De trainer van Standard heeft een grote invloed gehad op het uiterlijk en de ingesteldheid van de Rouches. Hoe is hij daarin geslaagd?

De duels tussen Club Brugge en Standard zijn legendarisch. Als Michel Preud’homme slaagt in zijn opdracht bij de Rouches zou ook hij wel eens een legendarische figuur kunnen worden in de Luikse geschiedenis. Welke dingen zijn je opgevallen na Club Brugge-Standard?

Michel Preud’homme: “Ik ben natuurlijk enorm blij met de overwinning in de topper, maar ik wil nog niet te euforisch worden. Het is nog te vroeg om te roepen dat we de titel gaan pakken. De reden van de overwinning lijkt me duidelijk. Brugge is zeer efficiënt op de counter en bij stilstaande fasen. Doordat we dat hadden verwacht, konden we die fasen neutraliseren. Tijdens de wedstrijd heeft Club het ons niet echt moeilijk gemaakt. In een wedstrijd van dit formaat is het altijd belangrijk om de score te openen, maar na de 0-2 van Jovanovic zijn we vergeten om het volledig af te maken. Brugge scoorde nog tegen, waardoor het de laatste minuten nog bang afwachten was. Ik heb Toama laten starten omdat hij er klaar voor was. Van Jovanovic was ik minder zeker, omdat hij de laatste week amper had getraind. Na de opwarming heb ik hem gevraagd of hij er klaar voor was, en hij zei dat dit soort matchen hem ligt. Ik ben blij dat ik me daar dus niet in heb vergist. Nu moeten we kijken of we een operatie voor Milan kunnen inpassen. Ik hou hem liever bij de kern, want we hebben nu iedereen nodig. Met Dieumerci Mbokani koos ik voor een aanvaller die weet hoe hij de bal moet bijhouden. We zijn aan de wedstrijd begonnen met de wil om te winnen, en Standard toonde zich goed georganiseerd.”

Heeft deze wedstrijd de punten laten zien waaraan je al sinds de voorbereiding werkt?

“Het is allemaal veel eenvoudiger als je als trainer van bij het begin van het seizoen bij een club betrokken bent. Je hebt dan tijd om de doelstellingen rustig aan te pakken en om de neuzen in dezelfde richting te krijgen op het vlak van spel en ambities. Ik ben vorig seizoen aangesteld als coach na een zwaar tegenvallende start van het seizoen. Ik moest de ploeg zo snel mogelijk weer op de rails krijgen om het seizoen alsnog te redden. Uiteindelijk zijn we ondanks die slechte start nog derde geëindigd en hebben we de finale van de beker van België gespeeld. We hebben wel geen enkele prijs gepakt, maar ik denk dat iedereen voor dit resultaat had getekend op het moment dat ik overnam van Jan Boskamp.”

Angst

In een jaar tijd lijkt Standard een nieuw tijdperk te zijn binnengestapt …

“Vorig seizoen stond de figuur van Sérgio Conceição centraal: hij was de grote leider en motivator. Ik heb niks aan te merken op de manier waarop hij vorig jaar speelde. Zowel Conceição als Milan Rapaic zijn fantastische voetballers. Ik herinner me zelfs een wedstrijd waar ze met zijn tweeën kwamen meeverdedigen. Het probleem was dat ik hen omwille van hun leeftijd soms moest sparen. Dit seizoen beschik ik echter over een jonge kern die honger heeft en wil werken voor successen. Het is dan ook het ideale moment om de manier van werken te veranderen. Daarenboven beschikken we ook nog altijd over de Académie Robert Louis-Dreyfus, waaruit veel jong talent komt.”

Is de speelstijl niet veel gevarieerder dan vorig seizoen?

