Peter t'Kint
Peter t'Kint Redacteur bij Sport/Voetbalmagazine

Het credo van Jacky Mathijssen, trainer van spektakelploeg Sint-Truiden: ‘Dit moet je koesteren, want het zal geen heel seizoen blijven duren.’ Een monoloog.

Jacky Mathijssen: “Ons voordeel is wat de konden verder bouwen op vorig seizoen, met die nuance dat er wat accenten zijn verschoven. Daar waar we vorig jaar meestal met twee mensen vooruit speelden, durven we dat nu meestal met drie. Het grootste voordeel daarvan is dat je het de tegenstrever enorm moeilijk maakt om zelf in zijn spel te komen. Dat klinkt raar, hé, dat een aanvallende optie tegelijk een defensief ding is. Ik verduidelijk. In België kunnen heel weinig ploegen over hun centrale stoppers uitvoetballen, quasi overal gebeurt dat via de flanken. Kan dat ineens niet meer, dan is men sneller verplicht voor de lange bal te kiezen. Achteraan hebben wij dan een aantal mensen die daar weg mee weten. Door de stabiliteit van vorige zomer kende iedereen verder al zijn plaats, ik kan eigenlijk heel weinig nieuwe dingen aanreiken en moet bovendien ook minder tijd besteden aan de tegenstander omdat we op dit moment onze manier van voetballen vonden. Ik benadruk daarbij op dit moment, want alles is relatief. Het is nooit zeker dat wat nu lukt, gaat blijven werken. Dit kun je niet vasthouden, daarvan ben ik zeker. Omdat de tegenstander ook niet stilzit en onze ploeg analyseert.

“Ander sterk punt: hier zit geen enkele speler die niet graag traint of loopt voor een ander. Daarover moet je waken, want dat was en is de kracht van deze club. Als je daarover waakt, mag er nog een minder moment komen, maar zelfs dan wordt het nooit meer wat het was.”

Spektakel

“Dat was er vorig jaar ook, het is een duidelijke keuze. In eerste instantie gaat het om de punten, maar eens die er zijn, worden de kwaliteiten van een aantal jongens duidelijker. Niet voor ons, ik heb er als speler zelf nog zeven, acht maanden tussen gezeten en dacht toen vaak eigenlijk kan die veel meer dan wat ik in het weekend zie. Eens de punten er waren en ze vrijuit konden voetballen, werden ze zich zelf ook van die kwaliteiten bewust, net als de buitenwereld. Defensief nemen we wat meer risico’s, omdat ik vind dat we goeie verdedigers hebben. Daardoor krijg je aanvallend meer oplossingen. Heb je er maar ééntje, dan krijg je het moeilijk, want ook de tegenstrever kent die snel.

Bram Vangeel breekt nu door. Ik kan me voorstellen dat zijn naam bij de bespreking van de tegenpartij vorig jaar niet vaak viel. Dit jaar wel, zullen goeie en minder goeie punten aangehaald worden. Lommel en La Louvière kleefden een mannetje op Boffin. Als dat lukt, zoals tegen Lommel, heeft die trainer het recht dat uit te vergroten, maar als we de kansen die we toen ook kregen, omzetten in doelpunten, kraait daar geen haan naar. Voor al de simpele oplossingen, hebben we een antwoord. Ik denk niet dat Danny uitschakelen volstaat om Sint-Truiden lam te leggen. Let wel, zolang hij dit brengt – en vooraf waren er wel wat vragen of hij die lijn van vorig seizoen na het WK zou blijven doortrekken – willen we hierin graag overdrijven. Maar als het niet lukt, zullen we omschakelen en moeten andere jongens meer verantwoordelijkheid nemen.

“Qua schutters is het goed verdeeld, iedereen krijgt zijn kansen. Marcos Pereira dit jaar misschien iets minder, maar daar zijn redenen voor. Met het wegvallen door blessure van Thomas Caers als linksachter zijn we misschien iets te veel naar rechts gekanteld, gaat het vaak over Voets. Dan komt de eerste inspeelpas vaak automatisch bij Marcos, waar de actie vertrekt en het eerste duel moet worden gewonnen. Dat doet hij schitterend. DésiréMbonabucya is gewoon een goeie spits, die kan in elke ploeg spelen en scoren. Hij kan zich losmaken, voetballen, kan diepte zoeken… Het enige waarvoor we moeten zorgen, is dat we met een bal tot in zijn buurt raken. Hem lanceren gaat niet. Daarom denk ik dat het voor hem nog makkelijker moet worden als hij naar een nog betere ploeg vertrekt.”

Euforie

“De moeilijkste ploegen hadden we inderdaad nog niet, maar wat zijn voor ons de moeilijkste ploegen ? Vorig jaar hebben we tegen hen het overwicht vaak niet kunnen afmaken, maar het wél goed gedaan tegen de topclubs. In die matchen maken we nu ook weer een kans. Tegen ploegen in een goeie dag, vond ik dat we vorig seizoen als blok – ik gebruik het woord niet graag – efficiënt konden counteren en een moeilijke periode overleven. Van Club Brugge hebben we toen gewonnen, op Anderlecht ook en tegen Genk speelden we gelijk.

