De Romeinse derby kent een beladen verleden van racisme, antisemitisme en blind geweld. Ook vandaag de dag is het zelden rustig rond het Stadio Olimpico.

Sterker dan een interland, sterker dan een Europacupwedstrijd leeft in Italië de Derby”, schrijft David Endt in De Schaduwen van San Siro.”Dat komt omdat in de confrontaties tussen twee clubs uit dezelfde stad alles wat met eer te maken heeft op het spel staat.

“Het winnen van de derby is belangrijker dan de landstitel, het kan een compleet verloren seizoen in één klap goedmaken. Aan de andere kant bestaat er niets ergers dan een derby verliezen. Dat betekent: voor minstens een halfjaar blootstaan aan de hoon of, erger nog, aan het gespeelde medelijden van de buurman-vijand.

“In de week van de derby is alles in de stad anders. Niemand ontkomt aan de elektrische spanning die onzichtbaar langs pleinen en straten trilt.”

Een .44 Magnum komt van pas

Voetbal is nergens in de laars belangrijker dan in Rome, “de eeuwige stad”. De mensen leven er meer op straat dan in de noordelijke voetbalsteden Milaan en Turijn. In de parken en op de terrasjes is voetbal hét gespreksonderwerp. In Rome zijn er ook niet zo veel inwijkelingen als in de industriesteden Milaan of Turijn. Er wonen alleen Romeinen en die zijn óf voor Lazio óf voor Roma.

Nergens leeft het derbygevoel sterker dan in Rome, omdat de Romeinse clubs zelden in aanmerking komen voor de scudetto (het schildje verbonden aan de landstitel). Toen de twee clubs rond de eeuwwisseling nog eens het landskampioenschap wonnen (Lazio in 2000, Roma in 2001) verlamden de vieringen dan ook dagenlang de stad. De sporen van het feestgedruis zijn nog steeds te zien op vele muren.

Het was pas de derde titel voor Roma en de tweede voor Lazio. Meestal strijden ze slechts om de beste van de stad te zijn. Voetballers moeten hun heldenstatus verdienen in de onderlinge partijen.

Giorgio Chinaglia dankte zijn uitverkiezing tot grootste Laziospeler van de eeuw in ruime mate aan het feit dat hij er een gewoonte van maakte te scoren tegen Roma. De jonge Paolo Di Canio groeide in 1989 tot een echte held uit omdat hij in de Derby della Capitale scoorde. Toen Di Canio in 2004 vanuit Engeland naar Lazio terugkeerde, verzamelden zich duizenden fans voor zijn eerste training. De Laziali sloten hem voor eeuwig in de armen toen hij een speech gaf en afsloot met de woorden: chi non salta, delle Roma è(wie niet springt, is Romafan). Het hele team, de technische staf en de supporters sprongen samen een gat in de lucht.

In de aanloop naar zijn eerste derby van zijn tweede verblijf in Rome wisselde Di Canio in de pers een week lang beledigingen uit met Francesco Totti, de sterspeler van Roma. Lazio won met 3-1, Di Canio was één van de doelpuntenmakers en dankte de jubelende fans met de fascistengroet. Op zijn arm staat Dux (Latijn voor Il Duce) getatoeëerd. Volgens hem was Mussolini gewoon verkeerd begrepen.

“Di Canio en Chinaglia zijn de gehate symbolen van een onpopulaire club”, schrijft John Foot in Calcio, the history of Italian football. Chinaglia ging er prat op dat hij voor het neofascistische Movimento Sociale Italiano (MSI) stemde en steevast een pistool droeg. “Een .44 Magnum kon nuttig zijn”, aldus ‘de bultenaar’, zijn bijnaam bij de Romanisti. “Bij Lazio droegen we bijna allemaal een wapen.” Eén keer kwam het ook van pas, toen Romafans zijn jeanswinkel aanvielen.

