‘OOIT KEER IK TERUG NAAR STANDARD. ZEKER WETEN’

© BELGAIMAGE - LAURIE

Mircea Rednic, trainer van Excel Mouscron, praat openhartig over zijn club, zijn gezondheid, communisme en geld. ‘Ik rijd rond in een Bentley van 200.000 euro en bezit in Roemenië een huis dat twee miljoen waard is. Waarom zou ik gaan werken in Saoedi-Arabië?’

Als iemand die de wereld heeft rondgereisd op een vat, zo komt Mircea Rednic aangewandeld. Zijn benen zijn zo krom als die van Frankie Vercauteren. ‘Maar bij hem was dat aangeboren’, glimlacht de Roemeen. ‘Bij mij niet. Ik begon in de hoogste klasse te voetballen toen ik amper zeventien was, ik speelde voor het eerst voor de nationale ploeg op mijn negentiende en op mijn 37e voetbalde ik nog altijd. Dat laat zijn sporen na. De optelsom van al die jaren op het veld hebben mijn benen zo gevormd. Maar het ziet er al beter uit sinds ik aan beide knieën geopereerd ben om mijn botten weer wat op hun plaats te krijgen.’

De trainer van Excel Mouscron praat vrank en vrij over zijn werk en privé. Hij stelde maar één voorwaarde voor het interview: geen vragen over de Roemeense voetballers in de Jupiler Pro League. Daarover heeft hij al genoeg gezegd. Maar als we het nu toch eens zouden proberen?

Wil je echt niet je mening kwijt over die spelers?

MIRCEA REDNIC: ‘Nee, nee. Daar heb ik geen zin in.’ (lacht)

Waarom niet?

REDNIC: ‘Het zou niet goed zijn als ik zou zeggen wat ik denk.’

Hoe bedoel je?

REDNIC: ‘Ik vertel niet graag leugens, maar ik wil ook niet dat mensen kwaad zijn op mij. Laat ons maar over Excel Mouscron praten.’

Een paar weken geleden was je na een overwinning tegen Eupen zo blij dat je wel een beginnende coach leek, een debutant in het vak.

REDNIC: ‘Zo ben ik altijd geweest, ik geniet van het leven. Voetbal is fun voor mij, nog meer dan vroeger sinds enkele maanden. Wist je dat ik gezondheidsproblemen heb gehad? Huidkanker in mijn gezicht, ze hebben mij moeten opereren. Dat was de reden ook waarom ik mijn contract bij Dinamo Boekarest vorige zomer niet verlengd heb. Mijn gezondheid was het belangrijkste. Ondertussen zijn de dokters positief over mijn herstel, maar je kan nooit voorspellen hoe zoiets evolueert. Meer dan ooit vind ik dat ik volop moet profiteren van het leven.’

Om er echt volop van te profiteren, had je kunnen stoppen met werken.

REDNIC: ‘Financieel had ik me dat kunnen veroorloven, zoveel is duidelijk. Ik heb in mijn carrière veel geld verdiend als speler, als trainer en in de zakenwereld. Maar nu al stoppen met werken, nee dat wilde ik niet. Als je dat doet, dan kan je slecht terechtkomen. Het risico is dan dat je met niemand nog contact hebt, dat je helemaal alleen komt te staan. Dat kan gevaarlijk zijn. Als voetbaltrainer kom je vaak buiten, zie je veel mensen. Daardoor kan je je gezondheidszorgen even vergeten. Ik heb beslist om alleen nog belang te hechten aan het plezier van deze job, niet meer aan het geld. Ik kreeg financieel heel aantrekkelijke voorstellen uit de Emiraten en Qatar. Ik kon daar tussen 50.000 en 80.000 euro per maand opstrijken, met daarbovenop nog premies. Maar wat ben je ermee als je al dat geld mee graait, maar geen plezier meer beleeft aan je werk, aan je leven? Bovendien mag ik door die huidkanker niet meer in de zon lopen. Dat is problematisch in die landen. Daarom verkoos ik om naar Excel Mouscron te komen. Mijn contract hier is het kleinste uit mijn carrière. Het is ook een nieuwe ervaring voor mij, want voor de allereerste keer train ik een ploeg die strijdt om het behoud. Ik heb vooral gewerkt bij clubs die prijzen wilden pakken. Mouscron telde elf punten uit zeventien wedstrijden toen ik hier aankwam.’

DRIE BELGISCHE CLUBS

Vind je achteraf ook niet dat je uitspraken bij je komst wat onhandig waren? Je zei dat de ploeg meer waard was dan het klassement aantoonde. Glen De Boeck nam dat persoonlijk op.

REDNIC: ‘Ik had gelijk.’

Leg uit.

