OVER FINNEN EN WINNEN

© BELGAIMAGE

Sebastian Vettel en Lewis Hamilton strijden om de wereldtitel, maar de Britse drievoudige wereldkampioen heeft binnen zijn team óók een concurrent: Valtteri Bottas (27), een Fin die net als Keke Rosberg, Mika Häkkinen en Kimi Räikkönen droomt van het allerhoogste.

Open en eerlijk, ontspannen, bij momenten zelfs grappig en gevat. Zo vond ook Ted Kravitz, de journalist van Sky Sports, die begin dit jaar met een cameraploeg twee dagen op bezoek mocht bij Valtteri Bottas. Ze liepen samen rond in Nastola, zijn geboortedorp in het zuiden van Finland. De meren waren bedekt met ijs, de straten ondergesneeuwd. ‘Niemand is onder de indruk van het stadje,’ bekende Bottas, ‘maar voor mij blijft Nastola heel speciaal.’

Het was zijn kleine koninkrijkje, waar dromen werden gevoed en gerealiseerd. Het stadje waar hij altijd naar terugkeert om tot rust te komen, ver weg van Monaco – zijn woonplaats – en de hectiek van het formule 1-circus. Hier, zo klonk het, had hij nog altijd het gevoel dat hij leefde en niet wérd geleefd. ’s Avonds dook hij met enkele vrienden en de ploeg van Sky Sports de sauna in, op de achtergrond knalde Can’t Stop The Feeling van Justin Timberlake door de boxen. De vingertjes schoten in alle richtingen, de heupen wiegden ritmisch mee.

Nothing I can see but you when you dance, dance, dance

A feeling good, good, creeping up on you

So just dance, dance, dance, come on

All those things I shouldn’t do

But you dance, dance, dance

‘En nu gaan we naar mijn zwembad in de tuin’, grapte de 27-jarige Fin. Hij gleed door de sneeuw, gehuld in een badjas van Mercedes, en zette zich in zijn ‘zwembad’, een gat van nauwelijks twee meter op twee, gehakt uit een klein meertje. ‘IJskoud, maar goed voor de bloedcirculatie.’

Bezeten van karten

De start van het seizoen was nog ver weg, maar ’s morgens om acht uur stond de F1-rijder met zijn persoonlijke trainer Anti Vierela al in het bos, waar hij anderhalf uur zou langlaufen. In de voetsporen van Tapio Mäkelä, zijn dorpsgenoot en olympisch kampioen op de Spelen in Oslo (1952). Op de achtergrond stond de skischans waar Veli-Matti Lindström, tweede met het Finse team op de Olympische Spelen in Salt Lake City (2002), de stiel had geleerd. ‘Ik heb, zoals wellicht iedereen in Finland, in mijn jeugdjaren wat ijshockey gespeeld. Tot ik op een dag een kartwedstrijd zag.’

Puur toeval. Hij was met zijn vader, Rauno, op weg naar Lahti, toen ze even stopten aan een klein kartingcircuit. De plannen werden geschrapt, vader en zoon bleven de hele dag op het circuit hangen. ‘Die dag heeft mijn leven veranderd.’ Op de terugweg naar Nastola, zei hij: ‘Dit wil ik ook doen.’ Vijf jaar was Valtteri. Een opdondertje dat niet eens aan de pedalen kon en daardoor zijn eerste ritje nog een jaar moest uitstellen. Zijn grootvader gaf hem de raad om elke morgen een groot bord pap te eten. ‘Ik vroeg elke dag aan mijn vader of moeder: ‘Maak je een bordje klaar?’ En het werkte. Het jaar erna reed ik mijn eerste race.’

Succesvol was hij niet. ‘Ik was groot genoeg om mee te rijden, maar ook veel dikker dan de andere kinderen. Chubby… Wellicht te veel pap gegeten.’ (lacht) Op een klasfoto uit 1997 was hij, acht jaar jong, gemakkelijk te herkennen: een kleine blonde jongen met bolle kaken. ‘Tot mijn tiende bracht ik er niets van terecht: In vergelijking met de beste rijders van mijn reeks wogen mijn kart en ik tien kilogram meer. Een enorm nadeel.’

Hij zat aan de televisie gekluisterd toen zijn landgenoot Mika Häkkinen in de herfst van 1997 op het circuit van Jerez zijn eerste grand prix won. De Vliegende Fin, die de volgende twee jaar bij McLaren-Mercedes wereldkampioen zou worden, was een inspiratiebron. Maar, benadrukt hij: ‘De motivatie kwam vooral uit mezelf. Om beter en fitter te worden, ging ik dagelijks in de bossen lopen. Alleen daardoor begon ik races te winnen.’

