Bruno Govers

Tijdens de winterstop haalde FC Brussels zeven nieuwe krachten, Flavien Le Postollec (22) is er een van. Hij werd geboren in de Ivoriaanse hoofdstad Abidjan, maar verhuisde al snel met zijn vader naar de Provence. Daar doorliep hij de jeugdreeksen van US Vitrolles en nadien FC Martigues, voordat hij bij Rijsel terechtkwam. “Tot mijn zestien jaar zag ik het voetbal als ontspanning, ik speelde enkel voor het plezier. Pas toen ik Vitrolles verliet om bij Martigues te gaan spelen, begon ik aan een toekomstige profcarrière te denken.

“Toen ik in 2005 bij Rijsel aankwam, liepen daar enkel jongens vol ambitie rond die ook al veel meer bagage hadden dan ik. Wat normaal was, zij trainden dagelijks tweemaal, terwijl ik mij tot dan op een heel onregelmatige manier had gewijd aan het voetbal. Ik heb daar een heel andere werkwijze ontdekt, een die duidelijk strenger was dan die in het zuiden van Frankrijk. Ik had dus wel enkele maanden nodig om mij aan de intensiteit en het ritme aan te passen, want in het begin was ik altijd uitgeput na de trainingen. Het eerste seizoen bij Rijsel mocht ik enkel meedoen tegen FC Metz en nadien nog in de bekerfinale tegen Lorient. Natuurlijk behoort Rijsel wel tot de topclubs van Frankrijk en nemen ze ieder jaar deel aan de kwalificaties van de Champions League. Daarnaast was de concurrentie met spelers zoals Jean II Makoun, Mathieu Bodmer en Michel Bastos nogal hard. Ik kwam dus niet aan spelen toe en besloot onder die omstandigheden niet meer te blijven. Wel heb ik nog een huurovereenkomst bij Rijsel tot aan het einde van het volgende seizoen. Maar het belangrijkste voor mij is om nu wat wedstrijdritme op te bouwen en Brussels zo goed mogelijk te dienen.

“Ikzelf leg de doelstelling op een zevende plaats. Hier is het verschil tussen de top en de laatste in de eerste klasse beduidend klein, zeker wanneer die kleinere ploegen thuis spelen. Het niveau van Brussels is te vergelijken met dat van de tweedeklassers Bastia en Gueugnon in Frankrijk. Maar dat wil niet zeggen dat het hier makkelijker is dan in Frankrijk, hier vind je ook goede voetballers, denk maar aan Sérgio Conceição, Mémé Tchité of Bosko Balaban. Trainer Albert Cartier waarschuwde mij al in het begin van het seizoen. Hier is het de eerste helft een waar slagveld, en in de tweede helft, wanneer het lichaam en de hersenen al vermoeid zijn, moeten we het verschil kunnen maken. En dat was ook wat we deden in onze eerste wedstrijden na de winterstop tegen Bergen en Zulte Waregem. Het is wel spijtig dat ik daar net twee gele kaarten achter mijn naam kreeg. In eerste instantie begreep ik het niet, maar na het bekijken van de herhalingen kan ik mij vinden in de beslissingen van de scheidsrechters. Maar op dit moment trek ik mij daar niets van aan, ik ben al blij met mijn basisplaats in de terugronde.”

Bruno govers

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content