Als Ivan Perisic aan Borussia Dortmund wordt verkocht, vloeit maar een deel van de transfersom in de kas van Club Brugge. Een niet onaanzienlijk percentage gaat naar zijn makelaar. Hoe legaal is zoiets en hoe nefast is het voor het voetbal?

Om KV Mechelen naar de top te loodsen bedacht wijlen John Cordier op het einde van de jaren tachtig de investeringsmaatschappij Cova Invest. Het bleek destijds een plus om de investering van de voorzitter te beschermen, maar voor de club op termijn nefast. Toen Cordier het geld nodig had om zijn bedrijf Telindus door zwaar weer te loodsen, haalde hij het weg uit het voetbal en verloor Malinwa de voeling met de Belgische top. De Belgische voetbalbond verzette zich destijds tegen het systeem, maar verbood het nooit formeel. Na het Bosmanarrest verdween dit businessmodel grotendeels.

Is het terug? We onderzoeken de gevallen van Westerlospits Paulo Henrique en Clubmiddenvelder Ivan Perisic.

Henrique wordt officieel door Desportivo Brazil uitgeleend, maar op de website www.trafficfootball.com maakt het makelaarsbedrijf Traffic Football Management, waarvan Henrique onderdeel uitmaakt, er geen geheim van dat het te allen tijde “control over the players” behoudt. Zo heeft Westerlo bij een verkoop van Henrique slechts recht op 10 procent van de transfersom. De FIFA heeft die constructie onderzocht en van haar mag het, zegt Jean-Marie Philips. Philips: “Er is hard gediscussieerd over het eigendom van spelers naar aanleiding van dossiers in Brazilië, en daarbij is uiteindelijk aanvaard dat derden, naast clubs dus ook privépersonen of bedrijven, recht hebben op de zogenaamde economische waarde van een speler. Op die manier verdwijnt geld uit het voetbal, dat klopt, maar sinds Bosman verdwijnt sowieso al veel geld.”

Dat het mag van de FIFA is één, maar daarom mag het niet van de Belgische of Vlaamse wetgever, die “arbeidsbemiddeling” strikt reguleert. En dan komen we bij geval twee, dat van Ivan Perisic. Die werd destijds nog bij een andere Belgische club dan Club Brugge aangeboden met de volgende transferverdeelsleutel: 70 procent voor de club, 30 procent voor de makelaar. Dat lijkt in tegenspraak met de Vlaamse wetgeving. Het Vlaamse decreet op de private arbeidsbemiddeling houdt namelijk in dat een makelaar eenmalig een commissie van 7 procent op het brutojaarloon mag vragen. Abbas Bayat: “Stilzwijgend werd dat al snel 7 procent op elk jaarloon van de duur van het contract.” Maar tussen 7 procent en pakweg 30 procent gaapt nog een grote kloof. Juridisch zijn er blijkbaar evenwel constructies te bedenken om dat legaal te houden.

Yvan Vandamme, managing director van Cercle Brugge, bevestigt en nuanceert een en ander: “Het is niet geheel ongebruikelijk dat een makelaarsbureau of een andere investeerder of investeringsgroep rechten heeft op een speler en in die zin een overeenkomst maakt met een club. Het gebeurt dat een deel van de loonlast gedragen wordt in ruil voor een deel van de transferrechten, of zelfs dat een investeringsgroep die de speler kocht de transferrechten voor honderd procent bezit. Ik zie daar niets fout in. Dat het geld zo misschien uit het voetbal verdwijnt? Dat kan ook bij een club die zelf eigendom is van aandeelhouders, die kunnen ook hun geld uit de club halen. Garantie dat het geld in het voetbal blijft, is er niet, ook niet in België gezien de evolutie dat er meer en meer clubs overgenomen worden door privépersonen of door vennootschappen met een structuur waarbij de aandelen finaal ook in handen zijn van privépersonen. Kijk bijvoorbeeld naar Charleroi, naar Lierse, naar STVV. Dat is wel een evolutie die tot nadenken stemt.”

DOOR CHRISTIAN VANDENABEELE EN PETER T’KINT

“Het gebeurt zelfs dat een investeringsgroep de transferrechten van een speler voor honderd procent bezit.” Yvan Vandamme

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content