Een gemiddelde van één gelijkspel op twee wedstrijden : op basis van de resultaten maakte Germinal Beerschot in zijn derde levensjaar een vrij onopvallend seizoen, zonder uitschieters. Het streed nooit mee voor een prijs, kwam evenmin in de problemen en kon niet echt stunten. Het moet zich tevreden stellen met een hoge thuiszege (8-2 op de openingsspeeldag tegen La Louvière), een gelijkspel tegen Anderlecht en een spectaculaire bekerzege tegen AA Gent. Dat laatste kreeg een roemloze uitschakeling thuis tegen STVV als vervolg. Al bij al bleek GBA een team dat zijn eigen kwaliteiten en gebreken vooraf goed inschatte. Als één van de weinige teams in eerste klasse haalde het moeiteloos het vooraf gestelde doel : plaats zeven, acht of negen.

Net als de vorige jaren behield GBA een flinke thuisreputatie en had het moeite om buitenshuis te winnen. Waren de resultaten niet altijd verrassend, het aangeboden spel mocht best gezien worden. Het combinerend vermogen in het elftal ligt vrij hoog, moét ook hoog liggen, want door het gebrek aan gestalte en fysieke kracht moet GBA de tegenstander wel verrassen met voetbalintellect. Daarom bleef trainer Franky Van der Elst de nadruk leggen op aanvallende accenten. GBA voetbalde altijd en overal vooruit, omdat het niet over de spelers beschikt die een wedstrijd kunnen bevriezen en controleren.

Veel heeft ook met leeftijd te maken. In drie jaar daalde de gemiddelde leeftijd van het elftal van bijna dertig naar tweeëntwintig jaar. Opmerkelijk is dat de noodgedwongen vervanging van een pak ervaring ( Smidts, Severeyns, Karagiannis, Lendvai, Herreman) door piepjong onervaren talent niet gepaard ging met mindere prestaties. Op Andreï Demkine na kregen alle youngsters de laatste twee jaar een meerwaarde op het Kiel. Dat gold, na eerder Wesley Sonck, vorig jaar ook voor Dagano en doelman Luciano, en het was dit jaar nog meer uitgesproken. Een jaar geleden was Paul Kpaka een beloftevolle tweedeklasser, net als linksachter Monteyne. Was Tim Reigel een jonge openbaring bij Aalst die om bevestiging vroeg. Was Bodor een beloftevolle verdediger, net als Jelle Van Damme, nu kandidaat-kernspeler bij Ajax. Was Kristof Snelders een aankomend aanvallend talent. Nog maar eens is gebleken dat een gebrek aan geld en investeringsmogelijkheden op de transfermarkt, niet altijd een nadeel hoeft te zijn.

Daarom ook maakt Franky Van der Elst zich niet al te veel zorgen over volgend seizoen. Ook al moet hij dan een oplossing vinden voor het grootste probleem waarmee hij zich in drie jaar geconfronteerd ziet : de vervanging van Marc Degryse, rond wie de ploeg drie jaar lang gebouwd werd. Dat deed de verdedigend ingestelde spelers wel eens vloeken als GBA onder druk kwam te staan, maar qua aanvoer en ideeën bleef het aandeel van Degryse (11 assists, 7 doelpunten) tot de laatste dag erg groot. Niemand die zo goed in één tijd tegelijk een situatie kon beoordelen én beïnvloeden. Bij balbezit toonde Degryse zich een troef die veel andere ploegen ontberen.

Nu wordt op zijn positie als tweede spits de jonge Kristof Snelders verwacht. Die manifesteerde zich vroeger dan verwacht als titularis, maar werd door de omstandigheden verplicht uit te wijken naar de rechterflank, een positie waar zijn grootste kwaliteit niet echt tot zijn recht komt : dreigen in de zestien meter.

door Geert Foutré, ,

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content