De weekends stonden in het teken van de karting, zijn ouders deelden de passie. Vader baatte in het dorp een schoonmaakbedrijfje uit en moeder (Marianne Välimaa) was begrafenisonderneemster, maar op donderdagmiddag gingen de deuren van hun zaak onherroepelijk dicht en tufte de familie met de camper door Zweden, op weg naar weer maar eens een wedstrijd. Op zijn dertiende, struiser en zwaarder dan zijn concurrenten, won hij zijn eerste Finse karttitel. De hobby werd ernst.

‘De lessen op school interesseerden me niet. Niet belangrijk, vond ik’, zegt Bottas, die op zijn zestiende zijn geboortedorp verliet om in Heinola – 40 kilometer zuidwaarts – automechanica te studeren. ‘Ik was wel een handig kereltje. Op mijn zesde had ik, in het atelier van mijn vader, mijn eerste stoel gemaakt’, vertelde hij trots aan Sky Sports. ‘Van boom tot stoel, helemaal alleen voor mekaar gekregen, al hield ik er wel een klein litteken aan mijn hand aan over.’

Kiosk Bar, een fastfoodrestaurant, recht tegenover het ouderlijke huis van de familie Bottas, wordt een van zijn eerste sponsors om de dure hobby van de ambitieuze tiener te helpen bekostigen. Een gebaar dat hij nooit zou vergeten. Meer dan vijftien jaar jaar later verkopen de zaakvoerders, met Valtteri’s toestemming, nog altijd hun Bottas Burger: een dubbele hamburger – gemaakt van vers gesneden biefstuk – met rode ajuin en saus. Kostprijs: 7,70 euro.

Finse iconen

Finland heeft een rijke traditie in de auto- en motorsport. Het land van amper 5,5 miljoen inwoners (en 77 miljoen… bomen) grossierde in wereldtitels: rally (onder anderen Juha Kankkunen, Tommi Mäkinen en Marcus Grönholm), motor op de weg (Jarno Saarinen), motorcross (Heikki Mikkola), trial, enduro, speedway… En van de acht Finnen die ooit aan de start van een F1-wedstrijd stonden, wonnen er vijf minstens één grand prix en werden er drie wereldkampioen. In het wereldje is de slogan ‘If you want to win, hire a Finn‘ een klassieker geworden.

Leo Kinnunen was, in 1974, de eerste Fin die achter het stuur van een F1-bolide kroop, maar haalde slechts één keer de startgrid. Drie jaar kreeg Mikko Kozarowitzky een zitje bij het Engelse RAM Racing Team, maar hij deed zo mogelijk nog slechter: toen hij zich probeerde te kwalificeren voor de Britse grand prix, liep hij na een crash een gebroken hand op en stapte ontgoocheld uit de sport.

Een jaar later debuteerde Keke Rosberg, die in 1982 in een Williams voor de eerste Finse wereldtitel tekende. ‘Tijdens zijn eerste vier seizoenen, waarin hij slechts twee keer punten pakte, werd hij nochtans uitgelachen’, legt Matti Urrila, professor aan de universiteit van Turku en gespecialiseerd in mentale training van coaches en atleten, uit op de website This is Finland. Het jaar dat Rosberg wereldkampioen werd, won hij zelfs maar één race. Ongezien in de geschiedenis van de formule 1. Urrila: ‘Maar hij bewees wel dat alles mogelijk is, zolang je er maar zelf in gelooft. We hebben daar zelfs een eeuwenoud woord voor: sisu, een karaktertrek van de Finnen die ook de rijders na Keke kenmerkten. Wilskracht, vastberadenheid, doorzettingsvermogen. Niet kortstondig, maar altijd. Doen wat moet worden gedaan, koste wat kost.’

Na zijn afscheid (1986) ontfermde Rosberg zich over twee Finse beloften. JJ Lehto zou zes seizoenen (anoniem) meerijden, Mika Häkkinen overtrof zijn mentor met twee opeenvolgende wereldtitels (1998, 1999). ‘Een aangeboren talent, natuurlijk, maar de inbreng van Rosberg – sponsoring en een groot netwerk – in Häkkinens succes mag niet onderschat worden’, aldus nog Urrila.

Mika Salo was geen hoogvlieger, Heikki Kovalainen won slechts één grand prix, maar na het afscheid van Häkkinen fonkelde een nieuwe Finse ster: Kimi Räikkönen, die na tweede plaatsen (na Michael Schumacher, 2003, en Fernando Alonso, 2005) in 2007 in de knalrode Ferrari de wereldtitel pakte. ‘Waarom Finnen zo goed zijn? Door onze wegen en lange winters. De wegen zijn altijd hobbelig en glad, dan moet je al een goede chauffeur zijn om hier een leven zonder ongevallen door te komen’, zei de Fin, Ferrariploegmaat van Sebastian Vettel, onlangs.

