Adekanmi Olufade is in de nationale ploeg van Togo, bijgenaamd de Sperwers, met zijn 21 jaar een voorbeeld van de verjongingspolitiek die bondscoach Tchanile Banna doorvoerde. Tchanile Banna begon op zijn dertigste zijn trainerscarrière en werkte in Niger, Nigeria, Togo, Marokko, Kameroen en Ivoorkust.

Tchanile Banna : “Ik maakte deel uit van la commission pour la détection des jeunes. Dat maakt momenteel de kracht uit van onze nationale ploeg. Op zijn minst vijftig jonge spelers hebben sinds ik bondscoach ben al internationale wedstrijden kunnen spelen. Tegen Senegal en de Italiaanse beloftenploeg speelde ik bijvoorbeeld alleen met jongeren die geen prof zijn en in Togo actief zijn.

“Als we op de counter willen spelen, zet ik Olu altijd op rechts. Hij heeft hier zo tegen Oeganda een supermatch gespeeld. Hij had een voet in de drie goals die we maakten. Sinds mijn aantreden als Togolees bondscoach heb ik de ploeg verjongd. Er waren er een paar te oud aan het worden : 28, 30 jaar. De plaatselijke jongeren en de spelers uit het buitenland vormen terzelfdertijd de beloftenploeg van Togo. Over vier jaar willen we een goede ploeg, want de volgende wereldbeker is ons objectief.

“Door het vertrek van veel spelers naar Europa is het niveau van de Afrikaanse competities wat gedaald, behalve in de Magreblanden omdat zij het professionalisme kennen. Bij ons gaat het meer om semi-professionalisme of un football de promotion, voetbal waarin spelers zich vooral in de etalage willen zetten. Maar de bond doet moeite om het voetbal in Togo professioneler te maken. Van de Academie de la Fifa is hier bijvoorbeeld al de eerste steen gelegd en er zullen nog meer goede centres de formation komen.

“De competitie bestaat uit zestien clubs, verdeeld over twee poules. De eerste drie van elke poule spelen nadien tegen elkaar een supercompetitie. Op elke niveau zijn onze spelers jong : 22 jaar is de gemiddelde leeftijd. Ook in de nationale ploeg laat zich dat gevoelen en ligt de gemiddelde leeftijd op 22 jaar.

“In de nationale ploeg is het ordewoord : eerst verdedigen, dan aanvallen. Want een aanval die niet verdedigt, scoort niet omdat ze de tegenstander onvoldoende moe maakt. Je moet de bal willen recupereren. Dat Afrikaanse aanvallers te weinig verdedigen is vooral een probleem uit het verleden, toen we met des joueurs folklorique zaten. Spelers die goed dribbelden, maar voor de rest alles aan de verdedigers overlieten. Maar nu, doordat er veel Afrikanen in Europa voetballen, zijn onze aanvallers ook meer en meer defensief geworden. Er komt bovendien een hele generatie jonge trainers aan die in Europa gevormd zijn, die het belang van de tactiek doorgronden en straks gesteund worden door de jeugdcentra die de Fifa hier opricht.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content