Eupenspits Kevin Vandenbergh keert dit weekend terug naar Westerlo, waar hij bijna tien jaar geleden debuteerde in eerste klasse. ‘Ik wil weer hogerop en Eupen kan me helpen bij die uitdaging.’

Een aanvaller pur sang die defensief reageert op vragen, het bestaat. Kevin Vandenbergh houdt er immers niet van om herinnerd te worden aan het verleden. “Wat voor zin heeft dat?”, pareert de dertienvoudige Belgische international, die op zijn zestiende al prof werd bij Westerlo en op 5 februari 2000 debuteerde op het hoogste niveau. “Het leven gaat verder, we moeten vooruit kijken”, stelt de Kempenaar. Op 21 augustus van dit jaar maakte hij de overstap van de Nederlandse subtopper FC Utrecht naar AS Eupen, de Duitstalige debutant in de Jupiler Pro League.

Huiselijk

Kevin Vandenbergh: “Ik volgde gewoon mijn gevoel. Bij Eupen wilde ik een nieuwe start maken. Niet omdat ik op een dood spoor zat bij FC Utrecht, zoals hier in België en Nederland te snel wordt geoordeeld, maar omdat ik wist dat ik daar niet langer wekelijks aan spelen zou toekomen. Mijn prioriteit nu is speelminuten verzamelen en opnieuw belangrijk worden. Als dat perspectief ontbreekt, dan is het voor elke voetballer beter om andere oorden op te zoeken. Op mijn leeftijd moet je je tijd niet verdoen op de invallersbank.

“FC Utrecht is en blijft een club met veel passie. De supporters zijn er bloedfanatiek. Elke speler die het veld op komt, moet zijn truitje nat willen maken. Wanneer je dat doet, dan gaat het publiek mee op dat enthousiasme en die inzet. Dat is de schoonheid van die vereniging. Ik was een lieveling van de fans, ja, omdat ze zagen wat ik er op training voor deed en wat ik bracht bij een speelkans.

“Ik kon naar Japan en Zweden, maar de aanbieding van het Cypriotische AEK Larnaca was inderdaad het meest concreet. Gregoor van Dijk, vorig seizoen nog aanvoerder van FC Utrecht, speelt daar. Met Ton Caanen en Jordi Cruijff hebben ze een Nederlandse trainer en technisch directeur. In eerste instantie stond ik open voor een avontuur, maar ik hield mijn antwoord lang in beraad. Het moest binnen de juiste omkadering zijn. Het had ook weinig zin ergens heen te gaan waar je niet tevreden zal zijn. Uiteindelijk sprak ik daar uitgebreid met mijn dichte familie over. Hun eisen gingen boven alles. Het was heus niet alleen mijn moeder – met wie ik een sterke band heb, wat logisch is, want we zijn elkaars steun en toeverlaat – die zich verzette, ook de stem van goede vrienden bleek belangrijk. Ik ben sowieso iemand die nood heeft aan een huiselijke sfeer. Daarom wilde ik alleen naar een nieuwe club in België of Nederland. Qua bereikbaarheid blijft dat ideaal.”

Speelgaranties

“Ik werd zelf gecontacteerd door de mensen van AS Eupen. Marc Hendrikx was de eerste die belde om me over de streep te trekken. Hij is een voetballer voor wie ik heel wat respect heb. Waarom hen ook geen kans geven? Het had weinig zin om me kieskeurig op te stellen. In een gesprek gaven Antonio Imborgia en Manfred Theissen me een heel goede indruk. Er waren nog andere concrete opties in België en Nederland, maar niet met dezelfde speelgaranties. Bij Eupen bestaat er geen interne verdeeldheid of twijfel over mijn waarde. Ik blijf er ook van overtuigd dat er veel kwaliteit in onze spelersgroep zit. Als we compleet staan, dan is er veel mogelijk. Zo moeten we een goede terugronde kunnen draaien. Eupen kan zich zeker redden. Ons doel blijft gewoon om derde laatste te eindigen. Dat gaat lukken! Ik wil weer hogerop en Eupen kan me helpen bij die uitdaging.

“Met Danny Ost had ik maar even contact, want hij werd vrij snel ontslagen. Hij was een echte motivator. Zijn vertrek was voor een groot gedeelte van de spelersgroep een donderslag bij heldere hemel. Die hadden het niet voelen aankomen. De doortocht van Eziolino Capuano was dan weer een kennismaking met een totaal andere stijl. Alles samen bleek dat gewoon on-Belgisch, qua werkwijze en aanpak. Hij trainde iets te tactisch en wilde zich niet aanpassen aan de bestaande gewoonten van een ander land. Hij sprak alleen Italiaans en via een bord tekende hij zijn orders. Twee tot drie spelers, onder wie Nicolas Desenclos, vertaalden alles naar het Frans. Hij verraste ons allemaal. Ook mij, want voor zijn eerste match op Zulte Waregem werd ik plots – door de afwezigheid van Milicevic – aanvoerder. Een mooie vorm van waardering. Ik heb geen probleem met dat leiderschap, want het toont ook aan dat er een sterk geloof bestaat in je mogelijkheden.”