REDNIC: ‘In januari hebben we slechts twee spelers aan de kern toegevoegd en het gaat goed. Dat wil toch zeggen dat deze groep al over kwaliteiten beschikte, niet? Bovendien had ik in mijn eigen voet geschoten, mocht ik verklaard hebben dat de kern niet sterk genoeg was, zelfs als dat waar geweest was. Stel je voor – het duurde nog een maand vooraleer de wintermercato begon – dat ik zou gesteld hebben dat die jongens onvoldoende konden voetballen en dat ik twintig nieuwe spelers nodig had in januari. Wat had ik dan nog kunnen aanvangen met de spelers die nog tot eind december moesten presteren? Dat heet ook ervaring.’

Is echte collegialiteit tussen trainers mogelijk?

REDNIC: ‘Heb ik De Boeck ontgoocheld? Akkoord, maar hij heeft mij ook ontgoocheld door te stellen dat ik al lang gesprekken voerde met Excel Mouscron. Dat klopt niet. Voor ik hier tekende, had ik contact met drie Belgische clubs, maar Mouscron was daar niet bij. Ik praatte met Yuri Selak (sportief directeur van Excel Mouscron, nvdr), een vriend die ik al lang ken, maar dat is meer dan een jaar geleden. Op dat moment lag ik nog onder contract bij Dinamo Boekarest. Er was dus geen sprake van dat ik naar Mouscron zou komen. Selak vroeg me of ik interesse had om als trainer aan het seizoen te beginnen, maar ik antwoordde hem dat het te vroeg was om daarover te praten. Ik verdiende goed mijn kost bij Dinamo. Er waren gezondheidsproblemen nodig om me weer te doen inzien wat echt belangrijk is in het leven. Naast die huidkanker ben ik drie maanden geleden geopereerd aan mijn knie. En ze vonden twee knobbeltjes in mijn schildklier waaraan ze me ook wilden opereren.’

KFC EN MCDONALD’S

Je wilt dat de spelers vrienden zijn. Is dat mogelijk in het moderne voetbal?

REDNIC: ‘Hoe hun onderlinge verhoudingen zijn buiten het stadion interesseert me niet, maar vanaf het moment dat ze het stadion binnenkomen, eis ik dat ze vrienden zijn. Ik wil een familie zien. Toen ik hier kwam, vond ik geen groep terug maar twee, drie kliekjes.’

Vind je ook dat de voetbalwereld steeds individualistischer wordt?

REDNIC: ‘Ja, en ik vind dat geen goede evolutie. Het grote probleem van het voetbal vandaag de dag is geld. Dat maakt alles kapot. Voetballers denken alleen nog aan het geld. Kijk naar de spelers die het zouden kunnen maken in Duitsland, Engeland of Italië maar toch verkiezen om in China te gaan spelen. (zucht) Ze zitten er gerust, gaan er tonnen geld verdienen en hebben er minder concurrentie.

‘Ik rijd rond in een Bentley van 200.000 euro, ik bezit in Roemenië een huis dat twee miljoen waard is en ik heb twee dochters die welstellend zijn. Waarom zou ik gaan werken in Saoedi-Arabië bij 40 graden? Daar kan je je werk niet naar behoren doen. Zelf heb ik ook veel geld verdiend in Rusland en Azerbeidzjan, maar dat was vroeger. Toen stelde ik geld ook voorop en dacht ik niet aan plezier beleven.’

Je begrijpt de keuze van Axel Witsel dus niet?

REDNIC: ‘Er is niet alleen Witsel. Neem Carlos Tévez. Hij kon nog op hoog niveau voetballen, maar hij koos voor China. Ik heb in de Golfstaten gewerkt en in die landen of in China bestaat écht voetbal niet. Je hebt er drie of vier buitenlanders en de rest zijn Arabieren of Chinezen. Je kan hun mentaliteit, hun gewoontes en hun manier van werken niet veranderen. Daarnaast is er ook de godsdienstkwestie. Het is niet eenvoudig om je daaraan aan te passen. Toen ik in Riyad (de hoofdstad van Saoedi-Arabië, nvdr) werkte, nam ik een voedingsdeskundige onder de arm. Hij stelde menu’s samen voor de spelers, maar niemand at ervan. Ze proefden alleen maar. Ik dacht bij mezelf: dat is toch niet mogelijk. Hoe gaan die mannen lopen? Ze vallen dood als ze dat moeten doen. Ik vroeg aan de dokter om de kamers te inspecteren. Hij vond er verpakkingen van KFC en McDonald’s, tabasco, pikante oliën, et cetera. Ik heb me erbij neergelegd, het was onmogelijk om het hen te doen inzien.’

Het lijkt erop alsof je met nostalgie terugdenkt aan het communisme.

