‘Ooit wil ik trainer van Beerschot Wilrijk worden’

© KOEN BAUTERS

Hernán Losada begint aan zijn zevende seizoen op het Kiel. In 2006 startte hij zijn Europese avontuur bij Germinal Beerschot, in 2013 maakte hij het failliet mee van Beerschot AC en nu keert hij met Beerschot Wilrijk terug naar het profniveau. ‘Het is mijn ambitie om deze club in 1A te krijgen.’

Zelfs vloeken doet Hernán Losada tegenwoordig in voortreffelijk Nederlands. ‘Godverdomme’, mompelt hij als hem even de naam ontglipt van die dekselse tegenstander uit Wit-Rusland die Anderlecht in 2008 uitschakelde op weg naar de Champions League. Het wringt nog altijd bij Losada dat hij in het Astridpark niet kon doorbreken. Vroeger zocht hij de oorzaak daarvan vooral bij anderen, intussen komt de Argentijnse middenvelder daar stilaan van terug. Bij zijn andere Europese werkgevers blonk hij overigens wel uit, zeker op het Kiel. Daar belandde Losada elf jaar geleden in het Germinal Beerschot van trainer Marc Brys. Intussen is hij, na een tussenstop bij Lierse, bezig aan zijn derde termijn op het Kiel, weer onder het commando van Brys. Eind mei, toen Beerschot Wilrijk zijn vierde titel op rij vierde, deze keer richting Betaald Voetbal 1B, kondigde Losada aan dat hij nog een jaar doorgaat. Onlogisch is dat niet: vorig seizoen deed hij de netten nog 19 keer trillen en bij de fysieke tests blijft hij eenzaam aan de top staan, hoewel hij intussen 35 is. ‘Ik zorgde altijd goed voor mijn lichaam. Als ik als jonge gast moest kiezen tussen een zaterdagnacht in de discotheek of een matchke met vrienden op zondagochtend, dan koos ik dat laatste.’

Toen Brys vorig seizoen terugkeerde naar het Kiel, verblufte je hem in de voorbereiding; nooit eerder had hij jou zo scherp gezien.

Hernán Losada: ‘Ik voel de laatste jaren ook tijdens mijn vakantie een sterke nood om te lopen. Ik herken nu wat sommige lopers zeggen: dat hun lichaam het vraagt om te lopen. Vroeger haatte ik lopen en voorbereidingen, maar drie jaar geleden deed ik voor het eerst eens mee aan de Ten Miles (loopwedstrijd in Antwerpen, nvdr). Ik schreef voor mezelf een voorbereiding uit en tijdens die voorbereiding kreeg ik de smaak helemaal te pakken. Ik raakte zelfs wat verslaafd aan dat lopen. Het lukte ook om een goede tijd neer te zetten. (haalt zijn medaille) 1u09m19.’

Instrumenten bespelen

Jij kwam in 2006 aan bij Germinal Beerschot met nog vier andere Argentijnen. Zij voetballen intussen niet meer in Europa, jij wel. Hoe komt dat?

Losada: ‘Als ik ergens ben, probeer ik ook echt op die plek te zijn. Daarmee bedoel ik: de taal van dat land te leren, het plaatselijke nieuws te volgen, vrienden te maken. Als buitenlander is het veel makkelijker om met je hoofd in je thuisland te blijven. Maar een buitenlander die hier na elke training op zijn appartement meteen met zijn thuisfront begint te chatten en die op zijn computer de hele tijd televisieprogramma’s uit zijn thuisland volgt, die geraakt nooit helemaal aangepast aan de plaats waar hij woont. Ik schreef me hier vanaf dag één in voor lessen Nederlands. Mijn leraar van toen is nu een van mijn beste vrienden.’

Jij beschikt over een talenknobbel, dat helpt natuurlijk.

Losada: ‘Dat was een voordeeltje, ja. Toen ik naar hier kwam, kende ik ook al Engels, in tegenstelling tot de vier andere Argentijnen. Mijn ouders verplichtten me indertijd om privélessen Engels te volgen.’

In een eerder interview vertelde je eens dat je ook lessen piano en orgel volgde en dat je na je spelerscarrière in het bandje van je broer zou gaan spelen. Gaat dat ervan komen?

