De Braziliaan Kanu komt van nergens, maar kan nu – eindelijk – titularis worden bij paars-wit.

Oktober 2010: welke positie?

Op Cercle kiest Ariël Jacobs voor een 4-2-3-1 met Lucas Biglia en Cheikhou Kouyaté als schokbrekers en een trio (van links naar rechts) Mbark Boussoufa, Matías Suárez en Jonathan Legear om de enige spits Romelu Lukaku te steunen. Na 24 minuten moet Legear geblesseerd van het veld. Kanu valt in op links terwijl Boussoufa en Suárez een bank naar rechts opschuiven. Na de rust gaat Boussoufa weer op links spelen en komt Kanu centraal te staan. Wanneer Ziguy Badibanga invalt op rechts schuift Suárez naar het midden en wordt Kanu naast Biglia geposteerd als verdedigende middenvelder.

“Die wedstrijd vat mijn twee jaren bij Anderlecht samen”, merkt Kanu op. “Ik werd al op alle mogelijke posities uitgespeeld. Zelf verkies ik een centrale plaats, tenslotte is het nummer 10 dat ik van Ahmed Hassan overnam daar een indicatie voor: een nummer 10 speelt niet op de flank. Op Gent was ik één helft waardeloos op de flank, maar in de tweede helft vond ik heel goed mijn draai op het middenveld. Ik ben dan vrijer in mijn bewegingen, kan een bal aannemen met de rug naar doel en op gevoel naar links of rechts uitwijken. Op de vleugel voel ik me altijd geremd door die zijlijn. Maar ik klaag niet, de ploeg is het belangrijkst.”

Oktober 2000: in São Paulo

Kanu is net dertien geworden en zoals alle straatvoetballertjes droomt hij van een grote club. In zijn geboortestad Salvador zijn er wel twee, maar het echte epicentrum van het voetbal ligt toch in São Paulo, 2000 kilometer zuidelijker. Na een busreis van twee dagen komt hij in die grootstad aan, maar zijn test bij Palmeiras gaat de mist in. Hij weet niet wat gedaan, terugkeren zou een mislukking betekenen. Van enkele jongens hoort hij dat ook Clube Atlético Juventus tests organiseert, maar wel pas twee dagen later … Kanu kan nergens terecht en besluit onder een brug te slapen.

“Voor de reis naar São Paulo had ik 200 rial ( 90 euro, nvdr) nodig”, herinnert Kanu zich. “We waren thuis met drie kinderen en omdat mijn vader er haast nooit was, had mijn moeder het niet breed. Zo’n som kon ze niet missen, dus knapte ik wat klusjes op en ging ik bedelen. Het duurde lang want de mensen gaven niet meer dan een aalmoes. Uiteindelijk had ik genoeg bijeen en vertrok ik met alleen een paar voetbalschoenen als bagage. Toen ik twee dagen in São Paulo moest overleven, had ik maar net genoeg om wat eten en drinken te kopen. Slapen moest ik onder een brug doen.”

Maar het loonde de moeite: Kanu slaagde bij Atlético en bleef er een jaar. Een jaar later probeerde hij het opnieuw bij Palmeiras en dit keer lukte het wel. Hij kreeg er ook zijn bijnaam: Kanu. “De trainer vond dat ik heel erg op de Nigeriaan met die naam leek”, lacht hij.

April 2008: naar Anderlecht

Op reis door Zuid-Amerika krijgt Anderlechtscout Werner Deraeve een tip van Pawell, die voor Sporting de Braziliaanse markt in de gaten houdt. Deraeve gaat een jeugdwedstrijd van Kanu bekijken, maar raakt niet onder de indruk. Twee jaar later ziet hij de belofte opnieuw een keer aan het werk en dit keer maakt hij wel een goede beurt. De piste wordt heropend en zes maanden later staat Kanu in Brussel.

“Er zijn twee soorten Brazilianen”, legt Deraeve uit. “Aan de ene kant die van Afrikaanse origine – zoals Luis Oliveira destijds – die vooral in het noorden van het land spelen, in Salvador da Bahia, Fortaleza of Recife. Daarnaast zijn er de Brazilianen van Europese, meestal Portugese origine, die vooral in het zuidoosten aan de slag zijn, in Curitiba of Porto Alegre. Die tweede categorie is voor ons onbetaalbaar, dus moeten we ons richten op het noorden van het land om een zaakje te doen. Voor Kanu heeft Anderlecht minder dan een miljoen euro betaald. Toen ik hem de tweede keer zag spelen, verstuurde hij de ene goede pass na de andere. Hij was ook sterk in de duels en goed met het hoofd. Ik meende dus dat hij een goede aanwinst voor de toekomst zou zijn. Wat in april 2008 niet te voorspellen was, was dat hij door de vele blessures, onder meer van Nicolás Frutos, samen met Suárez de aanval moest dragen tegen BATE Borisov. Twee gasten van 20 jaar …”

Januari 2009: een half jaar Cercle

De zes maanden bij Cercle zijn geen succes. In dertien wedstrijden weet hij niet één keer te scoren. Vaak komt hij te laat op training en hij brengt zijn vrije avonden liever door bij zijn Brusselse vrienden dan op zijn appartement in Brugge.

“Gezien zijn leeftijd en zijn gebrek aan ervaring was hij niet klaar om bij ons Tom DeSutter te vervangen”, zegt Patrick Rotsaert, manager bij Cercle. “Een goaltje had hem nochtans kunnen bevrijden, maar dat kwam er niet. Het is ook geen afwerker, dat blijkt ook nu bij Anderlecht.”

“In het begin had hij het moeilijk met zijn uitleenbeurt”, zegt Oleg Iachtchouk. “Hij kwam een trapje lager terecht en permitteerde zich een en ander. Glen De Boeck en Anderlecht hebben op hem ingepraat en vanaf dan ging het beter. Hij was bij ons vooral een man van de actie, torinstinct had hij niet echt. Dat is het verschil met Reynaldo, die andere Braziliaan die van paars-wit naar Cercle kwam. Die vindt makkelijker de weg naar het doel. Maar ik denk dat ze allebei de kwaliteiten hebben om bij Anderlecht te slagen.”

November 2010: een vaste plaats?

Door zijn polyvalentie krijgt Kanu momenteel veel speelgelegenheid, maar hij wisselt hoogtes en laagtes af, zelfs binnen één wedstrijd. Tegen Partizan zette hij Roland Juhász met een magistraal hakje vrij voor doel, maar soms struikelt hij bijna over zijn eigen voeten. Welke toekomst is er dan voor Kanu weggelegd in het Astridpark?

“Ik weet dat regelmaat niet mijn sterkste punt is”, geeft hij zelf toe. “Ik werk daaraan. Volgens mij zal het verbeteren wanneer ik een vaste plaats krijg in het elftal. Tot nu toe moet ik vaak van positie wisselen en dat is niet ideaal om je draai te vinden. Mijn ambitie is alleszins om te slagen bij Anderlecht. Indien mogelijk als nummer 10. Weinig Brazilianen zijn hier geslaagd, eigenlijk alleen Luis Oliveira. Ik wil dat lijstje langer maken.”

door bruno govers – beelden: reporters

“Ik weet dat regelmaat niet mijn sterkste punt is.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content