REDNIC: ‘Als je in een dergelijk systeem bent opgegroeid, is het moeilijk om het te vergeten. Het communisme heeft zijn goede kanten: respect, discipline, zaken die de mensen niet meer kennen. Ten tijde van het communisme was je verplicht om te werken. Je moest altijd actief zijn en er 100 procent voor gaan. Je kon niet thuisblijven en niets doen. Communisten waren erdoor geobsedeerd om kapitalisten te tonen dat ze meer deden dan zij. Soms leverde dat succes op. Sommige Roemeense, Russische en Oost-Duitse clubs hebben toch mooie dingen laten zien in de Europese bekercompetities.’

In Oost-Duitsland gebruikten ze ook naalden om sporters een handje te helpen.

REDNIC: ‘Ah, er bestonden inderdaad geheime laboratoria. (lacht) Maar een aantal kapitalistische landen had die ook. Nu stel ik me trouwens nog altijd vragen als ik zie hoe gespierd sommige voetballers zijn.’

CHAMPAGNE

Al jaren hebben we de indruk dat je dolgraag in België werkt.

REDNIC: ‘België is mijn tweede vaderland. Het is fijn om in een veilig land te wonen, of toch min of meer veilig. (lacht) Begin jaren 90 streek ik neer bij Standard, ik ben hier jaren gebleven en nu ben ik voor de derde keer naar België gekomen als trainer. Mijn dochters zijn in dit land opgegroeid. Toen ik terugkeerde naar Boekarest om bij Rapid mijn spelerscarrière te beëindigen, bleven ze bij mijn vrouw in Luik wonen. Na het WK 1990 verlieten bijna alle beste spelers van onze nationale ploeg Roemenië. Ik kreeg aanbiedingen uit Duitsland en Spanje, maar verkoos Standard. Eigenlijk weet ik niet goed waarom. Het was zeker niet voor het geld, want in de Bundesliga en in La Liga kon ik meer verdienen. Het was een kwestie van feeling, het was waarschijnlijk mijn lot.’

Heb je iets speciaals voorzien op 4 maart? Dan ga je namelijk op bezoek bij je ex-club, Standard.

REDNIC: ‘Dan gaan we champagne drinken, hé.’ (lacht luid)

Wordt het een bijzondere dag voor jou?

REDNIC: ‘Absoluut. Voor ik trainer werd van Standard, zei ik al dat ik er desnoods gratis wilde werken. Ze gaven me een interessanter contract dan hetgeen ik nu heb bij Mouscron, maar geweldig was het niet. Ik denk dat Roland Duchâtelet destijds geprofiteerd heeft van mijn uitspraken. (lacht) Ook al liep het slecht af, ik ben hem altijd dankbaar gebleven dat hij me de kans bood om mijn droom waar te maken en trainer te worden van Standard. Ik ben er overigens zeker van dat ik er ooit terugkeer. Wist je dat het vorige zomer al bijna zover was? Ik was in Roemenië toen ze me belden en zeiden dat het dringend was. Ik moest snel een businessclass vliegticket kopen. Ik praatte met Olivier Renard, Daniel Van Buyten en Christophe Henrotay. Na het gesprek dacht ik dat alles in kannen en kruiken was. Ze vroegen me alleen om nog een tweetal dagen geduld te oefenen. Maar Bruno Venanzi had Yannick Ferrera beloofd dat hij kon blijven als Standard de beker won. Venanzi wilde niet op zijn belofte terugkomen. Het was een zware klap voor mij, maar ik herhaal: ooit keer ik terug naar Standard.’

Begrijp je de overstap van Adrien Trebel van Standard naar Anderlecht?

REDNIC: ‘Mocht ik nu voetballer zijn, dan zou ik er misschien niet lang over nadenken. Maar in de tijd dat ik speelde, stelde ik andere prioriteiten. Meerdere keren kreeg ik een aanbieding van Steaua Boekarest, maar ik was een kind van Dinamo. Steaua, dat wilde ik niet! Dat kon ik niet! On-mo-ge-lijk! Tegen de voorzitter van Steaua heb ik ooit gezegd: ‘Zelfs als ik omkom van de honger, kom ik niet voor jullie voetballen.’ Dat gevoel is nooit veranderd. Ik wil de supporters die mij hebben zien spelen bij Dinamo en die nu nog leven, niet teleurstellen.’

DOOR PIERRE DANVOYE – FOTO’S BELGAIMAGE – LAURIE DIEFFEMBACQ

‘Mijn contract bij Excel Mouscron is het kleinste uit mijn carrière.’ – MIRCEA REDNIC

‘Ik heb in de Golfstaten gewerkt en in die landen of in China bestaat écht voetbal niet.’ – MIRCEA REDNIC

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content