Zondag staat in Lissabon de derby tussen Spanje en Portugal op het programma. De Spaanse bondscoach Iñaki Sáez wil op het EK breken met een aantal slechte gewoonten.

Een ronkende naam heeft hij niet. De Spaanse bondscoach Iñaki Sáez is bij het grote publiek in het buitenland amper bekend. De Bask is zelf geen voetballer met renommee geweest en als trainer koos hij veeleer voor de opleiding van jonge voetballers dan voor instant succes. Na zijn afscheid als speler vatte Sáez zijn trainerscarrière aan bij zijn club van herkomst, FC Bilbao. Tussen twee haakjes, de voormalige Spaanse bondscoach Javier Clemente legde exact hetzelfde parcours af.

Bij Bilbao spitste Sáez zich toe op de jeugdwerking van de club. Hij werd directeur van het opleidingscentrum in Lezama. Zijn voetbalschool presteerde sterk, veel spelers van het huidige A-team van Bilbao werden daar gekneed. Van Bilbao week Sáez uit naar Las Palmas en Albacete. Vervolgens haalde Javier Clemente hem binnen bij de Spaanse voetbalfederatie. Met de vertegenwoordigende jeugdelftallen kaapte Sáez enkele mooie prijzen weg. Spanje werd onder zijn hoede Europees kampioen bij de -21-jarigen in 1998, wereldkampioen bij de -20-jarigen in 1999, behaalde een zilveren medaille op de Olympische Spelen van 2000 in Sydney en pakte bij de -20-jarigen een nieuwe Europese titel in 2002. Toen José Antonio Camacho – momenteel trainer bij Real Madrid – er na de teleurstellende campagne op het WK van 2002 in Japan en Zuid-Korea het bijltje bij neerlegde, volgde Iñaki Sáez hem op. Een onverdeeld succes was dat niet meteen. Om zich te plaatsen voor de eindronde van het EK van 2004 in Portugal werd de Selección naar barragewedstrijden verwezen.

Spanje heeft op grote toernooien stilaan een trieste reputatie opgebouwd. Het domineert doorgaans zijn kwalificatiegroep (ditmaal dus niet), start als een te duchten outsider of zelfs medefavoriet aan een EK of WK, en struikelt bijna stelselmatig in de kwartfinale. Met die slechte gewoonte wil Sáez in Portugal breken. De bondscoach maakt geen moordkuil van zijn ambities. “Voor mij is 4 juli de belangrijkste dag van het EK. Dat is de dag van de finale en ik hoop dat ik me dan nog altijd in Portugal ophoud.”

Spanje opereert op het EK bijna thuis. In buurland Portugal trekt het zijn tenten op in Guimaraes, in het noorden van het land, en de trainingen werkt de Spaanse selectie af in Braga. “De blessure van Michel Salgado niet meegerekend, is de voorbereiding vlekkeloos verlopen”, zegt Sáez. “In de aanloop naar het toernooi hebben we ons vooral conditioneel op scherp gezet. De eerste wedstrijd van een toernooi is vaak beslissend, dus kwam het erop aan klaar te zijn voor het duel van zaterdag tegen Rusland.”

Net als de meeste waarnemers vindt Sáez dat Spanje en Portugal als favorieten beginnen in groep A. De Portugese ploeg kent voor hem geen geheimen, beweert hij. “Portugal combineert collectieve kracht met individuele klasse. Qua individueel talent springt Luis Figo erboven uit. Hij heeft klasse en ervaring, en daarbovenop de mentaliteit van de winnaar. Figo is de man die Portugal naar de overwinning kan loodsen. Maar ook Rui Costa, Simao en Pauleta zijn te duchten spelers. Tijdens de voorbereiding boekte Portugal geen spectaculaire resultaten, maar dat wil meestal niets zeggen. In zulke wedstrijden wordt veel uitgeprobeerd en worden spelers getest – die dan meer aan zichzelf en hun eigen selectie denken dan aan het resultaat. In officiële wedstrijden krijg je een heel andere context. Portugal is sterk, maar het speelt natuurlijk onder een niet te onderschatten druk. Pas als het goed met die stress omgaat, kan de steun van het publiek echt werken.”

door Daniel Devos

‘Pas als Portugal goed met de stress omgaat, wordt de steun van het publiek een troef.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content