‘Op dit moment zou ik elk voorstel uit het mannenvoetbal weigeren’

© belgaimage

Bondscoach Ives Serneels en zijn Red Flames hebben komende zondag tegen Denemarken een afspraak met de geschiedenis. Gesprek met de man die voor het eerst de Belgische nationale vrouwenvoetbalploeg zal leiden op een groot toernooi.

Sommige trainers hebben een stressbal bij de hand, anderen komen tot rust op een golfterrein. Ives Serneels heeft een uitlaatklep gevonden bij zijn duiven. Wanneer de 44-jarige Vlaams-Brabander in zijn duivenhok staat, dwalen zijn gedachten zelden af naar de Red Flames die hij met zijn blote handen opbouwde. ‘Je mag het niet onderschatten: mijn job is meer dan alleen de Red Flames trainen’, zegt Serneels, die officieel Manager Vrouwenvoetbal is binnen de Belgische voetbalbond. ‘Per dag krijg ik verschillende soorten input te verwerken: een telefoongesprek met een speelster, een vergadering met de mensen van de marketing, een bespreking overleg over de budgetten en ga zo maar door. Mentaal is dat enorm belastend en daarom neem ik rustmomenten op in mijn planning. Bij mijn duiven kan ik even herbronnen. Maar ik kan evengoed tot rust komen door een half uurtje te gaan joggen voor het ontbijt of met mijn gezin rustig op restaurant te gaan eten.’

En wij die dachten dat er bij de Red Flames amper druk is. Na een slechte match op het EK zal de buitenwereld er niet van wakker liggen. Laat staan dat jij kritiek moet verwachten.

IVES SERNEELS: ‘Als het niet goed was, dan moet niemand afkomen met een positief artikel. Onlangs kreeg ik telefoon van een bevriende analist. Of ik het zag zitten dat hij de EK-matchen, die live op Eén uitgezonden zullen worden, zou analyseren. Natuurlijk heb ik daar geen enkel probleem mee. Op voorwaarde dat hij dat op een correcte manier doet zoals bij de mannen.’

Mannen die aan het hoofd staan van een vrouwenelftal hebben nog altijd de perceptie tegen. Ze doen het bij gebrek aan beter, zo wordt gezegd.

SERNEELS: (fronst de wenkbrauwen) ‘Wie zegt dat? De mensen die nu nog minderwaardig doen over het vrouwenvoetbal mogen gerust een dag meelopen met ons. Vijf jaar geleden speelden wij met de staf drie avonden op vijf met de kaarten. Tijdens de laatste stages hebben we nog geen enkele keer de kaarten moeten bovenhalen… Op 6 mei, de dag na de laatste speeldag in de competitie, zijn we met de voorbereiding op de stages begonnen. We hebben individuele gesprekken gevoerd met speelsters, we hebben hen getest, enzovoort. Met maar een doel: de ploeg individueel en collectief perfect klaarstomen voor het EK.’

Horizon verruimen

Je zei ooit dat het het trainerschap bij de Red Flames je droomjob niet was. Dat is intussen toch veranderd?

SERNEELS: ‘Rond mijn dertigste ben ik aan de UEFA Pro Licence begonnen met de bedoeling om op een dag in eerste klasse te trainen. Toen ik aan de cursus begon, was mijn eerste idee niet: ik ga nu eens een vrouwenploeg trainen. De evolutie die de nationale ploeg de laatste vijf jaar heeft doorgemaakt, heeft het beest in mij wakker gemaakt. Vijftien jaar geleden wist ik niet dat het in mij zat. Nu ben ik fier dat ik bondscoach kan zijn van de Red Flames.’

Maar het was geen liefde op het eerste gezicht?

SERNEELS: ‘Een vijftiental jaar geleden kreeg ik van de vrouwenploeg van Haacht, dat toen nog in eerste nationale zat, de vraag om trainer te worden. Ik heb toen nee gezegd. Daarna ben ik er per toeval ingerold. Als jeugdcoördinator bij Lierse had ik dagelijks te maken met enkele tienermeisjes die bij de jongens voetbalden en ik geraakte gecharmeerd door hun talent. Toen Lierse een trainer zocht voor een nieuw vrouwenteam heb ik meteen toegezegd. Ik was verbaasd over de inzet en de wilskracht van die meisjes en na enkele trainingen had ik de overtuiging om verder te doen. Na een half jaar kwam de vraag van de voetbalbond om de Rode Duivelinnen, zo heetten die toen nog, erbij te nemen.’