“Standard mikt op een aanvallende speelstijl. Vorig seizoen kwamen de aanvallen vooral van rechts, de kant waar Conceição het liefst opereerde. Nu beschikken we over veel meer aanvallende opties. We moeten ervoor zorgen dat de mensen Standard niet meer associëren met lange ballen. Een lange bal is niet lelijker of slechter dan een korte pass, het komt er gewoon opaan de tegenstander pijn te doen. Standard houdt de bal nu langer in de ploeg. De voorbeelden zijn legio: kijk maar naar de wedstrijden tegen Club, Cercle en Genk. Standard boezemt weer angst in, misschien zelfs meer dan gelijk welke andere ploeg.”

Zelfs meer dan Club Brugge of Anderlecht?

“Ja. Als ploegen naar Sclessin komen, trekken ze een muur op. Roeselare speelde hier een hele wedstrijd met een dubbele rij verdedigers, en zelfs het anders zo offensieve Cercle zette Besnik Hasi nog achter de verdediging. Gent staat erom bekend dat ze altijd in een 4-3-3 spelen. Tegen Standard hebben ze hun opstelling gewijzigd zodat ze met drie centrale verdedigers speelden. In de beker speelde Cercle voortdurend de lange bal. Niemand die er nadien iets over zei. Die dag zat alles tegen en werd Standard ook geklopt door zichzelf. Pas op, in de beker is alles nog mogelijk. Ik heb mijn plan voor de terugmatch al klaar, zelfs als Onyewu geschorst is.”

Blessuregolf

Zei je in het begin van het seizoen niet dat Standard als een Ferrari zonder reservestukken was?

“Dat wil niet zeggen dat ik niet kan beschikken over goede invallers. Op het aanvallende vlak heb ik altijd een solide trio klaarstaan. Op het middenveld heb je Siramana Dembele en Marco Ingrao. Die laatste betaalt nu even de prijs voor een terugkeer op het hoogste niveau na twee middelmatige seizoenen, maar hij is een fantastische voetballer. Gregory Dufer kwam laat bij de ploeg, maar ontpopte zich snel tot titularis, en LandryMulemo werd geopereerd aan de lies. Ik heb wel een Ferrari, maar geen duizend wisselstukken.”

Zet dat een rem op de ambities?

“Ik heb altijd gezegd dat ik het maximum uit onze capaciteiten wil halen. Ik heb nooit gesproken over de titel, maar deze groep kan grote dingen realiseren. Het enige waar we voor moeten oppassen, is dat we niet te veel geblesseerden hebben op hetzelfde moment. Dat het gevaar steeds aanwezig is, blijkt ook nu: Milan Jovanovic is nog steeds niet de oude en we weten allemaal wat er aan de hand is met Steven Defour.”

Is Steven Defour nu net niet de enige persoon die Standard niet kan missen?

“Steven is onze leider op het veld. Hij legt zijn eigen stijl op aan de ploeg, maar hij blijft bescheiden. Zelfs de meest ervaren spelers hebben de stijl van Defour meteen geaccepteerd. Hij is kapitein, maar in feite heeft Standard er meerdere. De Camargo, Onyewu en Sarr leiden het team door de moeilijke periodes. De blessure van Defour vormt een probleem omdat er in België niet veel middenvelders zijn met zijn visie. Desondanks blijft ons doel hetzelfde: scoren en winnen. Andere ploegen zouden in zo’n geval antivoetbal beginnen te spelen, en dat stoort me.”

Er waren nog andere afwezigen …

“Ik heb Marouane Fellaini moeten missen, samen met nog een paar andere basisspelers. Defour is geblesseerd en Sarr zat op de Afrika Cup. Daardoor moesten sommige spelers op een ongewone positie spelen. Ze hebben zich echter perfect van hun taak gekweten, en zo konden we de blessuregolf goed opvangen. Onze verliesmatchen volgden meestal op de wedstrijden van de nationale ploeg. Onyewu kwam op een vrijdagmorgen terug uit de VS en de volgende dag moest hij al weer met ons meespelen.”