Invloed van Mussolini

SS (Societa Sportiva) Lazio is de oudste club van Rome en werd in 1900 opgericht. Begin jaren 30 raakten de hemelsblauwen in de ban van het fascisme, dat in Rome zijn basis had. Benito Mussolini wilde de stad zijn vroegere, keizerlijke imago terugbezorgen en het voetbal was in de ogen van het publiek te belangrijk om het niet bij deze doelstelling te betrekken.

Il Duce ging regelmatig met zijn kinderen naar de matchen van Lazio kijken en zorgde ervoor dat de club kon verhuizen naar het nieuwe Stadio del Partito Nazionale Fascista (PNF), in 1934 het decor voor de finale van de wereldbeker.

Enkele jaren later verhuisde AS (Associazione Sportiva) Roma ook naar het Stadio PNF. Roma ontstond in 1927 uit de fusie van vier clubs: Alba, Fortitudo, Roman en Pro Roman. De rood-gele kleuren moesten een ode aan Rome zijn. De man achter de samensmelting van de verenigingen was de fascistische politicus Italo Foschi. Lazio wimpelde de uitnodiging om ook toe te treden af.

In 1942 werd AS Roma voor het eerst kampioen. Dat had het volgens ingewijden vooral te danken aan de invloed van Mussolini, die de scheidsrechters tot de meest vreemde beslissingen inspireerde.

Na de Tweede Wereldoorlog verslofte het Romeinse voetbal zonder politieke hulp. Vooral Lazio kwam nog alleen negatief in het nieuws. In 1973 ontaardde de UEFA Cupmatch tegen Ipswich Town in een regelrecht gevecht en Lazio werd voor één jaar uitgesloten van de Europese bekers. Begin jaren 80 werd de club naar de Serie B teruggezet vanwege zijn aandeel in de Totonero, het illegale gokschandaal.

Voortvluchtig

De Romeinse derby werd nagenoeg synoniem met geweld, racisme en antisemitisme. De fans van Lazio, vaak afkomstig uit de voorsteden, hebben vaak rechtse of extreem-rechtse sympathieën. Tijdens de derby van 1998 werd er in de blauw-witte hoek een spandoek ontrold met deze stichtende boodschap: “Auschwitz is jullie land, de ovens jullie thuis.”

De Romanisti daarentegen hebben een bluecollar-achtergrond en waren een tijdlang politiek links. In de jaren 70 waren veel aanhangers van de Giallorossi echte communisten. De Braziliaan Falcão werd vergeleken met de Chinese voorman Mao. In de jaren 90 veranderde dit echter opnieuw. De fans van Roma schoven ook op naar rechts en de politieke verschillen tussen beide clubs vervaagden. Maurizio Gasparri was in zijn jonge jaren een fanatieke Romafan die meestal in de Curva Sud te vinden was. In de tweede regering- Berlusconi werd hij minister van Communicatie. Francesco Rutelli, de groene burgemeester uit de jaren 90, en de centrumlinkse politicus Massimo D’Alema zijn dan weer Laziosupporters.

Wat niet veranderde, was dat de twee supportersclans elkaar bleven bevechten. De eerste derby die uit de hand liep, dateert van februari 1937. Toen moesten de carabinieri het veld op om de spelers uit elkaar te halen.

De eerste derbydode viel op 28 oktober 1979. Laziofan Angelo Paparelli kon zich die dag niet vrijmaken en gaf zijn seizoenkaart aan zijn broer Vincenzo, die zijn vrouw Wanda vol verwachting meenam. Ruim een uur voor de aftrap zaten ze al in de Curva Nord en hoorden plots een vreemd geluid. Wanda zag rook uit het linkeroog van haar man komen. Hij was getroffen door een vuurpijl die 160 meter verder, in de Curva Sud, was afgevuurd.

De wedstrijd werd desondanks gewoon afgewerkt, al was het de hele tijd onrustig, omdat Laziofans probeerden het veld te bestormen. Het hele team van Lazio was op de begrafenis van Paparelli aanwezig.

Giovanni Fiorelli, de 18-jarige dader, was veertien maanden voortvluchtig, maar verdween finaal, samen met twee van zijn vrienden, bijna zeven jaar achter de tralies. Hij stierf in 1993 aan een overdosis.

