Slapend kapitaal. Dat is Steven Defour voor Standard. Maar dat kapitaal leek langzaam te verdampen, om verschillende redenen. De weg terug is hard, merkt de Luikse aanvoerder.

S teven Defour (22) blijft op de sukkel, het was vrijdag wachten tot de opwarming om te zien of hij op KV Mechelen zou kunnen spelen. Toen hij van de bus stapte, leek het er slecht uit te zien, Defour had niks bij. Schoenen aan iemand anders meegegeven, klonk het. Maar hij zou geen risico nemen. Uiteindelijk lukte het toch en maakte Defour zelfs de negentig minuten vol.

Uitgerekend tegen datzelfde Mechelen, zijn ex-ploeg, begon een goed jaar geleden zijn lijdensweg. Op 12 september 2009 ontving Standard Malinwa op Sclessin. Al in de tweede minuut bleef Defour na een duel met Koen Persoons liggen. Een open breuk aan het middenvoetsbeentje. Pas in januari 2010 kon hij zijn wederoptreden maken, met in minder dan een maand zo’n groot aantal (zeven) wedstrijden dat Standard de KBVB vroeg om hem uit de selectie te halen voor de vriendschappelijke interland tegen Kroatië.

Dat was februari. Zeven maanden later is Defour nog steeds op de sukkel. Fysiek, mentaal, sportief. Zijn manager Paul Stefani houdt nog de schijn op, stellend dat zijn speler zich steeds beter voelt, maar ze zagen het in Brussel direct in de aanloop naar de twee interlands die de Rode Duivels onlangs speelden: Steven Defour is nog verre van honderd procent. Even overwoog men in Turkije om hem op te stellen in plaats van Eden Hazard, maar Defour twijfelde zelf of een rol op de flank hem in de gegeven omstandigheden wel lag. Dus werd het Guillaume Gillet. Tot overmaat van ramp kreeg Defour een paar dagen later weer een tik op de voet, tegen Cercle. De hele aanloop naar de wedstrijd tegen Mechelen trainde hij daarom amper.

Geen excuus

Kortom, het gaat met hoogtes en laagtes. Dat gaf Defour onlangs zelf tijdens een schaars persmoment toe. “Maar ik ben langzaam op de terugweg. Vorig seizoen heb ik de fout gemaakt door niet naar mijn lichaam te luisteren. Ik heb in de voorbereiding hard gewerkt. De conditie is er, maar het slechte gevoel in de voet is gebleven. Ik loop wat anders nu, steun meer op mijn linkervoet en daardoor doet het linkerbeen pijn.”

Ook dat hebben ze geconstateerd in Brussel. Zo erg zelfs viel het op dat je kon horen dat Defour er beter aan deed om een paar weken te stoppen en zijn revalidatie in alle rust verder te zetten.

Kan spelen kwaad? Verergert daarmee de blessure? Lieven Maesschalck nuanceert: “De blessure is op zich perfect genezen, maar de pijn is een feit. Steven klaagt, hij heeft last van shin splints, pijn aan de binnenklant van het scheenbeen en de voetzool. Bij zo’n breuk doen zich veel secundaire factoren voor omdat je op een andere manier gaat lopen. Je krijgt een andere voetafrol, niet vergeten, het was een heel gecompliceerde breuk waarbij heel wat kunst- en vliegwerk kwam kijken. Maar ik heb geen twijfels over zijn herstel, het komt honderd procent goed.”

Maar kun je de tijd nemen om te luisteren naar je lichaam op een moment dat Standard voor een oktobermaand staat met wedstrijden tegen Anderlecht, Genk, Gent en Club Brugge? Vier à vijf weken rust zouden Defour goed doen. Stefani: “Steven beslist daar zelf over, het zal niet de club zijn die hem verplicht tot spelen. Als het echt niet gaat, haakt hij wel af.”

Maesschalck: “Blijven voetballen met deze pijn kan geen kwaad. Ik zeg dus niet dat hij nu absoluut moet stoppen. Dat is de afweging die je moet maken tussen wat de club wil of nodig heeft en wat je als speler wilt. In optimale omstandigheden zou ik zeggen: stoppen, doe je oefeningen en kom daarna terug. Maar het gaat om topsport en presteren, en als er dan geen gevaar is, kun je opteren voor een combinatie. Ik heb hem oefeningen aangereikt. Als hij die nauwgezet uitvoert en combineert met de wedstrijden komt alles in orde.”

Defour, wiens trainingen niet te volgen zijn door een buitenstaander omdat Standard nagenoeg altijd achter gesloten deuren oefent, wil alleszins niet met inspuitingen spelen. “Maar”, zegt hij, “een excuus voor minder presteren mag het niet zijn, want als ik speel, dan is het dat ik er klaar voor ben.”

Toch gaat het minder. Wat wil je, ze lanceerden onlangs een debat op de RTBf: ‘Defour staat veel te zwaar’. Dat debat werd op allerhande supportersfora gretig overgenomen. Guy Namurois, de fysiektrainer van Standard, weerlegt die commentaar met klem, cijfers in de hand. “De diëtist van de club heeft voor Steven een gewicht bepaald en dat gewicht bereikt hij.” Defour onlangs tegenover de media: “Ik weeg 68,8 kilo en heb een vetpercentage van 9 procent.”

Namurois: “Als hij wat zwaarder is dan bij zijn aankomst in Luik, dan komt dat door de spiertoename. Tijdens zijn blessure heeft hij veel gewerkt met de handbike, om in vorm te blijven en om na zijn schouderletsel het bovenlichaam te verstevigen.”

Levenswijze

Als het niet fysiek is, waarom draait Defour dan minder? “Ik denk dat hij op mentaal vlak moeilijkheden heeft”, aldus Namurois. “Daar knijpt het schoentje. Defour gaat al twee seizoenen van slecht moment naar slecht moment, terwijl hij zich à fond geeft om terug te komen. Op een bepaald ogenblik gaat zich dat wreken.”

Stefani noemt zijn poulain een ongeduldige jongen. Defour: “Toen ze me zegden dat ik genezen was, terwijl ik nog pijn voelde, dacht ik: verdorie, het kan niet dat ik zo de rest van mijn carrière moet afwerken. Dat snapte ik niet.” En dus ging hij zich even wat minder verzorgen. “Ik werd aangetrokken door andere dingen dan het voetbal.” Luciano D’Onofrio, goed op de hoogte van het leven in de feestcarré van Luik, tikte er Defour al voor op de vingers.

Want voor hem is Defour slapend kapitaal. Net als Axel Witsel: met Milan Jovanovic zijn zij de recentste drie Gouden Schoenen. Eentje is al weg, gratis want einde contract. De andere twee liggen vast, maar draaien niet goed. En valt het bij Witsel minder op – omdat de Luikenaar heel wat kilometers aflegt en daardoor minder presteren compenseert – dan krijgt Defour meer kritiek. Omdat hij het zichzelf te makkelijk maakt in een rol vlak voor de verdediging, is de kritiek. Anderzijds: als Standard met lange ballen werkt, is het moeilijk als middenvelder om bij te sluiten indien de spitsen geen bal bijhouden. Maar de kapitein plooit zich naar de noden van de club. Defour: “En dus moeten mensen me beoordelen op de rol die ik nu vervul!”

door stéphane vande velde & peter t’kint

Blijven voetballen met deze pijn kan geen kwaad. Lieven Maesschalck

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content