Naar de F1

‘Toen ik Valtteri in zijn kart en, later, tijdens de testen voor de formule 3 in Hockenheim bezig zag, zei ik al na een paar ronden tegen enkele vrienden: ‘Die jongen is een ongelofelijk talent. Een toekomstige kampioen.’ Dat had ik nog maar zelden gezien’, vertelde Mika Häkkinen, die Bottas al van jongs af begeleidt, ooit aan CNN.

Na zijn verplichte legerdienst, waar hij tot de rang van korporaal opklom, debuteerde Bottas in 2007 in de Formula Renault 2.0 en werd hij na 2 zeges in 16 races derde in de eindstand. Het jaar erna domineerde hij het kampioenschap met 17 overwinningen in 28 races, waarna hij met de contacten én financiële steun van Häkkinen, diens manager Didier Coton en Toto Wolff de stap naar de formule 3 kon zetten.

‘Valtteri in één woord? Indrukwekkend!’, riep Sir Frank Williams, eigenaar van de Engelse renstal, die de 20-jarige Fin in 2010 als testrijder binnenhaalde. In de Masters of Formula 3, de belangrijkste race van het jaar, had hij geschiedenis geschreven: nooit eerder won iemand twee jaar na mekaar (2009 en 2010) de prestigieuze afspraak op het circuit van Zandvoort.

In 2011 pakte Bottas de titel in de GP3 Series, ook al won hij ‘slechts’ 4 van de 16 races. Geen veelwinnaar, maar een kampioen van de regelmaat. ‘Valtteri is de man van de toekomst’, verdedigde Frank Williams zich in december 2012, toen hij bekendmaakte dat de 23-jarige Fin de tegenvallende Bruno Senna zou vervangen. Op de vrije trainingen op vrijdag had hij indruk gemaakt op de Williamsboss, die zag hoe hij de rondjes sneller dan de ervaren Pastor Maldonado afmaalde.

Na een ontgoochelend debuutseizoen, waarin hij slechts in de voorlaatste race in Austin zijn eerste WK-punten pakte, verbaasde de Fin in 2014: zes podiumplaatsen en knap vierde in de WK-eindstand, na Lewis Hamilton, Nico Rosberg en Daniel Ricciardo. ‘Ik werkte in het verleden al met een aantal wereldkampioenen samen, met Valtteri Bottas hebben we een nieuwe kampioen in onze stal’, legde Pat Symonds, technisch directeur bij Williams, de lat hoger. ‘Er zijn nog ‘snelle’ jongens, maar hij is intelligenter dan de meeste rijders, heeft oog voor detail en werkt uitstekend samen met onze ingenieurs.’

De laatste wereldtitel van Williams dateerde al van 1997 (Jacques Villeneuve), maar Symonds was overtuigd: Bottas had alles om de achtste kampioen – na Alan Jones (1980), Keke Rosberg (1982), Nelson Piquet (1987), Nigel Mansell (1992), Alain Prost (1993) en Damon Hill (1996) – in de geschiedenis van Williams te worden.

Maar Bottas, die in 77 grands prix amper 9 podiumplaatsen verzamelde, wilde meer. Met Williams zou hij nooit zijn doel kunnen bereiken, besefte hij. ‘Ik weet dat ik kan winnen, ik heb alleen een goede wagen nodig’, vertelde hij aan Autosport. Toto Wolff, die hem in het begin van zijn carrière begeleidde, zag in de Fin de gedroomde vervanger van wereldkampioen Nico Rosberg, die vorig jaar een punt achter zijn carrière zette. ‘Ik verwacht geen spanningen tussen Lewis en Valtteri’, waarmee de Mercedesbaas verwees naar de moeilijke verhouding tussen de Britse en Duitse wereldkampioen.

‘Ik weet dat ik elke race sterker zal worden. Soms denk ik weleens: er is iets verkeerd met mij, want ik voel geen enkele druk.’ Met die woorden begon de Fin aan zijn seizoen bij Mercedes, dat voor het eerst sinds lang met Ferrari voor de wereldtitel zal strijden. Vettel won twee grands prix, Hamilton was de snelste in China en Spanje, zijn Finse ploegmaat pakte in Sotsji zijn eerste zege in zijn carrière. ‘Ik ben niet naar Mercedes gekomen om tweede viool te spelen.’ Dat belooft.

DOOR CHRIS TETAERT – FOTO’S BELGAIMAGE

‘Waarom Finnen zo goed zijn? Door onze wegen en lange winters.’ Kimi Räikkönen

‘Ik ben niet naar Mercedes gekomen om tweede viool te spelen.’ Valtteri Bottas

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content