Toen jij in 2011 begon, stelde het toch weinig voor om bondscoach te zijn van de nationale vrouwenploeg.

SERNEELS: ‘De jobinhoud die de KBVB had uitgeschreven was toen al interessant hoor. Mee de jeugdwerking op poten zetten, budgetten in evenwicht houden, … ik voelde mij echt vereerd toen de voetbalbond mij contacteerde. Voor mij was dat de volgende stap in mijn ontwikkeling: ik had bij de mannen tweedeklasser Dessel getraind, ik was jeugdcoördinator geweest en nu zou ik als bondscoach mijn horizon kunnen verruimen. In mijn eerste kwalificatiecampagne moesten we het opnemen tegen Noorwegen, IJsland, Hongarije en Noord-Ierland. Ik dacht: leuk, dat soort wedstrijden zullen mij als trainer beter maken.’

Heb je in het begin bepaalde vooroordelen opzij moeten zetten?

SERNEELS: ‘Nee, want ik ben met een wit blad bij de vrouwen begonnen. De trainingsstof en de opbouw van mijn trainingen zijn trouwens dezelfde als in mijn periode bij de mannen van Dessel Sport of de U19 bij Lierse. Daar ga ik nooit van afwijken. De feedback die ik krijg sterkt mij ook in mijn overtuiging. Ik hoor vaak hetzelfde: ‘Het is niet omdat we vrouwen zijn dat je ons moet sparen.’In mijn benadering ben ik wel lichtjes veranderd. Ik heb in mijn carrière altijd trainers gehad die heel direct waren in hun communicatie en dat heeft dikwijls tot goede resultaten geleid. Die methode heb ik ook toegepast in een mannelijke kleedkamer, maar met de tijd ben ik beginnen in te zien dat ik in bepaalde situaties een andere toon moest hanteren. Mocht ik in de toekomst opnieuw een mannenteam trainen, dan zou ik op dezelfde basis voortwerken als nu. Uit gesprekken die ik gehad heb met Roberto Martínez en de coach van de Belgische U19 kan ik opmaken dat mijn aanpak veel slaagkansen zou hebben bij de mannen. Als coach is het de kunst om aan te voelen hoe je het maximale uit elk individu kan halen.’

Hoe mondig mogen de speelsters zijn op training?

SERNEELS: ‘Als het op een beleefde en constructieve manier gebeurt, kan ik veel hebben. De dag dat ik flauwekul verkoop, zullen de speelsters mij dat snel genoeg laten weten. Die meisjes houden mij ook scherp! Ik ben maar kunnen evolueren omdat de spelersgroep met mij meedenkt. Ik ben niet god de vader, ik heb het voetbal niet uitgevonden. Ik sta dus open voor elke opmerking. Mocht ik op een dag het veld opstappen met de gedachte dat niemand mij nog iets kan leren, dan stop ik er best mee. Omgekeerd zal ik nooit aanvaarden dat een speelster met het gevoel rondloopt dat ze ongenaakbaar is. Van zodra ik zo’n attitude waarneem, komt de bank voor zo iemand dichterbij.’

Je bent iemand die met veel passie coacht. Moet een speelster zich zorgen maken wanneer je van de bank komt?

SERNEELS: ‘Vroeger wel… Een mislukte actie was voor mij genoeg om kwaad op te springen. Nu zeg ik: goed gedaan en volgende keer komt er misschien wel een doelpunt uit voort. In mijn debriefing haalde ik in het verleden ook steeds het negatieve aan. Daarna keek ik eventueel wat goed was. Nu ga ik andersom te werk: ik leg het accent op het positieve en ik geef aan waar het werkpunt ligt. Die knop heb ik moeten omdraaien.’

Geen opportunist

De voorbije maanden is de media-aandacht voor de Red Flames ontploft. Waren ze klaar om in de schijnwerpers te staan?

