Christian Vandenabeele
Christian Vandenabeele Freelancejournalist

Competitieleider Club Brugge kan vanavond tegen Galatasaray zijn kansen op de tweede ronde van de Champions League vergroten. ‘Dat zal’, aldus Gaëtan Englebert, ‘vooral een kwestie van precisie worden.’

“Het komt ons eigenlijk helemaal niet slecht uit dat we komend weekend geen competitiematch spelen ( Club-Anderlecht is weer eens uitgesteld, nvdr)”, is de eerste bedenking van Gaëtan Englebert. “Zo kunnen we ons uitsluitend en maximaal concentreren op de twee cruciale thuiswedstrijden in de Champions League tegen Galatasaray en Barcelona. Want zoals de trainer zegt : de competitie is en blijft het belangrijkste, gezien we daarin eerste of tweede moeten zien te eindigen, willen we weer een kans maken om volgend seizoen ook aan de Champions League deel te nemen.”

Club-Galatasaray van woensdagavond wordt in Brugge zowat unaniem de sleutelwedstrijd genoemd. “Het is zonder twijfel de belangrijkste van de zes”, meent Englebert. “Winnen we, dan is dat goed voor de laatste twee wedstrijden – ook omdat Barcelona daardoor misschien zeker is van kwalificatie. Mits wat meer precisie in de laatste dertig, veertig meter hadden we ginder grote mogelijkheden kunnen creëren, dus moet er thuis zeker iets mogelijk zijn. Die precisie blijft een probleem, ja, maar dat is dan ook wat in Europa het verschil maakt tussen de top en de anderen. Barcelona kan in de laatste dertig meter nog combineren, voetballen zoals ze het in hun eigen kamp doen, en daardoor creëren ze kansen.

“Ik denk dat we voluit moeten gaan tegen Galatasaray, àlles moeten geven, want ik ben ervan overtuigd dat we een goeie kans maken om te winnen. Het belangrijkste in dat soort wedstrijden is natuurlijk altijd goed georganiseerd blijven achterin en op het middenveld, want anders dan in België kan een keer iets te veel ruimte weggeven dodelijk zijn. Zowel tegen Moskou als in Galatasaray bewezen we dat we op dat niveau in defensief opzicht goed geconcentreerd en georganiseerd kunnen spelen. Wie de nul houdt, zoals we al twee keer deden, kan ook winnen. Thuis tegen Moskou vond ik ons vooral in de tweede helft echt goed. Onze pressing was solide en we creëerden twee, drie grote doelkansen, wat in de Champions League niet slecht is. Het zal erop aankomen tegen Galatasaray die paar kansen die we ongetwijfeld zullen creëren wel te benutten. Een beetje minder goed spelen dan tegen Moskou en met 1-0 winnen is goed genoeg.”

Englebert sluit puntenwinst tegen Barcelona niet uit. “Dat is een wedstrijd waarin je in principe niet op punten moet rekenen,” oordeelt hij, “maar misschien is Barcelona na de vierde speeldag al geplaatst, heeft het hier niets meer te verliezen, spelen wij bevrijd en… dan weet je het nooit. Het is mij toch ook opgevallen dat in die korte tijd dat we ze ginder onder druk zetten, in het begin en op het eind van de wedstrijd, zij ook ballen verloren en er niet meer in slaagden zo gemakkelijk te combineren. In Barcelona zat er te veel nervositeit in onze ploeg. Ik vond op het veld dat we veel beter konden, dat er meer mogelijk was, maar daarvoor moeten we wel alle elf op ons beste niveau zijn. Ik denk dat als we Barcelona thuis een kwartier, twintig minuten onder druk kunnen zetten, we ze voor problemen kunnen stellen. Als iedereen er klaar voor is, ben ik ervan overtuigd dat we ook tegen Barcelona punten kunnen pakken. Natuurlijk zijn ze superieur, maar in één wedstrijd kan er veel gebeuren.”

Desnoods kan Club op speeldag 6, aldus Englebert, nog altijd drie punten gaan halen in Moskou. “We kunnen daar winnen, ja. Het is een gereputeerde counterploeg, wat hier door onze solide pressing maar een paar keer konden tonen, dus vermoed ik dat ze beter zijn buitenshuis. Thuis zullen ze offensiever moeten spelen en meer ruimte weggeven, waarvan wij dan moeten zien te profiteren. We zullen dan wel beter moeten zijn aan de bal dan in Galatasaray, waar we door snelle omschakelingen veel ruimte en meerderheidssituaties creëerden maar er te weinig mee deden. Hoewel we onder deze trainer hoofdzakelijk trainen op de vrije man aanspelen en afwerken op de kleine ruimte, zijn we ook in topwedstrijden nog altijd te overhaast, te verkrampt. Vaak hebben we meer tijd dan we denken om de juiste beslissing te nemen. Het is goed dat te beseffen alvorens we het veld opgaan.