Het is een beetje de politiek van Standard: er is altijd een nauwe kern geweest. Is dat ook geen zegen voor de jonge spelers?

“Ze zijn heel snel rijp. Ik breek hen niet, maar ik spaar hen ook niet. We discussiëren ook veel, waardoor ze veel leren. Ze weten net als de meer ervaren spelers dat je moet afzien om je ambities te bereiken. Fellaini leert nog op elk vlak bij: positie, techniek, spelinzicht … Hij zorgt er ook voor dat de andere jongeren gemotiveerd blijven. Ze zien wat hij al heeft bereikt op die leeftijd en spiegelen zich daaraan. Ik denk niet dat ik het nog moet benadrukken, maar als Marouane zo blijft evolueren, is hij een speler voor de top. Ook Axel Witsel is een toptalent. We moeten zorgen dat hij nog explosiever wordt.”

We hebben ook al hete standjes gezien, zoals de ruzie tussen Fellaini en Jovanovic …

“Zulke dingen heb ik in mijn carrière al tientallen keren gezien. Op training ga je tot het uiterste en dan kan je de grens wel eens overschrijden. Als je niet zo ver kan gaan, dan kan je niet spelen zoals ik het wil.”

Waarom is Salim Toama weer op de bank gezet?

“Hij is meer dan een maand out geweest na een tik tegen zijn enkel tegen Lokeren. Zijn technische kwaliteiten springen in het oog, maar Dufer heeft indruk gemaakt tijdens zijn afwezigheid. Salim zal wel terugkeren, hij is geliefd bij iedereen. Hij moet zich in zijn eerste seizoen nog aanpassen aan het Belgische klimaat en leert onze tegenstanders nu pas kennen.”

Doelkwesties

Zorgde de zaak-Renard voor een eerste dieptepunt in de teamgeest?

“Ja, maar we hebben alles snel binnenskamers geregeld. Een aantal spelers liet ook weten dat de uitspraken van Renard niet passen binnen onze doelstellingen. Hij had zijn problemen aan de groep moeten voorleggen. Ik begreep zijn houding niet en daarom heb ik hem voor een week geschorst. Hij had zijn kansen gehad en het was hijzelf die het aanbod van KV Mechelen accepteerde. Ik denk dat Olivier dacht dat hij niet meer zou spelen.”

Staat Logan Bailly volgend seizoen in doel bij Standard?

“Ik hou me niet bezig met de transfers. Als ik blijf, geef ik op het einde van het seizoen mijn mening over het komende kampioenschap. Ik ben dus niet op de hoogte van eventuele interesse van Standard voor Bailly.”

Intussen zit je wel krap qua doelmannen …

“Ik had liever drie doelmannen gehouden. Espinoza doet het goed, maar hij heeft nog tijd nodig. Soms heb ik het gevoel dat niet iedereen achter hem staat. Renard was populair, maar Espinoza heeft niks verkeerd gedaan.”

Beantwoordt het spel van Standard aan wat je ervan verwacht?

“Als het doel, het maken van doelpunten, wordt bereikt, dan ben ik tevreden. De laatste weken hebben we wat problemen gehad op dat vlak, zonder dat het niveau echt daalde. Het was frustrerend om niet te krijgen wat we verdienden. Ook het geluk stond niet aan onze kant. We hebben vaak twee punten verloren nadat we de hele wedstrijd domineerden. Club Brugge heeft de laatste twee jaar veel geïnvesteerd en beschikt nu over enorm veel potentieel. Standard deed ook moeite om Jovanovic te houden en Toama te halen. Brugge haalde Sonck, Geraerts en Djokic en kan snel weer beschikken over Koen Daerden. Het lijkt wel de hoorn des overvloeds.”

