Club Brugge won tegen Standard de beker van België. ‘Dit is positief, maar het verandert op zich niets : Club moet vooral de hiërarchie in de competitie weer herstellen, of dat nu met Europees voetbal is of niet.’ De belangrijkste stappen zette het dus vóór de finale al.

En of Club Brugge weer een familie was ! Schoorvoetend begaven Cedomir Janevski’s twee zonen zich na de finale op de atletiekpiste van het Koning Boudewijnstadion, waar ze innig werden omhelsd door hun vader. De trainer van Club Brugge deed het opvallend rustig, zoals hij ook had gereageerd na het laatste fluitsignaal : geen molenwiekende vreugdesprongen of gekke gebaren, maar een bescheiden knuffel met zijn assistenten en de andere Clubgezanten.

Terugwandelend naar de dug-out veegde hij een paar tranen uit zijn ogen. De familieman, die als assistent bij Olympiakos via de webcam een oogje hield op zijn huiswerk makende kinderen, dacht in die momenten ongetwijfeld ook nog even aan zijn moeder. Twee jaar is het door zijn omzwervingen geleden dat hij haar in zijn vaderland te zien kreeg, had hij eerder verklaard.

Weg was, ook tijdens de wedstrijd, alle drukte die Cedomir Janevski de voorbije weken heeft gekenmerkt. Een trainer zelfverzekerd met de handen op de rug kijkend naar zijn ploeg en na de wedstrijd met de handen in de zakken genietend van de vreugde : zijn eigen stijlvolle revanche op de twijfels die hem dit seizoen voor de voeten waren geschoven.

Voorheen nog had hij, ofschoon Clubs zesde plaats en eenenvijftig punten dat hadden kunnen rechtvaardigen, geweigerd de rol van underdog te spelen. Vijftig-vijftig lagen de kansen, gaf Janevski de dag voordien aan. “We zouden ook kunnen gaan om te picknicken, maar wij willen winnen, dus ik ga geen druk bij Standard leggen. Want ik zie dat de groep op training anders reageert, met meer vertrouwen. De wil zal het resultaat bepalen.”

Het typeerde de strijdvaardigheid die de Macedoniër dit seizoen in de ploeg heeft willen pompen en naar dat beeld voetbalde de ploeg ook in de bekerfinale. Club smoorde elke hoop van Standard door snel druk te zetten op de man in balbezit en de tegenstander, zeker in de eerste helft, hoog op te vangen.

“Voor zo’n voetbal wil ik straks tekenen”, zegt sportmanager Luc Devroe. “Dat is altijd het spel geweest van Club. Engagement, karakter, kansen, … Bosko(Balaban, nvdr) ging na dertig seconden Deflandre tackelen, terwijl wie donderdag de training zag, weet hoe de spelers toen vloekten op hem. Als hij zo vroeg in de wedstrijd tackelt, dan weet je als ploeg : hij heeft er zin in. Als dat nu nog eens vijfentwintig op de vierendertig competitiewedstrijden het geval zou zijn, …”

Nu de ploeg Europees voetbal speelt, zal hij een transfer minder genegen zijn en dreigt Club Brugge volgend seizoen met hetzelfde probleem geconfronteerd te worden : een Balaban die zijn wedstrijden uitkiest, zijn doelpunten maakt, maar daartoe de ploeg dwingt voor hem te werken. Luc Devroe maakt er geen probleem van als Balaban zou blijven. “Hij heeft nog een contract van een jaar. Dus misschien als hij straks beter omringd is, als het in het hoofd fris zit … In principe moet je als ploeg vierendertig keer kunnen pieken, maar blijkbaar was dat het probleem.”

Iets veranderd

Zeggen dat Jacky Mathijssen zijn eerste prijs op zak heeft, zou Janevski onrecht aandoen – zijn drang om te winnen heeft de groep vooruit gestuwd – maar dat de aangekondigde komst van de voormalig Charleroi-trainer ook een invloed heeft gehad, is ook duidelijk.

Met zoveel woorden zegt sportmanager Luc Devroe het niet. Hij houdt het op een beleefde “misschien”, maar kan verder ook niet om de vaststelling heen dat er de laatste weken iets is veranderd bij Brugge. “De laatste vijf, zes weken, na de bekendmaking dat Jacky Mathijssen trainer wordt, zag je ons spelpeil weer naar boven gaan. Maar of het ene met het andere verband houdt, dat weet je niet. Daarvoor zou je moeten de laatste weken herspelen zonder die bekendmaking. Valgaeren heeft zijn meeste wedstrijden gespeeld in de laatste vijf weken, Leko, Englebert, Stijnen hebben op het veld gereageerd. Hen zag je weer rustiger hun wedstrijden spelen, zonder al de rest. Want ze hebben ze voordien afgemaakt. Daarom konden we nu wat voorheen niet kon : de jongens zijn weer tot rust gekomen. Het blijven mensen, hé. En dan zie je dat we dus én tegen Gent én tegen Standard de nul kunnen houden. Ook dit kan dus.”

Toch is er versterking nodig. AntoninAlcaraz, de rechtsvoetige centrale verdediger van Beira Mar moet vanuit zijn Portugese achtergrond de achterlijn meer technisch vermogen bezorgen, Jeroen Simaeys moet leiding in het middenveld brengen, maar een alternatief voor Michael Klukowski als linksachter moest zeker nog worden gevonden, net als een aanvaller. Deze week werd daar werk van gemaakt. “In de bekerfinale zag je weinig problemen waar het op kracht aankwam, maar ik denk dat we dat toch nog iets meer nodig hebben. Er heeft geen enkele speler gezegd dat hij niet wou komen als we geen Europees speelden, noch de twee die al getekend hebben, noch de andere spelers met wie we bezig zijn, maar voor je traditie als club, je historie en coëfficiënt is het natuurlijk geen slechte zaak.”