“Realistisch gesproken zou derde eindigen in deze groep goed zijn, woensdagavond laat weten we hoe groot onze kans op de tweede plaats is.”

Drie jaar voetbalt Gaëtan Englebert bij Brugge, drie keer werd hij met Club vice-kampioen. De voorbije twee seizoenen was het onder Trond Sollied telkens net niet. “Om nog progressie te kunnen maken, moeten er betere spelers komen”, was in het tussenseizoen zijn conclusie. Is het gebeurd ? “We zijn sterker geworden”, vindt Englebert. “Als we allemaal op ons beste niveau zijn, heeft de trainer meer mogelijkheden. Dit is een groep met meer kwaliteit, een groep die gegroeid is ook. We zijn al meer dan twee jaar samen, spelen al die tijd volgens dezelfde basisprincipes. Zij die twee, drie seizoenen geleden jong waren, hebben nu meer ervaring en kunnen de ploeg meer ervaring bijbrengen dan toen.

Spilar toonde vanaf het begin dat hij een centrale verdediger is die een spits kan afstoppen zoals het moet en meer zekerheid brengt achterin. Hij en Dany ( Verlinden, nvdr) in de centrale as, dat is toch niet weinig présence. Spilar neemt geen risico’s en als het mogelijk is, verzorgt hij de opbouw en zorgt hij voor een meerderheid op het middenveld door in te schuiven. Binnen de twee maanden bewees hij dat hij de ploeg een surplus geeft, wat niet evident is. Jammer van zijn blessure, het is een handicap.

Serebrennikov had het in het begin misschien een beetje moeilijk om te begrijpen wat er van hem gevraagd werd, maar de laatste drie, vier weken voor zijn blessure was hij echt goed bezig. Werkt veel, ook in defensief opzicht, brengt veel loopvermogen op het middenveld en hij zal, denk ik, in de toekomst nog meer bewijzen dat hij ook bal aan de voet het verschil kan maken. Hij is net als Spilar een belangrijke pion, het is een handicap dat hij er tegen Galatasaray en Barcelona niet bij zal zijn.”

En dan is er ook nog de late komst van Alin Stoica. “Stoica of een ander, het is voor iedereen hetzelfde : hij moet het op het veld laten zien”, benadrukt Englebert. “Hoewel hij nog niet meedeed, is er in het begin meer lawaai gemaakt over Stoica dan over de ploeg die het goed deed. Maar dat is de pers, al deed de club er ook wel alles aan om publicitair van die transfer te profiteren. Goed dat de trainer hem maar heeft opgesteld toen hij min of meer klaar was.

“Als Stoica zijn beste niveau haalt en zich voluit geeft voor de ploeg en het spel van de ploeg, is hij zeker ook een belangrijke speler. Hij kan de vrije man aanspelen, de anderen laten spelen en hij is iemand die ook als het wat minder goed gaat met een flits het verschil kan maken in de zone van de waarheid. Maar dat moet nog komen, want in Galatasaray was ook hij daar niet toe in staat. Wat we op training van hem zien, is dat hij geconcentreerd is en probeert het maximum te geven, maar ook dat het niet iemand is die zich makkelijk in de groep integreert. Hij vertoeft eerder in zijn wereld, in zijn hoekje daar. Zo hadden de spelers van Anderlecht het ons ook gezegd.”

Tenslotte is er ook nog Bengt Saeternes. “Waarvan gezegd wordt dat hij snel is en scherp voor de goal. Misschien is het een goeie aankoop, zeker nu Rune Lange geblesseerd is, maar daarvoor moeten we net als met Stoica wachten tot het op het veld bewezen is.”

Club is beter gewapend voor de titelstrijd, concludeert Englebert. Ondertussen is ook het ontploffingsgevaar geweken dat in juli nog zo reëel was. Gert Verheyen, weet je wel. “Het grote verschil met toen is dat we goed gestart zijn”, aldus Englebert. “In de competitie en de Champions League hebben we bijna nog maar louter góeie wedstrijden gespeeld. Ik zie van Gert dat hij zegt : ik doe mijn job zoals de trainer de zijne en we doen dat beiden in het belang van de ploeg. Ik denk wel dat zijn hoofd gelucht is. Dat is goed voor iedereen.”

Nieuwe bondscoach, nieuwe kansen. Onder Aimé Anthuenis startte Gaëtan Englebert zowel tegen Polen als Bulgarije, als rechtsmidden. Tegen Andorra was hij geblesseerd, tegen Estland zat hij op de bank. “Misschien verhogen mijn speelkansen nu er wat ouderen gestopt zijn. Deze trainer begint met nieuwe, jonge spelers die in vorm zijn bij hun club, geeft ze veel vertrouwen en probeert zo de bestmogelijke ploeg te vormen. Misschien is het verschil met voorheen ook dat hij altijd achter zijn ploeg staat en zelfs als het wat minder gaat, zegt : er is een goeie geest voor het ogenblik en het belangrijkste is één ploeg op het veld te hebben. We zullen zien wat het voor mij wordt. Op bepaalde posities zijn er nog twijfels, ik bedoel : er zijn nog plaatsen te winnen. Hoe dan ook zijn het voor mij de prestaties met mijn club die tellen. De rest komt erbij.”