“Betekent dat dat we hoger moeten mikken dan de achtste plaats van vorig seizoen ? Ik weet dat niet, ik heb niks voor ogen. Clubs als deze mogen zich niet vastpinnen op iets, want dan ga je het achterna lopen. Zoals men hier elk jaar over die bekerfinale bezig is, op den duur wordt dat een idée fixe. Onze voorzitter zegt dat hij dit jaar een prijs wil pakken. Zijn goed recht, maar ik doe het liever op een andere manier. Deze kleedkamer werkt zo liever, elke week à fond. En wat we kunnen oprapen, rapen we op. Tellen is gevaarlijk. Vorig jaar waren we op één overwinning van de bekerfinale en het ging fout. We waren op één overwinning van een Intertototicket en het ging fout.

“Die achtste plaats was een goeie weergave van onze waarde, 53 punten was trouwens een clubrecord. Daarvoor moeten de omstandigheden wat meezitten en dat hebben ze ook gedaan. Jules ( Knaepen, nvdr) en ik hebben dan ook vooraf gezegd dat we heel attent moesten zijn opdat het niet zou verslappen. Ik moet je bekennen : het heeft in de voorbereiding drie weken geduurd voor we tegen elkaar konden zeggen dat de groep vertrokken was. Drie weken, veel te lang, voor de euforie was verbannen.

“Bij momenten vroeg ik me af of het wel zou veranderen, of ik nog wel impact had, of ze nog wel luisterden naar wat ik vertelde, dan wel of ze naar de vogels keken. Maar het is goed gekomen, al is dat moeilijker en moeilijker, zo lijkt me. Nu ook weer. Met die interland is dit een recuperatieweek, waar ze al een tijdje naar uitkeken. En dan heb je er altijd die denken los is los. Dan moet je toch weer ingrijpen en ze erop wijzen dat sommige dingen niet kunnen. Vrij is vrij, om bijvoorbeeld thuis dingen te doen waar je anders niet de tijd voor hebt, maar niet vrij om je volop te storten in plezierverplichtingen.”

Concurrentie in doel

“Ik heb niet de indruk dat het vertrek van Davy SchollenDusan Belic doet verslappen, maar er zijn wel een aantal houdbare goals binnengegaan. Als ex-doelman weet ik goed genoeg dat zoiets kan gebeuren, maar Dusan moet er wel alles aan doen dat te stoppen. Hij is op een leeftijd dat hij beter moet kunnen spelen zonder een sterke concurrent. Wie 24, 25 is, heeft zo’n druk nodig. Dusan is daarom één van de uitzonderingen voor wie deze week geen recuperatieweek is. De drie keepers hebben wat extra werk te doen. De ene om te laten zien dat hij klaar is als nodig, de andere omdat hij een maand out was met een polsblessure en de derde om te laten zien dat hij die periode zal afsluiten.”

Keeper wordt trainer

“Als keeper was ik niet de grootste, denk ik, maar ik heb altijd veel proberen op te lossen vóór het gevaarlijk kon worden. Veel coachen, snel anticiperen, samenwerken. Maar of ik nu een beter zicht op het spel heb, omdat ik destijds alles vanuit de goal bekeek ? Je ziet het wel anders, dat klopt en dat draag je mee. Ik zal bijvoorbeeld een veld altijd vanuit mijn vroegere perspectief van doelman invullen. Ik moet omhoog spelen, lach ik dan altijd. Hoog spelen is hoog voor mij, mijn ploeg speelt van beneden naar boven. Een tactisch bord hangt hier dan ook verticaal, niet horizontaal.

“Als doelman heb ik vaak apart getraind, maar ik denk dat ik voldoende de zwaarte van mijn oefeningen als veldtrainer kan inschatten. Ik ben regent LO, in de rand heeft dat er misschien ook iets mee te maken. Qua fysieke voorbereiding wist ik vroeger al waar het om ging en dat zag ik alleen maar bevestigd in de trainersschool. Wat het fysieke gedeelte betreft, hebben we bovendien met Eric Roeckx, die maandag en dinsdag volledig voor de A-groep ter beschikking is, een professional. Op dat vlak hebben we het goed onder controle, wij staan bij de fysiek sterkste ploegen in eerste.

“In pedagogisch opzicht heeft die lerarenopleiding me ook geholpen, denk ik. Je leert er toch technieken om voor een groep te staan. Kinderen, voetballers of volwassenen, het maakt niet uit, je leert waar je moet op letten, hoe je aandacht moet houden, hoelang je tegen iemand kan praten, hoe je voor de eerste keer een klas binnen komt… Daarin heb ik een voorsprong tegenover iemand die zonder die kennis in dit vak rolt.