SERNEELS: ‘Het viel mij op hoe volwassen ze omgaan met de media. Neem nu de docureeks over de Red Flames die op Eén liep. Door de beperkte zendtijd konden de makers niet iedereen in beeld brengen. Sommige meisjes hadden zich kunnen afvragen waarom er van hen geen portret werd gemaakt, maar dat was niet het geval. Ik heb in feite met veel bewondering hun interviews bekeken en gelezen. Ik weet veel over ‘mijn’ meisjes, maar soms kreeg ik toch kippenvel van hun verhalen. Ze hebben voetbaltalent en inhoudelijk hebben ze ook wat te vertellen.’

Nog een nieuw gegeven was dat Aline Zeler en co hun premies moesten gaan onderhandelen.

SERNEELS: ‘Nog voor we ons plaatsten voor het EK wist ik dat er iets moest gebeuren op het vlak van vergoedingen. Veel meisjes hebben een lening lopen of studeren nog en zonder een extra inspanning van de voetbalbond hadden ze zich niet vrij kunnen maken voor de stages. Bijgevolg had ik hen ook niet kunnen meenemen naar Nederland… Ik heb de meisjes dus gewaarschuwd: als het ooit tot onderhandelingen komt, moeten jullie voorbereid zijn. Over het eindresultaat is iedereen tevreden, denk ik.’

Voor jou was het een moeilijke evenwichtsoefening aangezien je als manager van het vrouwenvoetbal verantwoordelijk bent voor de Red Flames en moet waken over het bugdet.

SERNEELS: ‘Toen die premies ter sprake kwamen, zat ik maar met één vraag: hoe pak ik dat op deontologisch vlak het best aan? Als bondscoach moet ik sportieve keuzes maken. Ik kon het niet maken om met diezelfde meisjes aan tafel te zitten om over geldzaken te praten… Ik heb dus even tussenpersoon gespeeld en de wensen van de spelersraad doorgegeven aan de mensen boven mij. Daarna heb ik mij teruggetrokken uit de onderhandelingen. Op twee, drie samenkomsten was alles geregeld. Achteraf wilde ik gewoon weten wat er overeen was gekomen omdat ik dat de regeling budgettair moest gaan invullen.’

Budgettair is toch meer mogelijk dan pakweg twee jaar geleden?

SERNEELS: ‘Het budget van de Red Flames is inderdaad groter dan voorheen, maar we hebben dat geld zelf gegenereerd door resultaten te boeken. De voetbalbond heeft niet zomaar gezegd: we gaan de meisjes iets meer geven. Nee, de bond heeft van de UEFA centen ontvangen en die worden rechtstreeks gespendeerd aan de premies en stages van de ploeg. Betere resultaten betekent meer inkomsten. En toch moeten we creatief omspringen met de middelen die we krijgen. Als ik morgen een speelster live aan het werk wil zien, zal ik aan de directie moeten verantwoorden waarom. Maar dat soort buitenlandse scoutingopdrachten zijn een uizondering: ik kan perfect een Lorca Van De Putte bij Kristianstads of een Tessa Wullaert bij Wolfsburg aan het werk zie via een livestream.’

Een goed EK kan deuren voor jou openen bij de mannen. Of zit je daar niet meer op te wachten?

SERNEELS: ‘Mocht er nu een voorstel komen om een mannenploeg te trainen, dan zou ik dat weigeren. Weet je wat ik vooral mis? Elke week een wedstrijd hebben. Dankzij de stages, de oefenduels, het EK en de WK-kwalificatieduels die al in september beginnen, is dat gemis gelukkig niet zo groot op dit moment. Ik meen het dus uit de grond van mijn hart als ik zeg dat ik met niets anders bezig ben dan de Red Flames. Ik gebruik al mijn energie om de ploeg, in totaal zo’n veertig mensen als je de stafleden meetelt, optimaal voor te bereiden op het EK. Ik ben als bondscoach aan een project bezig en heb in mijn voetbalcarrière afdoende bewezen dat ik niet van de ene opportuniteit naar de andere spring.’

door alain eliasy – foto’s belgaimage

‘De dag dat ik flauwekul verkoop, zullen de speelsters mij dat snel genoeg laten weten. Die meisjes houden mij ook scherp!’ Ives Serneels

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content