Losada: (lacht) ‘Als ik tijd heb. Ik speel intussen ook gitaar. Zulke dingen vind ik nuttiger dan op mijn telefoon te tokkelen. Hoe meer talen je kent, hoe meer instrumenten je kunt bespelen, hoe meer je openstaat om informatie binnen te krijgen.’

Gerust stoppen

Hoe leg jij een Argentijn uit wat voor club Beerschot Wilrijk is?

Losada: (lacht) ‘Een heel speciale club, die heel trots is op zijn geschiedenis en waar je op de tribunes veel passie en originaliteit proeft. Een heel sympathieke club ook, met fans die het meteen opmerken als je goed presteert, maar die ook heel kritisch zijn.’

Over Beerschotfans wordt gezegd dat ze een groot bakkes hebben en arrogant overkomen.

Losada: ‘Dat klopt ook. Ze zijn wie ze zijn en ze zijn trots op wie ze zijn. Ik vind dat niet mis. Nu ben ik fan van het liedje: We do what we want, we are Beerschot. Dat is een quote die goed past bij onze supporters.’ (lacht)

Twijfelde jij in 2015 lang om in dit project te stappen?

Losada: ‘Ik had hier een bepaalde reputatie opgebouwd en intussen was ik ouder geworden, maar toch moest ik nog een van de besten zijn. Ik had dus meer te verliezen dan te winnen. Maar als je vertrouwen hebt in jezelf en als je een bepaalde liefde voelt voor een ploeg, dan hoef je over zo’n terugkeer niet lang na te denken. Het is mijn ambitie om deze club in 1A te krijgen. Dan kan ik gerust stoppen. En als het niet lukt, wil ik wel het gevoel hebben dat ik er alles aan gedaan heb.’

Toen je twee jaar geleden terugkeerde naar het Kiel, verweet een deel van de fans je nog een en ander over de periode waarin Beerschot AC failliet ging.

Losada: ‘Sommigen zeggen dat ik al een akkoord had met Lierse toen ik nog met Beerschot AC tegen de degradatie speelde. (lacht) Dat is gewoon gek. Ik had nog twee jaar contract, ik werd heel goed betaald, ik speelde bij de club waarvan ik hou en in de stad waarvan ik hou. Waarom zou ik naar een andere club gewild hebben?’

Sommigen verweten de Beerschotspelers van toen dat ze er niet hard genoeg voor gingen.

Losada: ‘Ik had alles te verliezen. Een grotere motivatie kun je niet vinden.’

Zag je spelers rond jou die minder gemotiveerd waren?

Losada: ‘Ieder heeft zijn eigen doel en gevoel. Er waren ook jongens die hun kosten niet meer konden betalen, omdat we ons loon niet meer kregen. Maar het echte probleem zat bij de kwaliteit en bij de organisatorische chaos die toen in de club heerste. We spreken hier niet over een gewone degradatie maar over een faillissement. Een beetje meer of minder motivatie bij de spelers, dat bepaalt niet of een club over de kop gaat. Hoe kun je een groep voetballers nu zo’n faillissement verwijten? Ik ken niks van boekhouden. Dat was ook mijn taak niet.’

Je was de voorbije twee seizoenen telkens de topschutter van de ploeg, intussen sluiten de fans je weer in de armen.

Losada: ‘Die steun en appreciatie zijn leuk, maar ik probeer me daardoor niet te laten verblinden en kritisch te blijven voor mezelf.’

Een keerpunt

Was het Beerschot van voorzitter Patrick Vanoppen anders dan dit Beerschot Wilrijk?

Losada: ‘Ja. Ik zie nu veel meer positivisme. Er is ook een goede samenwerking tussen het bestuur, de supporters en de spelers, terwijl die vroeger meer elk op een eiland zaten.’

Gezien de resultaten is dat positivisme niet zo verwonderlijk.

Losada: ‘Toch heb ik het gevoel dat de communicatie tussen het bestuur, de fans en de spelers sowieso op een hoger niveau staat. Als er iets gebeurt in de club, weten de fans het meestal al op voorhand. Zelf heb ik nu ook veel meer contact met de supporters. Als we winnen, blijf ik veel langer dan vroeger. Dat kost tijd en energie op een moment dat je heel moe bent, maar tien minuutjes extra voor wat selfies kunnen veel betekenen voor de fans. Het is een deel van onze job om die connectie met de supporters te creëren. Hopelijk helpt die connectie om samen te blijven als er een mindere periode aanbreekt.’

