooie.”

Ziet u zo’n lekker stuk liefst in badpak of liefst in bikini?

“Liefst in badpak. Zeg vriend, dat is toch voor een sportboekske dat gij schrijft, hé?” KRISTOF DE RYCK

In deze rubriek komen dit seizoen

Belgische sportfiguren uit verschillende disciplines aan bod.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content