OP BEDEVAART NAAR GOUD

© RONNY NEIRINCK

Knack Roeselare zit bij de laatste 12 van de Champions League. Maar 15 jaar geleden zorgden de West-Vlamingen pas echt voor Belgische volleybalgeschiedenis. Over een telefoontje naar Lubanski, een kaars bij de Zwarte Madonna, een uitmuntende Spanjaard en een vreemd dansende Portugees.

Champagne drinken uit een Europese beker, een alledaagse bezigheid is het zeker niet, maar één keer in ons leven hebben we het wel gedaan. Op 17 maart 2002 – waarschijnlijk is het al 18 maart – gaat in een klein maar sfeervol zaaltje in het Poolse bedevaartsoord Czestochowa de rijkelijk gevulde Top Teams Cup van hand tot hand. Knack Roeselare heeft enkele uren geleden geschiedenis geschreven door als eerste Belgische mannenvolleybalclub Europees goud te pakken, en dat wordt gevierd.

Tot voor dit historische weekend kenmerkt het seizoen van de West-Vlaamse volleybaltrots zich nochtans door een opeenvolging van ups en vooral downs. In eigen land steekt concurrent Noliko Maaseik er zowel in de competitie als in de beker bovenuit en tot overmaat van ramp kampt Roeselare met een grote blessurelast. Europees doet het team van coach Dominique Baeyens het wel goed en plaatst het zich voor de Final Four. Toegegeven, zonder Italiaanse, Griekse of Franse ploegen, is de Top Teams Cup de minst sterk bezette Europese bekercompetitie, maar het blijft een opmerkelijke prestatie.

OVERIJVERIGE DOUANEBEAMBTE

Op vrijdagochtend 15 maart landt het vliegtuig van Lot Polish Airlines met aan boord de Roeselaarse delegatie, vergezeld van een veertigtal trouwe supporters, in de licht besneeuwde Poolse hoofdstad Warschau. De grenscontrole zorgt voor een eerste onverwacht obstakel. De Zuid-Amerikanen Marcus Vinicius (niet speelgerechtigd maar wel van de partij) en Iván Contreras passeren probleemloos de douanepost, maar hoewel de Poolse ambassade in Brussel teammanager Filip Dekiere verzekerd had dat iedereen zonder visum het land binnen kon, geldt dat niet voor de Canadese middenman Steve Brinkman.

Voor Amerikanen – en voor Canadezen, want zij worden door de Poolse autoriteiten over dezelfde kam geschoren – wordt sinds enkele weken een uitzondering gemaakt. Knack Roeselare zonder Brinkman in de Final Four als gevolg van een overijverige douanebeambte? De onderhandelingen langs officiële weg, door middel van faxen van de ambassade en van de organiserende ploeg Galaxia Czestochowa AZS, brengen weinig soelaas. Omdat het tijdstip waarop Roeselare in de zaal kan trainen al een tijdje vastligt, besluit Baeyens na anderhalf uur wachten dat de bus richting Czestochowa mag vertrekken zonder Brinkman. Filip Dekiere blijft bij de onfortuinlijke Canadees, maar de oplossing komt uit onverwachte hoek.

Vijftien jaar na datum herinnert toenmalig clubvoorzitter Edwin Blauwblomme nog goed hoe hij destijds het visumprobleem met één telefoontje heeft opgelost. ‘Ik belde ex-Lokerenvoetballer Wlodek Lubanski op, een oude tennisvriend van me. In Polen was, en is, Lubanski een held. In de jaren 70 was hij dé toonaangevende spits van de nationale ploeg (tot op heden is hij trouwens nog altijd topschutter aller tijden voor Polen, nvdr). Hij nam contact op met de bevoegde instanties, waarna de zaak op vijf minuten uitgeklaard was.’

‘Ik zie de situatie op de luchthaven nog voor me’, blikt Dominique Baeyens terug. ‘Als coach ben je een controlefreak en wil je alles tot in de puntjes voorbereiden. Zo’n voorval stuurt die planning danig in de war. We hadden al wat ervaring opgebouwd en lieten ons dus niet zo gemakkelijk meer uit het lood slaan, maar nóg een speler kwijtraken konden we missen als kiespijn. Vinicius was Europees niet speelgerechtigd. Onze vaste libero Denis Van Calster, dé man die met zijn enthousiasme en door zijn communicatie het team vooruit kon jagen, was out voor de rest van het seizoen. Ook Marc Schalk was geblesseerd en kon niet aanvallen. Hij heeft ons wel uitstekend gedepanneerd als libero.’