De macht van de ultra’s

In de derby van 2004 viel er gelukkig geen dode, maar de schade was aanzienlijk en een echte ramp werd maar net vermeden. Twee minuten na de rust, bij 0-0, werd de partij stilgelegd. In het stadion deed het gerucht de ronde dat een jongen was gedood tijdens schermutselingen met de politie. Hij zou onder een politiewagen terecht zijn gekomen. Via de public address werd het verhaal tot zeven keer toe ontkend en zo raakten ook de spelers op de hoogte. Ze stopten met voetballen. Er volgde overleg tussen scheidsrechter Roberto Rosetti en de aanvoerders Francesco Totti (Roma) en Sinisa Mihajlovic (Lazio). De toeschouwers in het afgeladen stadion vielen van de ene verbazing in de andere. Totti had langs het veld ook een gesprek met drie capi van de ultra’s.

Een van hen verzekerde Totti dat het gerucht klopte en smeekte zijn aanvoerder de wedstrijd te staken. De aanvoerder stapte naar trainer Fabio Capello. ” Se giochiamo addesso, questi ci ammazzono“, zei hij. Als we nu verder spelen, maken ze ons af.

Intussen was ook Achille Serra, Prefetto di Roma en in die hoedanigheid de hoogste politieofficier van de regio, op het veld gekomen. Hij smeekte iedereen verder te voetballen, uit vrees dat het onmogelijk zou zijn de publieke orde te handhaven.

Scheidsrechter Rosetti belde met zijn gsm vanuit de middencirkel naar Adriano Galliani, de rechterhand van Silvio Berlusconi bij Milan en op dat moment voorzitter van de bond, om de toelating te krijgen. Antonio Cassano nam de ref de bal af en de fans van beide clubs vouwden hun spandoeken op om eveneens duidelijk te maken dat de match wat hen betrof afgelopen was. Rosetti floot nog drie keer en stuurde de spelers naar de kleedkamer. Die nacht raakten maar liefst 200 agenten gewond.

Het feit dat beide supportersclans gezamenlijk opkrasten, was heel bevreemdend. Er waren drie theorieën. Ofwel was het toeval, ofwel wilden de ultra’s laten zien hoe machtig zij waren, of ze wilden, op het moment dat premier Berlusconi een decreet aan het parlement had voorgelegd om failliete voetbalclubs te helpen, aangeven dat er iets moest gebeuren voor de twee zieltogende Romeinse clubs als de overheid herrie wilde vermijden.

Burgeroorlog

Nog altijd vliegen er allerhande vuurpijlen door het Stadio Olimpico. De capi van de ultra’s worden immers nog altijd niet gecontroleerd. In oktober 2008 maakten beide supportersgroepen opnieuw van de derby gebruik om de handen in elkaar te slaan en duidelijk te maken dat ze de politie nog meer haten dan de aanhang van de aartsvijand.

In november 2007 werd Laziofan Gabriele Sandi na herrie met tifosi van Juventus in een tankstation langs de Autostrada del Sole doodgeschoten door een agent die met waarschuwingsschoten geprobeerd had een einde te maken aan de vechtpartij. De dood van Sandri ontketende vooral in Rome rellen waar woedende Laziofans een politiebureau en het hoofdkwartier van het Italiaans Olympisch Comité aanvielen. Volgens ex-voetbalcoryfee Luigi Riva was er die nacht sprake van “een burgeroorlog” en waren de hooligans verenigd door hun gezamenlijke haat tegen de autoriteiten. De vader van Sandi werd in de derby van 2008 door de Romafans uitgenodigd om één helft – in een Lazioshirt nota bene – de wedstrijd te midden van hen bij te wonen.

Sinds Paparelli in 1979 kwamen vijftien supporters om in het calcio. Volgens minister van Binnenlandse Zaken Giuliano Amato worden de hooligans gestuurd door terroristen. “Er bestaan subversieve groeperingen die het extremisme van de tifosi voeden en jongeren proberen te rekruteren als gewapende activisten tegen de politie.” S

Volgende maand: Celtic-Rangers

door françois colin

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content