Na het dodelijke ongeval van Isaac Gálvez tijdens de Gentse zesdaagse van 2006 kon Dimitri De Fauw nooit meer echt gelukkig zijn. De last mee verantwoordelijk te zijn voor dit drama werd voor hem ondraaglijk.

Het was een opmerkelijk bericht na de derde nacht van de zesdaagse van Grenoble: Dimitri De Fauw stond samen met zijn Deense ploegmaat Marc Hester aan de leiding. Na een lange, donkere periode leek de Gentse wervelwind uit een diepe put te klauteren. Bij momenten etaleerde hij weer die snedigheid die hem vroeger zo kenmerkte en waarmee hij in vele zesdaagsen zo vaak de snelste ronde reed, een onderdeel dat tot zijn absolute specialiteit uitgroeide.

Het humeur leek uitstekend toen hij vorige week dinsdagnacht samen met Iljo Keisse en Gianni Meersman terug naar huis reed. Hij maakte grapjes in de auto. Maar vaak was dat niet meer dan een façade waarachter veel verdriet schuilging – en de laatste maanden ook een beklemmende onzekerheid over de sportieve toekomst. Dimitri De Fauw had geen sponsor voor volgend jaar, hij voelde zijn geloofwaardigheid als renner afbrokkelen.

Maar veel meer dan dat worstelde hij vooral met een onverwerkt trauma. Twee dagen na het einde van de zesdaagse van Grenoble pleegde Dimitri De Fauw zelfmoord. De wielerwereld reageerde verbaasd. Slechts weinigen wisten kennelijk hoe diep hij zat. Als het om persoonlijke dingen ging, gaf de van nature extraverte Dimitri De Fauw zichzelf niet bloot.

Tranen in de ogen

Nooit heeft Dimitri De Fauw dat drama, waaraan hij geen schuld trof, kunnen plaatsen. Tijdens de Gentse zesdaagse van 2006 raakte zijn stuur verstrengeld met dat van de Spaanse sprinter Isaac Gálvez, een val kon niet uitblijven. We zagen het ongeluk voor onze ogen gebeuren. Eerst bewogen de benen van Gálvez nog, maar toen de dokter eensklaps de Spanjaard begon te reanimeren, ontstond er eerst een kreet van afschuw en vervolgens een akelige stilte in Het Kuipke. Terwijl de ook gevallen Dimitri De Fauw intussen was opgestaan, werd op een gegeven moment de hartmassage rond Gálvez met dekens afgeschermd, maar vanaf de tribunes hadden de mensen een pijnlijk zicht op de verwoede pogingen van de hulpverleners om het leven van Gálvez te redden. Het was een hallucinant, ijzingwekkend beeld. Een halfuur na zijn val werd Gálvez op een draagberrie naar buiten gedragen en naar het UZ gebracht. Intussen liep zijn ploegmaat Juan Llaneres te ijsberen en zaten verschillende renners te huilen in hun cabine. Dimitri De Fauw staarde radeloos voor zich uit.

Later werd ook hij uit voorzorg naar het ziekenhuis gevoerd. Daar hoorde De Fauw op de spoedafdeling in de slechts door een gordijn afgescheiden kamer naast hem de artsen praten. Een van hen zei dat ze voor de coureur die ze hadden binnengebracht niets meer hadden kunnen doen. Hij was dood. De hartslag van De Fauw schoot zo omhoog dat ze hem moesten vastbinden om te bedaren. Vanaf dat moment veranderde zijn leven. Dimitri De Fauw tuimelde in een depressie. Hij bleef zichzelf verwensen, hij aanzag zichzelf als een moordenaar, ook al probeerde iedereen dat schuldgevoel uit zijn hoofd te praten.

Later, toen hij toch enigszins overeind krabbelde, kon hij nooit echt meer genieten. Overwinningen onderging hij heel ingetogen, één enkele keer stond hij zelfs met tranen in de ogen op het podium. Soms acteerde hij nog eens guitigheid en plezier, als een soort van uitlaatklep voor het verdriet dat diep in zijn binnenste bleef woeden. Hoe vaak mensen hem ook vertelden dat er hem aan de dood van Gálvez geen enkele schuld trof, sinds die fatale 26e november 2006 was voor Dimitri De Fauw niets meer zoals het ooit was geweest.

Emotionele littekens

Ooit gold Dimitri De Fauw als een groot talent. Met Iljo Keisse domineerde hij de zesdaagsen voor beloften. Zelfs in Duitsland stond er op het duo geen maat. Ze reden de concurrentie aan flarden, ze bliezen coalities op. Twee ongecompliceerde volksjongens die klaar waren voor de top. Maar in tegenstelling tot Keisse kon De Fauw zich in de harde ploegkoersen nooit doorzetten. Te vaak zag je hem kraken, het leek De Fauw aan uithouding te ontbreken. Velen schreven dat toe aan een te frivole manier van leven, aan een gebrek aan beroepsernst. Jaren geleden typeerde baancoach Michel Vaarten de toen nog flamboyante sprinter in Sport/Wielermagazine als iemand die altijd wilde opvallen in de verkeerde zin van het woord, als een renner die in zesdaagsen alleen maar goed was voor nevennummers en moeilijk in het gareel liep.

Het prikkelde De Fauw, maar de sprong naar de top bleef uit. De Fauw viel met zijn explosiviteit en indrukwekkende dijen inderdaad op in die nevennummers. Hij deed het Gentse Kuipke op zijn grondvesten daveren als hij telkens weer de snelste baanronde reed en met een snelheid van 75 kilometer per uur over de baan suisde, met macht en panache, als een Tarzan op twee wielen. Hij deed dat ook vorig seizoen nog in de zesdaagse van Hasselt toen hij zes avonden na elkaar de snelste ronde reed en het baanrecord eve- naarde. Het was een stimulans om er deze winter weer helemaal te staan.

Maar Dimitri De Fauw raakte nooit verlost van de problemen. Zijn carrière als wegrenner had hij eerder al opgegeven, twee seizoenen bij Quick-Step leverden te weinig resultaten op, De Fauw zou er later aangezien worden als de anonieme renner die getuigde over georganiseerd dopinggebruik binnen de ploeg, een ‘bekentenis’ die aangedikt bleek.

De weg naar het sportieve eerherstel dat er deze winter moest komen, lag bezaaid met veel hindernissen. Dimitri De Fauw sukkelde met chronische rugpijn, het maakte hem een hele tijd moedeloos. En hij werd in juli dit jaar zwaar aangegrepen door de dood van Christophe Leveugle, een voetballer van Tenstar Melle die door een trein werd gegrepen. Emotionele littekens scheurden weer open, nog maar eens ontrolde zich voor zijn ogen de nachtmerrie die hij had meegemaakt.

Aan de goede prestatie in de zesdaagse van Grenoble, aan het vooruitzicht om straks ook weer in Gent te kunnen rijden, heeft Dimitri De Fauw zich niet kunnen optrekken. Te veel spookte er door zijn hoofd. Te veel om nog verder te leven.

door jacques sys

“Te veel spookte er door zijn hoofd. Te veel om nog verder te leven.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content