Wat kreeg Philippe Vande Walle ooit door de eigen supporters in Westerlo naar zijn kop geslingerd ? En hoe zat het nu met die pijl in Brugge ? Verhalen uit het doelgebied.

Wc-papier

Tijdens AA Gent – Moeskroen struikelden zowel Frédéric Herpoel als Francky Vandendriessche er nog over, maar tot groot verdriet van de Gentse supporters mag het niet meer : rollen WC-papier op het veld gooien. “Mij stoorde het niet,” haalt Herpoel de schouders op, “het is onschuldig amusement. Er zijn gevaarlijker dingen waarmee wordt gegooid. Op Anderlecht kreeg ik ooit de afstandsbediening van een wagen naar mijn kop. Ik vraag me nog altijd af hoe die kerel thuis is geraakt. Aanstekers zijn ook populair. En geld. Geraakt door projectielen ben ik al, geblesseerd gelukkig niet. Het gevaarlijkste vind ik bommetjes : als die vlak bij je oor afgaan, doet dat pijn.”

Golfbal

“Tijdens een wedstrijd op Seraing ontplofte er zo eentje vlak tegen mijn oor”, zegt Geert De Vlieger. “Was ik een tijd potdoof van. De gooier is later opgepakt, die match heeft ook een tijdje stilgelegen. Daarna is het nog één keer goed fout gelopen : uit bij NAC, voor Willem II een derby op het scherp van de snee. Toen kreeg ik onder andere naar mijn hoofd : een golfbal, loden kubussen en zelfs zaktelefoons. (Grijnst.) Vóór de tv’s en de frigo’s volgden, heb ik discreet teken gedaan naar de scheidsrechter. Ik ben naar hem gelopen en heb hem stiekem die golfballetjes afgegeven. De match is later herspeeld achter gesloten deuren. De klassiekers zijn aanstekers, munten en – o ja, het is weer de tijd – mandarijntjes ! Papier is een merde. Laatst zag ik er een doelman op wegglijden. Zolang daar geen goal van komt, is het alleen een beetje belachelijk, maar anders wordt het pijnlijk.”

Bierdouche

Filip De Wilde maakte zich enkele jaren geleden verschrikkelijk druk nadat de Anderlechtdirectie paarse en witte papiersnippers op het veld liet blazen en hij er vervolgens op uitgleed. “Wc- of ander papier is een plaag. Genk is daar een beetje mee begonnen : voetbal als totaalspektakel met ook prullen op het veld. Men is daar soms te ver in gegaan. Op Standard deden ze het ook, in combinatie met vuurwerk dat voor mist zorgt. Je moest er soms vijf minuten wachten en opruimen voor je kon beginnen. Tégen mijn kop heb ik nooit iets gekregen, wel eróver : een douche van bier. Het gooien van stenen is met de modernisering van de stadions gelukkig voorbij. Er zijn steeds meer zitplaatsen en dan is het lastiger om iets op het veld te gooien, én er hangen netten op de risicovolle plaatsen. In Portugal vind je in veel stadions ook nog atletiekpistes, soms zijn er zelfs alleen tribunes aan de zijkanten. En in Oostenrijk zijn de fans, op die van Rapid Wenen na misschien, superbraaf. Er zijn ook zelden veel meer dan drie- of vierduizend toeschouwers.”

Flesjes

Dany Verlinden werd evenmin al getroffen. “Maar ik heb vooral geluk gehad, denk ik. Ooit vond ik een – leeg – flesje bier, ijzeren bolletjes, aanstekers, geld. In Gent verfrommelen ze programmaboekjes tot proppen waarmee ze je bekogelen. Superirritant ! Van mij mogen ze roepen wat ze willen, maar ik haat het als ze dingen gooien. In het buitenland heb ik het één keer heel erg meegemaakt : op Panathinaikos. Daar gooiden ze met plastic flesjes water. Ik geloof dat ze daar nadien voor geschorst zijn.”