Waarom past Beerschot in al zijn vormen zo goed bij jou?

Losada: ‘Ik weet het niet. Voor een speler uit Argentinië is het natuurlijk een droom om in Europa te voetballen. Ik herinner me nog goed het moment in 2006 dat ik voor het eerst in deze stad kwam. Ik wist niks over Antwerpen, maar ik vond het hier meteen mooi. Ik zag de stad, het stadion en de fans en ik zei tegen mezelf: Hernán, je moet er alles aan doen om hier te blijven, álles, zelfs meer dan alles. Ik wou daarvoor hemel en aarde bewegen en zelfs fysiek over mijn grenzen gaan. Daarom ook speelde ik dat seizoen enkele matchen als rechtsachter. Als ze mij gezegd hadden dat ik tweede keeper moest worden, dan had ik dat ook gedaan, zolang het resultaat maar was dat ik mijn carrière kon voortzetten in Europa.’

Als je omkijkt naar je Europese parcours, ben je dan tevreden?

Losada: ‘Ik denk dat ik tevreden moet zijn. Bijna overal waar ik kwam, werd ik een basisspeler en belangrijk. Dat betekent niet dat er niet méér inzat. Er is een keerpunt geweest. Toen ik naar Anderlecht ging, had ik het eind van het vorige seizoen bij Germinal Beerschot gemist door een blessure. Ik had er twee maanden niet gespeeld. Tijdens mijn vakantie dat jaar heb ik weinig gedaan. Ik heb toen wel gelopen, maar niet genoeg. Dat is het enige wat mij spijt: dat ik geen personal coach genomen heb om me die maand in Buenos Aires helemaal kapot te trainen. Toen ik aan de voorbereiding bij Anderlecht begon, had ik 3,5 maanden geen echte wedstrijd gespeeld. In de oefenmatchen kon ik Ariël Jacobs (toenmalig Anderlechttrainer, nvdr) niet overtuigen. Ik stond nog in de basis bij de supercup en bij de eerste wedstrijd tegen BATE Borisov, in de kwalificatierondes voor de Champions League; ik kreeg dus wel momenten om mij te tonen, maar mijn fysieke achterstand nekte mij. Toen de competitie begon, zat ik al op de bank. Dat blijft jammer.’

Dank u, België

Je bent hier in het Antwerpse nu je eigen Foundation begonnen; Football Changes Lives heet die. Daar kunnen kansarme kinderen voetbaltrainingen volgen, onder meer onder jouw leiding.

Losada: ‘Vanaf minuut één heb ik me heel erg thuis gevoeld in deze stad en in dit land. De Foundation is mijn manier om dank u te zeggen tegen jullie allemaal hier in België. Er zijn veel kinderen die zich niet bij een club kunnen aansluiten, bijvoorbeeld om financiële redenen. De Foundation wil zulke kinderen de kans geven om te genieten van de mooie sport die voetbal is. Afgelopen seizoen sloten we af met 35 à 40 kinderen. We voetballen niet alleen met hen, we proberen hen ook discipline en structuur bij te brengen. En die jongens kunnen via de Foundation nieuwe vrienden maken. Het echte doel is: kinderen via het voetbal integreren in de maatschappij. Ondertussen kan ik dingen in de praktijk brengen die ik in mijn trainerscursussen leer.’

Je UEFA B-diploma heb je al.

Losada: ‘En als ik ook mijn UEFA A-diploma haal, wil ik de Pro Licence-curus volgen.’

Droom je ervan om ooit een club in 1A te trainen?

Losada: ‘Niet zomaar een club in 1A. Ooit wil ik trainer van Beerschot Wilrijk worden. Maar in het begin zie ik me niet meteen op een heel hoog niveau trainer zijn. Ik heb nog heel veel te leren.’

DOOR KRISTOF DE RYCK – FOTO’S KOEN BAUTERS

‘Nu ben ik fan van het liedje: We do what we want, we are Beerschot. Dat is een quote die goed past bij onze supporters.’ Hernán Losda

‘Ik kreeg bij Anderlecht momenten om mij te tonen, maar mijn fysieke achterstand nekte mij.’ Hernán Losda

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content