Mathijssen voert graag een verbale oorlog …

“Ik ken Jacky en ik moet lachen om zijn psychologische oorlogvoering. Als het moment daar is, reageer ik erop. Na de heenmatch klaagde hij over het feit dat Jovanovic zich volgens hem liet vallen. Ik moest daarom lachen, want Sonck is zeker drie keer zo erg als Jovanovic. Ik zei toen dat Calimero nu in Brugge lijkt te wonen. Voor Club-Standard zei hij: ‘We hebben alleen een probleem als Defour speelt.’ Ik heb hem van antwoord gediend: ‘Defour speelt niet meer dan vijf minuten, exact de tijd die Brugge nodig heeft om hem zoals gewoonlijk van het terrein te schoppen.’ Als het moet kan ik nog veel harder zijn dan hij.”

Waarom veranderde je van tactiek tegen Sint-Petersburg? Heb je daar geen spijt van?

“Neen, absoluut niet. Het is mijn opdracht om onze tegenstanders te verrassen. Zenit had schrik voor onze kracht in de lucht, daarom dat ik Onyewu in de spits liet spelen. Ik wist dat Lukunku geen 90 minuten aankon en ik had hem nodig later in de wedstrijd. Het enige wat ik wou, was met 3-0 winnen. Bij 2-0 zou ik Onyewu wisselen voor Lukunku. Onyewu was de ideale man om oorlog te maken in het Russische strafschopgebied. Zonder zijn uitsluiting zou hij nog een tweede gescoord hebben, daar ben ik zeker van. Je mag niet vergeten dat we, toen we nog maar met tien waren, ook nog een doelpunt onterecht afgekeurd zagen. Dat was de druppel tegen zo’n sterk team. Naast de uitschakeling onthoud ik van deze wedstrijd vooral onze ingesteldheid.”

Is het aantal verloren matchen intussen niet te groot geworden?

“Die verloren wedstrijden doen er niet toe. Het enige wat ertoe doet, is dat we proberen om zo veel mogelijk wedstrijden te winnen. Die slechte reeks wordt hier ook nooit vermeld. Wie sprak er voor het seizoen over Standard? Niemand. Iedereen dacht dat het weer tussen Anderlecht en Club Brugge zou gaan. Standard heeft goed gewerkt, speelt het mooiste voetbal van alle ploegen in de Jupiler League en is gestegen in het klassement. Misschien zelfs een beetje te snel gestegen.”

Anderlecht

Anderlecht heeft je gepeild als toekomstig coach. Wat denk je daarvan ?

“Anderlecht? Ik weet van niks, maar ik lees de kranten. Er is maar één ding dat me interesseert en dat is mijn eigen seizoen. Dat heb ik ook gezegd toen men me zag als mogelijke opvolger van René Vandereycken bij de nationale ploeg. Ik ben nog niet bezig met volgend seizoen. Als je ergens goed werk levert, zijn er altijd andere aanbiedingen. Ik ben coach, en de rest zal de toekomst wel uitwijzen.”

Hier of bij Anderlecht?

“Dat weet ik niet en daar heb ik het ook met niemand over. Ik werk op Sclessin en het is de club die de strategie uitwerkt, niet ik. Toen ik deze job aannam was dat geen tijdelijke oplossing: ik wou weer vast werk als coach. Toen we de kwestie met Boskamp hadden, kwamen Luciano en Dominique D’Onofrio, Pierre François en ik samen om een vervanger te zoeken. Dominique zei op een bepaald moment : “Michel, jij bent de ideale man voor de job.” Nadat ik alles een dagje liet bezinken, ben ik akkoord gegaan, in de wetenschap dat alles voor me zou veranderen. Op een dag – ik weet niet wanneer – zal onze samenwerking eindigen. Luciano D’Onofrio denkt daar ook zo over. Het is een normaal hoofdstuk in het leven van een coach. Ik heb de laatste zes jaar heel hard gewerkt voor de club die me heeft gemaakt tot wat ik nu ben. Als ik Standard ooit verlaat, dan is dat met het gevoel dat ik alles heb gegeven om de club daarvoor te bedanken.” S

door pierre bilic

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content