Kimi Räikkönen blijft zich amuseren.

Over een paar weken maakt Kimi Räikkönen zijn debuut in de Truck Series, een van de Nascarkampioenschappen in de VS, die met een soort pick-ups wordt gereden. Nascar, in ver vervlogen dagen wel eens stock car racing genoemd, is razend populair in de States. Er wordt gereden met gesloten auto’s, soms met meer dan veertig deelnemers. Het is ook een kampioenschap met traditie: de roots van de discipline liggen in 1948, toen bootleggers hun auto’s sneller maakten door er zelf aan te sleutelen om zo uit handen van de politie te blijven, en op een mooie dag beslisten om maar eens tegen elkaar te gaan racen.

Natuurlijk gebeurt dat vandaag niet meer op de openbare weg, maar op zogenaamde ovale speedways die vooral in de jaren zestig werden gebouwd, toen de populariteit van Nascar exponentieel ging groeien. Hoewel Nascar bij ons niet zo bekend is, reikt de aantrekkingskracht van de discipline voorbij de Amerikaanse grenzen. Zo worden de races van het belangrijkste kampioenschap in meer dan honderd landen getoond, en is er met Toyota ook al een niet-Amerikaans merk van de partij.

Nogal wat waarnemers reageerden verbaasd op het bericht dat Räikkönen Nascar zou gaan rijden. Maar eigenlijk is het best verklaarbaar. Om te beginnen zal de Fin er wel stevig betaald worden. Nascar wil de internationale kaart immers blijven trekken, “en daarvoor hebben we absolute toprijders nodig”, zegt Nascarlegende Roger Penske niet als enige. Geld hebben ze zat in Nascar: toprijder Jeff Gordon schepte in zijn carrière al meer poen dan Michael Schumacher.

Natuurlijk zou de Fin ook poen kunnen pakken met een terugkeer naar de F1, maar dat interesseert hem niet. De wereldkampioen van 2007 was het hectische wereldje zat toen hij eind 2009 maar wat graag inging op het voorstel van Ferrari om hem voor het resterende contractjaar 2010 uit te betalen en plaats te maken voor Fernando Alonso. Voor zichzelf had Kimi al beslist om zich voortaan alleen nog te amuseren, dus stapte hij over naar het wereldkampioenschap rally, waar hij zijn ding nu doet met een Citroën. Ook zijn nieuwe zijsprongetje past in die filosofie: Räikkönen wil alleen nog leuke dingen doen.

Anderzijds is ook Nascar geen makkelijke discipline. Lang niet iedere F1-coureur die het probeerde, slaagde ook. In 2007 was er Jacques Villeneuve, later volgden ook Scott Speed en Narain Karthikeyan. Geen van hen kwam vooruit. Juan-Pablo Montoya slaagde wel toen hij vijf jaar geleden bij McLaren opzij werd geschoven en naar de States verhuisde: de Colombiaan is nu een ster in de Sprint Cup Series, het topkampioenschap. Ook ene Nelson Piquet junior, in de F1 vooral bekend voor zijn hoofdrol in Singaporegate, wist er een vaste stek af te dwingen.

De eerste tests van Räikkönen, die voor topteam Kyle Busch zal uitkomen, waren in ieder geval positief. Maar of dit verhaal zal uitmonden in een voltijdse overstap naar Nascar is voorlopig dus nog niet duidelijk.

DOOR JO BOSSUYT

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content