Gratis

De papieren proppen van Gent zijn ook Yves Van der Straeten bekend. “Grrr ! Als mensen iets gratis krijgen… Dan nog liever de wc-rollen, die kun je tenminste wegschoppen. Geloof me, op zo’n prop kan een bal behoorlijk verkeerd botsen. Van muntstukken ben ik redelijk gespaard gebleven. Ik ben dan ook geen keeper die vaak in het oog loopt. Vande Walle of Pfaff, die maakten veel meer mee. Bespuwd worden en zo. In Portugal had ik het bijkomende voordeel dat ik op een eiland speelde. Bezoekende ploegen brachten sowieso weinig volk mee en in de grote stadions als die van Porto moest je al verdomd goed kunnen smijten voor je raak trof.”

Spuwen

Raapt iemand die munten ooit op ? Wim De Coninck weet nog goed hoe hij op Lierse stukken van 20, 5 en 1 frank naar zijn kop kreeg. “Bij corners en vrije trappen stond je stil en konden ze makkelijker mikken. Ik zweer je : als het raak is, ben je afgeleid. Oprapen ? Alle kleine beetjes helpen. Als we verloren hadden, durfde ik er wel een paar mee naar huis te nemen. Had je toch iets verdiend. Ooit, je gaat het niet geloven, ben ik getroffen door een tennisbal. Ik kwam na de rust het veld opgelopen, draaide me om omdat iemand iets riep, en toen ik weer voor mij keek, botste er een tennisbal tegen mijn oog. Dat heeft de hele tweede helft getraand. Nog zoiets : spuwen. Gebeurt héél vaak. Als de bal dicht bij de platen lag en de sfeer was wat grimmig, had je gegarandeerd prijs. Recht in je gezicht. Blijf dan maar kalm. Soms had je wel zin om iets terug te gooien, ja. Gelukkig heb je nu in veel stadions ballenjongens.”

Mes

Turkije moet ook een verhaal apart zijn. Patrick Nijs, ex-Gençlerbirligi : “Plastic flesjes met water. Turkse lires. Gsm’s. En het strafste : een klein geweertje waaraan met tape een mes was vastgekleefd. En mandarijntjes, véél mandarijntjes. Als je een bal ging ophalen, durfden ze ook in je gezicht te rochelen, maar dat gebeurt overal. In mijn jonge jaren spuwde ik wel eens terug, maar met het ouder worden krijg je die aanvechting wel onder controle. Geld heb ik nooit opgeraapt, maar als ze gul hadden gegeven, deed ik de terreinverzorger in Lommel wel eens teken om rond te kijken. Had die jongen wat extra verdiend.”

Handschoenen

De pechprijs is voor Philippe Vande Walle. “Mijn souvenirs ? Aanstekers, munten en tijdens Club – Panathinaikos zelfs een fototoestel. Een heuse camera, want van die wegwerpdingetjes verkochten ze toen nog niet. Op Charleroi een ijzeren slot en tijdens Club – Anderlecht een kieken. Ik heb het dier nog een tijdje opgejaagd, maar had daar minder succes mee dan met het tegenhouden van de ballen. Mijn topanekdote komt uit een wedstrijd die ik speelde met Lierse op Westerlo. Je weet dat ik bij de supporters van Lierse niet de meest geliefde speler was. Maar goed, ik speel een reuzenwedstrijd, stop een penalty en nog wat andere schoten, en we winnen met 0-1. Alleman na de match naar de spionkop ! Ik volg, voorzichtigheidshalve een beetje achter de hele bende. We groeten, juichen, en in een opwelling trek ik mijn handschoenen uit en gooi ze tussen onze supporters.”

En ?

“Geen tien seconden later kreeg ik ze terug naar mijn kop. Ik heb ze stilletjes opgeraapt en ben afgedropen.”

door Peter T’Kint

‘Bommetjes die afgaan vlak bij je oor : daar ben je wel een tijdje potdoof van.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content