“Toch was het moeilijk om iets meer dan twee jaar geleden van de ene kleedkamer in de andere te stappen. Omdat ik vond dat het daar als speler nog goed ging, ik heb alleen pech gehad met de knie, maar die was hersteld en ik was op winterstage nog diep geweest, had nog de goesting. Maar laat ons eerlijk zijn : er werd een oplossing gezocht. Guy ( Mangelschots, nvdr) wilde niet meer op het veld staan, Jules kon het niet alleen en dan was hun vraag : wie hebben we ginder het minste nodig ? Of die man dan ook nog de kwaliteiten had, kwam misschien op de tweede plaats. Dat is, denk ik, de enige echte uitleg. Ik heb toen wel gezegd : als ik één keer uit de kleedkamer vertrek, ga ik nooit meer terug. Dat kon niet.”

Voorbeelden

“Had ik als keeper niet en als trainer evenmin. Ik maakte nooit nota’s, doe geen mensen na. Wat ik wel onthield van trainers zijn dingen die me absoluut ergerden, opdat dat me nooit zou overkomen. Ik hang bijvoorbeeld nooit op het einde van de laatste gezamenlijke training een papiertje op het bord met daarop de selectie van het weekend, om vervolgens naar buiten te gaan. Ik duid altijd op het veld de mensen aan. (lacht) Misschien komt dat moment nog, dat ik snel in en uit de kleedkamer met mijn papiertje moet vluchten, maar tot nu is er niemand aan wie ik niet fatsoenlijk duidelijk kan maken hoe ik over iets denk. Ook dat beklemtoon ik, dit is mijn waarheid, niet waarheid, het kan perfect dat iemand een andere mening heeft.

“Tactisch is mijn visie dat je mensen naar hun kwaliteiten moet laten voetballen op een manier waarbij je probeert dominant te zijn. Veel meer is er niet. Tijdens het examen op trainerscursus werd de vraag gesteld om mijn ideale systeem met verklaring uit te tekenen op bord. Toen is er niks op dat bord gekomen. Ik weet niet hoeveel punten me dat kostte, maar de manier van spelen hangt af van materiaal.”

Moeilijkste moment

“De ontgoocheling in deze club na de 0-0 tegen Lommel op de tweede speeldag. Dat heeft me fel geraakt. Je kwam uit een clubrecord en een voorbereiding met hindernissen. Het trainingsveld was niet van de kwaliteit die we wilden, kledij kwam niet op afgesproken tijden, zodat jongens begonnen te klagen, dat soort kleinigheden. Randzaken. De voorbereiding was degelijk, de resultaten misschien niet super, maar dat interesseert me totaal niet. Vorig jaar heb ik ze dat zelfs iets te vaak moeten uitleggen. Soit, maakt niet uit, en dan spelen we een superwedstrijd op GBA. Zeker de eerste helft. We verliezen met 3-2, maar krijgen na de match alle lof, wat in Antwerpen niet evident is. Vervolgens spelen we 0-0 tegen Lommel, waarop de ontgoocheling in deze club na de match zo groot was. Op bepaalde plaatsen voelde ik zelfs meer dan ontgoocheling. In mijn ogen was dat onbegrijpelijk. Zowel mij als de spelers heeft dat zwaar geraakt. Intussen is gelukkig bewezen dat het niet zo dramatisch was als men toen wel dacht.

“Toen moesten we naar La Louvière. Mooi en aanvallend is één, maar het gaat wel om de punten en als ik voel dat ik op een andere manier meer kans heb, doe ik het anders. Ik geef eerlijk toe dat ik ginder foert heb gezegd. Twee keer verloren we daar na elkaar met 1-0, op een heel vervelende manier. Als zij daar counteren en een bal wild wegtrappen, mag ik er ook mijn mannetje achter zetten. We zagen wel wie daarin de beste was. Dit jaar waren wij dat. Aanvallend voetbal ? Ja dus,, maar winst boven alles. Geen enkele supporter kan daar tegen zijn. Laat hem kiezen tussen 1-0 en 3-4 en iedereen kiest voor de eerste optie.”

G-14

“Waar ik het meeste tevreden over ben ? Dat men later nooit zal kunnen zeggen dat men in die periode door die trainer sportief was afgeremd, zodat men de club niet heeft kunnen uitbouwen zoals men dat in gedachten had. Dat vond ik één van de belangrijkste opdrachten bij mijn aantreden. Dit zijn cruciale momenten, je moet bij de 14 blijven, je stadion uitbouwen naar normen en sponsoring, terwijl het klimaat net op dat vlak moeilijk is. Ik denk dat we geen rem zijn maar een motor. Dat maakt mij gelukkig.”

door Peter T’Kint

‘Aanvallen is mooi, maar als het moet, gooi ik de deur op slot.’

‘Danny Boffin uitschakelen volstaat niet om Sint-Truiden lam te leggen.’

eHetHet

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content