Budget

Budgettair maakt de beker weinig verschil : Club maakt altijd een begroting zonder Europees voetbal. “Het budget wordt steeds opgemaakt in functie van de competitie”, zegt Filips D’Hondt. “De exploitatie in de competitie is dus de basis. Exploitatie van de beker van België, Europees voetbal en aan- en verkoop van spelers is extra budgettair en maakt dus telkens voorwerp uit van een aparte berekening. Het is evident dat het spelen van de Supercup en de UEFA Cup een extrabudgettaire meerinkomst betekent in het seizoen 2007/2008. Als die gerealiseerd worden, biedt dat in feite mogelijkheden naar het daaropvolgende seizoen.”

Maar, zegt Luc Devroe, “nu we de beker gewonnen hebben, is dat een extra troef om de boer op te gaan, maar we moeten wel nog altijd gewoon zorgen dat we volgend jaar vooral de hiërarchie in de Belgische competitie herstellen en de poules halen. Die beker is positief, maar verandert op zich niets : we moeten nog altijd maken dat we niet in dezelfde problemen als vorig jaar terechtkomen, of dat nu met of zonder Europees voetbal is.”

Tsjechië, Kroatië, Slovenië, Bulgarije, Portugal, allemaal heeft hij er de competities van gescout. Drie concrete pistes onderzocht Luc Devroe de voorbije dagen verder, waaronder een speler van een ploeg die Champions League speelt en op het punt stond weer kampioen te worden. “Dus Club doet het in het buitenland wat uitstraling betreft nog uitstekend, maar als over vier of vijf jaar clubs als Brugge en Anderlecht geen nieuw stadion hebben, dan zullen al die spelers naar Hongarije, Polen, Oekraïne, Portugal, Zwitserland of Oostenrijk gaan. Ik ben in veel landen geweest en op het vlak van de accommodaties voor de jeugd hebben wij in België tien jaar achterstand en als er niks gebeurt, zullen we voor de rest over drie jaar ook tien jaar achterstand kennen. Daarin ben je een stuk afhankelijk van de politiek, want het zal niet van de tv-rechten alleen komen. Als je het stadion van Sparta Praag ziet, dan zijn wij hopeloos achter. Op Neerpede is de klok stil blijven staan sinds ik daar met de invallers gespeeld heb. Daar kan de club niks aan doen en dat de overheid niet moet investeren in een stadion, oké, maar in de jeugd, dat is iets anders. Accommodatie en infrastructuur is de toekomst van het Belgisch voetbal. De vroegere ‘ ontwikkelingslanden’ zijn ons aan het inhalen : Beira Mar zakt naar de tweede klasse in Portugal, maar hun stadion biedt vijfentwintig keer meer comfort dan om het even welk stadion in België.”

Wij zijn pro

Vorige week donderdag werd aan de pers het Project Nieuw Stadion voorgesteld en zaterdag, voor de bekerfinale, gaf het Brugse bestuur met enkele politici en de hoofdsponsor van de club present in het kasteel van Beveren, waar zich de bureaus van Uplace, het bureau dat het Project Nieuw Stadion begeleidt, zijn gevestigd. Eind juni, begin juli zal het milieu-effectenrapport (MER), de eerste stap in de vergunningsprocedure voor een nieuw stadion in Loppem, worden ingediend.

In 1992 stond de beste Belgische club, Anderlecht, nog vijfde op de UEFA-ranglijst (Club Brugge veertiende) en was België de beste van de kleinere landen. Nu staat Club Brugge als best geklasseerde Belgische club achtenveertigste. Landen vergelijkbaar met België maar met betere stadions, presteren ook beter door meer inkomsten, want voor clubs uit kleinere landen, met een beperkter tv- en sponsorbereik, blijkt het matchdaginkomen de meest cruciale hefboom om het budget op te krikken. Goed presterende teams uit kleinere landen hebben een grotere en comfortabelere infrastructuur dan Club Brugge : haalt Club (48ste) drie sterren voor toeschouwerscomfort, pakweg Glasgow Rangers (44ste) en Lissabon (37ste) halen er vijf én ruwweg het dubbele aantal toeschouwers. Bovendien zijn de meerderheid van de vergelijkbare clubs die beter doen, bezig om hun faciliteiten nog verder te verbeteren en uit te breiden.

Het stadion, dat in 2011 gebruiksklaar moet zijn, moet 40 miljoen euro kosten en 40.000 overdekte plaatsen tellen, met een parkeerruimte voor 9.000 auto’s die 33,9 miljoen euro zal kosten én dubbel wordt gebruikt, want er komt ook een winkelcentrum. Daardoor moet de financiering van het stadion kunnen gebeuren zonder de overheid of Club Brugge te belasten. In totaal gaat het om een investering van 79,7 miljoen euro die 1.200 extra jobs moet creëren.

En Cercle Brugge ? Misschien, luidt het bij Club voorzichtig, kan Cercle denken aan een eigen nieuw stadion op hun maat, mede gefinancierd door het woongebied dat van het Jan Breydel kan worden gemaakt. Al zullen ze voor bepaalde wedstrijden welkom blijven in het nieuwe Clubstadion.

Het meest opvallende spandoek tijdens de bekerfinale was niet toevallig het Wij zijn pro van een groep supporters, die zich achter het nieuwe stadionproject hebben geschaard. Of het de beker won of niet, de weg naar het herstel was het eerder al ingeslagen, maar een opsteker was het wel : Club Brugge kan weer positief denken.

Door Raoul De Groote