VIJANDIGE SFEER

Zaterdag 16 maart is de dag van de halve finales. Aangezien die pas ’s avonds geprogrammeerd staan, kunnen de meegereisde fans overdag Czestochowa verkennen. Hoewel er in de grauwe industriestad op de linkeroever van de Warta weinig te beleven valt, is er toch één trekpleister die jaarlijks meer dan vijf miljoen bezoekers lokt: het schilderij van de Zwarte Madonna op de Jasna Gora (letterlijk: de lichtheuvel). Tientallen pelgrims kruipen ondanks de koude op hun blote knieën de trappen van de kloosterkerk op om het schilderij te aanbidden. Zover willen de Knacksupporters niet gaan, maar een kaars branden voor hun ploeg kan allicht geen kwaad.

De spelers werken ondertussen een laatste training af voor hun halve finale tegen de thuisploeg. Na afloop wordt de bus op 500 meter van het hotel plots om onduidelijke redenen tegengehouden door een politieagent. ‘We weten nu nog altijd niet waarom’, lacht Dominique Baeyens. ‘Toen kon ik er absoluut niet mee lachen. Omdat de controle van de papieren en andere zaken maar bleef duren, beslisten we uiteindelijk om te voet verder te gaan.’ De snijdende wind op hun bezwete lichamen doet de spelers geen deugd. Intimidatie door de Polen, net als het visumprobleem van Brinkman? Baeyens: ‘Je kan het wel denken of zelfs insinueren, maar tot op de dag van vandaag is daarover geen duidelijkheid.’

Geïntimideerd lijken de spelers ’s avonds allerminst, zelfs niet door de ruim 2000 uitzinnige Poolse fans die voor een massa decibels zorgen. Een luidruchtig awoertgeroep bij elke Roeselaarse baltoets brengt de West-Vlamingen niet uit evenwicht. ‘De sfeer was inderdaad vijandig’, weet Baeyens nog. ‘Op het randje van het toelaatbare zelfs, maar het heeft ons niet verhinderd om heel goed te volleyballen. Ik herinner me vooral dat onze Spaanse hoofdaanvaller Guillermo Falasca, die in die periode hoogtes en serieuze laagtes afwisselde,een superwedstrijd gespeeld heeft.’

Roeselare verslaat Czestochowa met 3-1 en bereikt de finale. ‘En dat was een stunt,’ zegt Baeyens, ‘want het Poolse volleybal stond ook toen al hoger gerangschikt dan het Belgische. Walter Engelen, kapitein van het team, beaamt. ‘Zeker in die heksenketel was de thuisploeg de favoriet. Dat we in het hol van de leeuw die halve finale konden winnen, gaf ons een geweldige boost.’

CHARMEOFFENSIEF

Dominique Baeyens en zijn assistent Bart Hungenaert doen de nacht voor de finale nauwelijks een oog dicht. Tot in de vroege uurtjes hebben ze de beelden van de andere halve finale tussen Espinho en Kharkiv bestudeerd en gemonteerd om de spelers te wijzen op de tactiek van de tegenstander in de wedstrijd om het goud.

‘Het oogt allemaal spectaculair wat Espinho doet, maar ook bijzonder ongestructureerd’, is hun oordeel. ‘De grootste troef van de Portugezen is misschien wel dat ze zeer veel ballen terugbrengen, wat soms ook frustrerend kan werken. Aanvallend komen ze minder sterk voor de dag. De Braziliaanse opposite Sandro haalt te weinig kracht uit zijn schouder. In principe mag hij tegen ons bij wijze van spreken geen enkele bal tegen de grond krijgen.’

Voor aanvang van de wedstrijd probeert Espinho het Poolse publiek nog in te palmen met een charmeoffensief. De spelers delen gul bloemen uit in de zaal. Baeyens kan het zich niet meer voor de geest halen. ‘Ik heb in elk geval geen bloem gekregen. (lacht) De wedstrijd staat wel nog in mijn geheugen gegrift, en dan vooral hun toch wel speciale spelverdeler. Zijn contact met de bal was telkens heel lang. Nu zou dat altijd afgefloten worden als een technische fout. In die finale werd dat getolereerd en dat bezorgde onze blokkeerders een lastige avond. Qua timing zaten ze vaak mis, maar al bij al hadden we de match behoorlijk onder controle.’

