Tim Verschueren zette nog een stap vooruit.
Na twee speeldagen staan twee ploegen met het maximum van de punten aan de leiding in de Liga A: Noliko Maaseik en VC Euphony Asse-Lennik, dat zaterdag met 1-3 bij VC Argex Duvel Puurs ging winnen. “We speelden nochtans een heel wisselvallige wedstrijd”, zegt Tim Verschueren, spelverdeler bij Asse-Lennik. “De eerste set volleybalden we erg goed, maar in de tweede liepen we achter de feiten aan. Ook in de derde set waren we lang op achtervolgen aangewezen. We hebben het slechts met wat geluk rechtgezet. In de vierde set ging het weer vlot. Nu, het positieve is dat het op sommige momenten echt wel al heel goed draait. Dat belooft voor het verdere verloop van de competitie.”
Wat is er voor jou anders dan vorig seizoen bij Topvolley Precura Antwerpen?
Tim Verschueren: “Je voelt dat er hier meer verwachtingen in je gesteld worden. Maar de omkadering is ook ideaal om daaraan te voldoen. Bij Antwerpen kunnen ze niet rekenen op die jarenlange ervaring met topvolleybal die ze hier bij Asse-Lennik wel hebben.”
Op het veld klikt het alvast met de hoofdaanvaller, want je speelde ook vorig jaar al samen met Tony Krolis. Hoe verloopt het samenspel met de andere spelers?
” Tony is een heel spectaculaire volleyballer, die niet voor niets vorig jaar topscorer was. Hij staat garant voor een hoop punten. Ook de andere spelers hebben stuk voor stuk veel potentieel. Onze twee Serviërs, bijvoorbeeld, zijn echte klasbakken, die bovendien nog over heel wat groeimarge beschikken. Dat geldt trouwens voor bijna iedereen, aangezien het allemaal jonge jongens zijn, op mij na dan.” ( lachje)
Je bent inderdaad met voorsprong de oudste speler bij Asse-Lennik. Was het voor jou een verrassing dat je op je 32e nog de kans kreeg om hier als eerste spelverdeler aan de slag te gaan?
“Het was voor mij een heel aangename verrassing dat ik de kans kreeg om nog een stap vooruit te zetten. Ik heb altijd bij subtoppers gevolleybald, maar nu zit ik toch bij een club uit de top drie.”
Wanneer wordt dat een keer top twee?
“Je weet op voorhand dat Roeselare en Maaseik sowieso een sterk team op de been brengen. Hier bij Asse-Lennik blijven we strijden om eindelijk eens die finale te spelen. Het zou voor het Belgische volleybal een verademing zijn als we die eeuwige tweestrijd eens konden doorbreken. Laat ons hopen dat het voor dit seizoen is.”