De perfecte coach

“Iedereen weet perfect wat er van hem wordt verlangd, omdat Albert Cartier uitgaat van een duidelijk herkenbare speelwijze en klare afspraken. Ik probeer Jefferson bepaalde zaken aan te geven om druk te zetten, als we samen voorin spelen. Details, maar wel elementen die onze ploeg beter maken en een positieve invloed kunnen uitoefenen op de resultaten. We beschikken bij Eupen over een heel jonge spelerskern, maar wel eentje met veel gretigheid. Iedereen wil winnen. Maar we zitten in een leerproces en maken soms nog fouten. Daarom is de routine van Marc en mezelf belangrijk voor spelers met potentie, zoals Saglik of Kabasele. Daar moet nog wat schaafwerk plaatsvinden: op de juiste momenten acties maken of eerder balbezit houden.

“Onder Capuano werd ik vooral als middenvelder uitgespeeld. Hij opteerde graag voor één diepe spits, ik fungeerde als verbindingspersoon. Als ik de bal kreeg, had ik maar een optie voor me plus een lopende middenvelder. Onder Cartier veranderde dat: hij verkiest een tweespitsensysteem. Ik mag nu meer in steun voetballen van een bliksemafleider. Op mijn best ben ik als ik kan zwerven rond een diepe aanvaller. Het is leuk om de bal meer te voelen. Mijn gevoel zegt dat Cartier de perfecte coach is voor onze kern. Hij kwam er op het juiste moment en kan het maximale uit ons potentieel halen. Een enorm intelligente man, een opvoeder ook en iemand die heel goed weet hoe hij tijdens de week moet opbouwen naar een wedstrijd. Elke training probeert hij iets toe te voegen. Spelers worden verplicht te leren meedenken. Het is niet toevallig dat we nu meer kansen creëren en vaker scoren.

“We willen de tegenstander vastzetten en zelf het spel maken. De topploegen gaan we misschien nooit domineren, maar we moeten naast de rest onze voet durven zetten. Dat probeert Cartier er alvast in te slijpen. Mentaal duwde hij het juiste knopje in. De efficiëntie verhoogde, het aantal individuele fouten verminderde. Iedereen herleefde, de trainingen zijn veel aangenamer ondanks de hogere intensiteit. We vonden een perfecte balans tussen inspanning en ontspanning. Alles gebeurt veel schematischer. Tweemaal trainen op dinsdag betekent fysiek heel diep gaan. Voor veel jongens betekende die duidelijkheid, qua spelwijze en omkadering, een opluchting.”

Te pletter lopen

“Ik weet dat ik als spits altijd beoordeeld zal worden op mijn doelpuntenaantal. Maar je moet dat relativeren. Vooraan spelen bij RC Genk of Eupen, dat is een wereld van verschil. Wel of niet op de helft van de tegenstander spelen, de afstand om de ballen op te halen is gewoon veel groter. Er kunnen heel veel mooie momenten voortvloeien uit de samenwerking met Jefferson, want de klik bestaat. Maar dat moet groeien, net als destijds bij Genk met Sonck en Bosnjak. We beschikken over veel goede voetballers: Lepiller, Milicevic of Iandoli. Pas nu worden die zogezegd ontdekt, omdat Eupen wedstrijden begint te winnen en de media-aandacht stijgt.

“Ik heb liever een match waar ik mezelf te pletter heb gelopen en met een tevreden gevoel van het veld stap, dan een duel waar je me de hele tijd niet opmerkt en ik toch scoor. Ik moet belangrijk worden voor het team. Het is echter ook logisch dat ik afgerekend zal worden op mijn aantal goals.

“Ik kan nu veel gemakkelijker afstanden overbruggen, mijn fysieke bagage vergrootte en ik werd sterker. Mezelf echt veel druk opleggen, dat doe ik niet. Noem het liever een dosis gezonde spanning voor elke wedstrijd. Heb je niet die drang om te presteren, dan stopt het. Op dat vlak spiegel ik me aan de voorbeeldige mentaliteit van Marc Hendrikx. Ik speel totaal niet voor mezelf. Wanneer je dat gaat doen, dan loopt het toch fout. Weinig mensen zullen het weten, maar ik ben heel zelfkritisch. Alles kan constant beter, hé. Ik ben nooit tevreden, en ik denk dat ik nog veel progressie kan boeken.

“Samen met Eupen streef ik naar een win-winsituatie. Wij willen ons allebei tonen en naar waarde worden geschat. Slagen we in ons opzet, dan zullen we daar vroeg of laat voor beloond worden. Ik zie alleszins veel gunstige signalen. De perceptie verandert ook wat. Eupen was de grote onbekende en werd te snel bestempeld als het lelijke eendje. Veel andere ploegen spelen bovendien niet in zo’n mooi gemoderniseerd stadion als het onze. Dat zijn factoren die aangeven dat iedereen vooruit wil.”

door frédéric vanheule – beelden: photonews

“Weinig mensen zullen het weten, maar ik ben heel zelfkritisch.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content