‘Met Czestochowa hadden we de lastigste klip omzeild’, bevestigt Walter Engelen. ‘Dat wisten we ook op voorhand: die halve finale was eigenlijk een vooruitgeschoven finale. Wie die wedstrijd zou winnen, maakte veel kans om het eremetaal in de wacht te slepen.’ Vier keer al haalde Roeselare de Final Four, met Baeyens en Engelen. De vijfde maal gaan ze met de beker naar huis.

Voor boegbeeld Walter Engelen is het een van de laatste wapenfeiten als professioneel volleyballer, een bekroning na dertien jaar Knack. ‘In België heb ik met Roeselare heel dikwijls in de finale van de play-offs gestaan, maar slechts één keer konden we Maaseik verslaan. Na die Europese triomf in Czestochowa hebben we dan ook een stevig feestje gebouwd.’

MEDIASTORM

‘Daarvoor zijn we op zondagmiddag op zoek gegaan naar een zaal’, vertelt Edwin Blauwblomme. ‘We dachten: als we een Europese beker winnen, kunnen we toch moeilijk in ons hotel op de kamer gaan zitten. We vonden een zaal, maar in een combinatie van Engels en Duits moesten we nog duidelijk maken dat de huur niet zou doorgaan bij verlies. Nu, we hebben die mensen gerustgesteld: ‘We komen wel vanavond, hoor, want we gáán winnen.’ (lacht)

Dominique Baeyens vond de aanwezigheid van de trainer van verliezend finalist Espinho opvallend. ‘En dan vooral dat hij niet weg te slaan was van de dansvloer. Tegen de ochtend stond hij daar nog helemaal alleen, en – laat het me zo zeggen – hij had zijn eigen, heel opmerkelijke dansstijl. Achteraf ben ik die man nog enkele keren tegengekomen in mijn functie als bondscoach. Hij is immers assistent van de nationale ploeg van Portugal geweest. Telkens heb ik hem geassocieerd met dat specifieke dansje in Polen.’ (lacht)

Op het moment zelf ervoer de coach de Top Teams Cup ‘als een soort tussendoortje, zo van: laat ons maar snel weer proberen de Champions League te halen, het echte werk. Maar achteraf heeft die zege een enorme weerklank gekregen. Je weet dat ik nogal gemakkelijk relativeer, maar de mediastorm die we over ons kregen, was toch groot. Bij onze terugkomst in Zaventem stonden zowel VRT als VTM ons op te wachten. Ik zie ons nog altijd toekomen met de knalrode jassen die we van de club gekregen hadden om de Poolse koude te trotseren.’ ‘Het waren vooral interviews met kleine oogjes’, weet Edwin Blauwblomme.

‘In mijn persoonlijke beleving was het zeker niet het hoogtepunt van mijn carrière’, aldus Baeyens. ‘Ik zit drie hoofdstukken ver in het boek dat ik aan het schrijven ben, maar over die Top Teams Cup heb ik nog met geen woord gerept.’ Misschien is hij al veel vergeten door het feestje achteraf? (lacht) ‘Ik kan moeilijk in de openbaarheid brengen dat alles vervaagd is door overmatig alcoholgebruik – trouwens, zo overmatig was het niet.’

Edwin Blauwblomme herinnert zich toch nog goed de met champagne gevulde beker. ‘Het was bovendien een grote, hé.’ (lacht) Financieel deed Roeselare geen profijt aan de overwinning, besluit de voorzitter. ‘Wel integendeel, die Europese campagne heeft ons veel geld gekost door de verre verplaatsingen naar onder meer Bosnië, Montenegro, Hongarije en Polen. Maar het was wel een prestatie voor de eeuwigheid. Roeselare werd ondertussen tien keer kampioen en pakte ook tien keer de nationale beker, maar die Top Teams Cup blijft iets unieks.’

DOOR ROEL VAN DEN BROECK – FOTO’S RONNY NEIRINCK

‘Op het moment zelf ervoer ik de Top Teams Cup als een tussendoortje, maar achteraf heeft die zege een enorme weerklank gekregen.’ – DOMINIQUE BAEYENS

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content