Bij Brugge is hij uitblinker in 4-3-3, bij de nationale ploeg is het in 4-4-2 anders. “Ik zal spelen waar de trainer mij zet, maar het probleem is dat men de prestatie van een speler op die van rechtsmidden niet kan vergelijken met die van een speler centraal op het middenveld, omdat alleen nog maar de actieradius niet dezelfde is. Dus kan je niet zeggen : hij speelt beter met zijn club dan bij de nationale ploeg, want het gebeurt op twee totaal verschillende posities. Ik zal er nooit problemen mee hebben om op de rechterkant te spelen, maar ik weet dat er meer mogelijk is op een positie waar ik meer kan lopen. Op rechts voel ik mij soms gelimiteerd, ben ik ook minder moe na een wedstrijd. Anderzijds : we spelen met de nationale ploeg met twee en niet met drie man centraal op het middenveld, waardoor er centraal meer ruimte te belopen is en ik er ook als rechtsmidden kan helpen. De bondscoach vroeg mij de eerste match ook niet om op de lijn te spelen, maar om ook naar binnen te komen.”

Trond Sollied gebruikt hem zelfs af en toe als verdedigende middenvelder. Misschien dat hij in de nationale ploeg ooit op de plaats van Yves Vanderhaeghe of WalterBaseggio terechtkomt. In de bekerfinale en ook in de tweede helft van de competitiewedstrijd tegen Moeskroen fungeerde hij onlangs als enige defensieve middenvelder. In Galatasaray opereerde hij dan weer samen met Serebrennikov in de rug van Stoica. ” Timmy ( Simons, nvdr) heeft meer kracht in duels, kopkracht ook, maar hij verdedigt ook niet alleen maar op duels, hé, maar meer positioneel Hij is ook niet iemand die alleen maar ballen recupereert. De positie van verdedigende middenvelder is vaak ook de positie waar er begonnen wordt met voetballen. Dat is ook één van de sterktes van Timmy en van de andere middenvelders. Al twee jaar wordt er gezegd dat er een nummer tien ontbreekt bij Brugge. Maar onze sterkte is juist dat we het centraal op het middenveld doen met drie spelers die het spel op gang kunnen brengen en er altijd voluit voor gaan. Dat maakt al voor het derde jaar het grote verschil.”

Net als Timmy Simons sprak Gaëtan Englebert ondertussen al drie keer met de club over een contractverlenging, maar zo ver is het nog altijd niet. “Ik heb nog acht maanden plus één jaar contract, dus heb ik geen probleem. Zij willen het contract openbreken en ik heb gezegd dat ik het hier goed heb en er niet tegenop zou zien om hier nog langer te blijven, maar iedereen moet natuurlijk tevreden zijn met wat er voorgesteld wordt en dat is nog absoluut niet het geval ( lacht).

“Het is niet zo dat ik per se wil vertrekken. Het buitenland speelt nog niet in mijn hoofd. Met deze ploeg wil ik echt wel blijven. Net als Timmy zou ik er trouwens geen enkel probleem mee hebben om hier te blijven tot het einde van mijn carrière, maar misschien komt er wel een dag dat er een mogelijkheid is om in het buitenland te spelen en oordeel ik misschien dat ik er ook echt capabel voor ben. Maar voor Timmy en mij is er bij Brugge nog veel te doen. Iedere week komen er clubs naar ons kijken, maar… eerlijk, momenteel is er niets. Ik noch mijn manager zijn daar mee bezig. Aan een transfer moet gewerkt worden, maar dat doen wij niet.

“De club wil mij laten tekenen tot 2007, dan zal ik er 31 zijn. Of Trond Sollied blijft of niet, daar zal mijn beslissing niet van afhangen. Nooit in mijn carrière heb ik met een trainer problemen gehad. Iedere keer er een nieuwe kwam, heb ik kansen gekregen. Dat is dus het probleem niet. Maar met het werk dat deze trainer al tweeëneenhalf jaar met deze groep verricht, denk ik dat het voor deze groep positief zou zijn moest hij blijven. Ik denk dat de club die mening deelt. Waarom een trainer die al drie jaar goed werk levert vervangen ?”

door Christian Vandenabeele

‘Als iedereen er klaar voor is, kunnen we ook tegen Barcelona punten pakken.’

‘Stoica integreert zich niet makkelijk in de groep. Hij vertoeft eerder in zijn wereld, in zijn hoekje.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content