In zijn laatste nieuwsbrief, Uefa flash, heeft de Europese voetbalbond bekend gemaakt dat de inkomsten van de Champions League het afgelopen seizoen nog zijn toegenomen en nu het astronomische bedrag van 26,5 miljard frank hebben bereikt. De 32 clubs die aan de eindfase van het kampioenenbal deelnamen, mochten daarvan uiteraard het leeuwendeel opslorpen. Winnaar Bayern München ging met 1,85 miljard aan de haal en de minst succesvolle club van het toernooi, Dynamo Kyiv, raapte toch nog 170 miljoen op. Anderlecht verdiende 380 miljoen.

In totaal deelde de Uefa aan de deelnemende clubs zowat 19,5 miljard frank uit. De resterende kruimels werden verdeeld onder de 51 nationale bonden waarvan clubs met of zonder succes aan de Europese competities deelnamen. Dat bedrag schommelt tussen de 80 miljoen, voor De Duitse bond, en 330 miljoen, voor de Deense. Bij al deze cijfers wordt je een beetje duizelig. Onbegrijpelijk ook dat er dan nog clubs met miljarden schulden opgezadeld zitten. Real Madrid, bijvoorbeeld, met zes miljard schuld. Wat de Koninklijke evenwel niet belet om ’s werelds beste voetballer van het moment, Zinedine Zidane, bij Juventus weg te kopen voor 3 miljard frank : de helft van de totale schuldenlast. De verliezende halve finalist van de Champions League betaalde voor Zidane maar liefst drie keer zoveel als haar inkomen van de Europacup, dat iets meer dan één miljard bedroeg.

In het commentaarstuk dat hij bij al deze gegevens levert, schrijft Uefa directeur-generaal Gerhard Aigner dat de cijfers een duidelijk bewijs vormen van de enorme dimensie die de grote sportcompetities hebben genomen, maar dat ze ook grote verantwoordelijkheden inhouden voor de clubs. Niet alleen wat de organisatie betreft, maar ook aangaande het beheeer van de verenigingen. De grote sportcompetities valt momenteel een buitengewone mediatisering te beurt door de steeds maar opgedreven aandacht van radio, televisie, schrijvende pers en nu ook internetsites. Daarbij wordt soms vergeten dat – terwijl de speelvelden constant in het helle licht van de belangstelling staan – de administratieve, commerciële en financiële aspecten van de gebeurtenissen vaak in een duistere mist gehuld blijven.

Van de clubbestuurders moet een moderne aanpak van het beleid worden gëeist, zegt Aigner nog, waarbij een grote transparantie aan de orde is. Eigen aan de democratische structuren, waar wie de leiding waarneemt slechts de vertegenwoordiger is van zij die hem hebben verkozen en aan wie hij ter verantwoording kan worden geroepen. Alleen op die manier kan de nodige solidariteitsgeest ontstaan, zonder dewelke er geen persoonlijk engagement mogelijk is. In dit opzicht zijn de sportentiteiten niet verschillend van andere moderne ondernemingen, waarbij eveneens klaarheid en een goed ondernemingsbeheer aangewezen is.

Het is in dezelfde geest van openheid en transparantie dat de Uefa gereageerd heeft op een vraag van Mario Monti. De Europese Commissaris vroeg uitleg over de exclusieve verkoop van de tv-rechten van de Uefa Champions League aan bepaalde zenders voor een aantal jaar. Binnen de drie maanden, zoals de regels van de EU het voorschrijven, zal de Uefa daarop een antwoord indienen. De Europese voetbalbond verheugt zich er alvast op dat de Europese commissie ten volle het specifieke karakter van de sport, en meer bepaald het voetbal, erkent.

door Mick Michels

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content