De Copa América is het oudste en meest onvoorspelbare toernooi ter wereld. Pelé, Maradona en Messi beten er hun tanden op stuk. Terwijl in Chili de editie van 2015 de laatste rechte lijn ingaat, neemt Sport/Voetbalmagazine u mee in de grillige geschiedenis van de Copa.

Martín Palermo legt de bal op de stip. De trefzekere spits van Boca Juniors legt aan en… knalt op de lat. We schrijven 4 juli 1999. In een poulewedstrijd van de Copa América nemen Argentinië en Colombia het tegen elkaar op. Even later fluit de scheidsrechter een tweede strafschop voor de Argentijnen. Is het de hitte in Luque, de Paraguayaanse stad waar de wedstrijd gespeeld wordt? Is het de vochtigheid? Of is het gewoon lef? Palermo eist opnieuw de bal op: hij neemt ‘m en niemand anders. Had hij in de vorige wedstrijd tegen Ecuador ook niet twee keer gescoord? Deze keer trapt hij de bal… huizenhoog over het doel van de Colombiaanse keeper. Bij de derde penalty die aan Argentinië toegekend wordt, zou je toch denken dat iemand als Diego Simeone of Javier Zanetti El Loco aan de kant zou duwen… Maar nee, weer is het Palermo die de bal resoluut vastpakt. Even later is hij een wereldrecord rijker: drie gemiste strafschoppen in één wedstrijd, niemand deed tot nog toe beter.

Het typeert de Copa América, die heel vaak garant staat voor spektakel: een karrenvracht aan doelpunten, rode kaarten, blunders, schandalen, opvallende figuren… Zowel op als naast het veld gaat het er vaak hevig aan toe. Zuid-Amerikaanse spelers zijn nogal temperamentvol en gooien dan ook alles in de strijd. In 2011 kneep de Chileense pitbull Gary Medel in de edele delen van de Mexicaan Giovani dos Santos. De scheidsrechter zag er geen graten in en Medel kwam er vanaf zonder kaart.

Op de Copa América van 1955 speelde Argentinië het altijd beladen duel met Uruguay. Toen het 5-1 stond voor La Celeste wisselde coach Guillermo Stábile, die Argentinië maar liefst zeven keer naar winst in de Copa leidde, tien minuten voor tijd sterspeler Angel Labruna voor Norberto Conde. Die laatste vond er, zo zegt men, niet beter op dan meteen aan zijn directe tegenstander te vragen: ‘Hoe gaat het met de wedstrijd?’ Matías González, een Uruguyaanse verdediger die erbij was in de legendarische WK-finale van 1950 toen Uruguay in Maracanã Brazilië met 1-2 klopte, zag de humor er niet van in en trakteerde Conde op een staalharde vuistslag. Conde moest groggy afgevoerd worden naar het ziekenhuis. González werd met een rode kaart van het veld gestuurd, en Labruna, die net van het veld was gegaan, mocht er terug op. In die tijd was dat nog niet onreglementair.

Ook naast het veld durven de heren voetballers weleens de grenzen op te zoeken. Zo werden tijdens de editie van 2007 zes Chilenen twintig (!) wedstrijden geschorst omdat ze in een dronken bui hun hotelkamer met de grond gelijk hadden gemaakt. Enkele Mexicanen deden in 2011 nog beter. Acht internationals hadden enkele dames van plezier uitgenodigd op de kamer. Het plezier was echter van korte duur. De Mexicaanse voetbalbond kreeg snel weet van het voorval en stuurde de acht charmeurs huiswaarts.

Maar soms staat zelfs de bond machteloos. Vraag dat maar aan Hernán Campuzano. De arme man was in 2001 vicevoorzitter van de Colombiaanse voetbalfederatie en werd door de guerrillagroep FARC gekidnapt twee weken voor de aanvang van de Copa América in… Colombia. Gelukkig voor hem moeide de Colombiaanse president zich met het voorval en lieten de ontvoerders hem snel vrij, zodat het toernooi toch tijdig van start kon gaan.

De familie Forlán

Op die bewuste Copa América van 2001 verbaasde Honduras vriend en vijand. Los Catrachos kwamen pas de dag van hun eerste wedstrijd aan in gastland Colombia. Uit angst voor ontvoeringen had Argentinië immers lastminute geweigerd om deel te nemen en werd de nationale ploeg van Honduras in allerijl opgetrommeld en overgevlogen. Aangezien de play-offs van de Hondurese competitie nog volop aan de gang waren, konden zelfs niet eens de beste spelers geselecteerd worden. Niemand gaf dan ook een cent voor Los Catrachos. Maar Honduras spartelde zich door de groepsfase en behaalde daarna een sensationele 2-0- zege tegen Brazilië, het jaar erop de WK-winnaars. Oké, bij de Goddelijke Kanaries ontbraken spelers als Romário, Cafú, Rivaldo en Roberto Carlos, maar toch verklaarde coach Felipe Scolari na de wedstrijd: “Ik, Big Phil, zal de geschiedenis ingaan als de Braziliaanse coach die van Honduras verloor. Dat is verschrikkelijk, maar Honduras speelde beter en verdiende het dan ook te winnen.” Scolari kon toen nog niet weten wat Duitsland in 2014 voor hem in petto had… In de halve finales was Colombia te sterk, maar de troostfinale won Honduras dan toch weer van Uruguay. Het verhaal van de reserveploeg van Honduras eindigde met een bronzen plak.

In 2011 was het Paraguay, met onder meer ex-Clubspeler Antolín Alcaraz, dat voor de verrassing zorgde. En wéér werd Brazilië het slachtoffer in de kwartfinales. La Albirroja bereikte de finale zonder ook maar één wedstrijd te winnen, een unicum in de geschiedenis van de Copa. Daarin gingen ze kansloos onderuit tegen Uruguay. De Uruguayaanse machine, onder leiding van Luis Suárez en Diego Forlán, blikten Paraguay in met 3-0. Zo werden ze weer alleen recordhouder met vijftien eindoverwinningen van de Copa América, eentje meer dan Argentinië.

Het stond trouwens in de sterren geschreven dat Forlán ooit aan de haal zou gaan met de prestigieuze titel. Zijn vader Pablo Forlán speelde in het Uruguayaanse elftal dat in 1967 had gewonnen toen Diego’s grootvader, Juan Carlos Corazo, bondscoach was. Corazo was ook trainer van het elftal dat in 1959 de Copa won.

Een koud kunstje

Peru heeft met Jefferson Farfán, Paolo Guerrero en Claudio Pizarro enkele uitstekende voetballers voortgebracht. Het land wordt beschouwd als een kleine dwerg in het Zuid-Amerikaanse voetbal, maar het won wel tweemaal de Copa América. Een eerste keer gebeurde dat in 1939 voor eigen volk – het won toen elke match.

De tweede keer was in 1975. Los Incas kwamen toen uit tegen Brazilië in de halve finales. In Belo Horizonte gingen de Peruanen verrassend Brazilië kloppen met 1-3. Voor de terugwedstrijd in Peru stond alles al klaar voor een feestje, maar de thuisploeg liet het afweten en verloor met 0-2. Er bestond nog geen regel over het aantal uitdoelpunten, dus organiseerde men een loting om te bepalen wie er naar de finale mocht. Verónica Salinas, de veertienjarige dochter van de toenmalige voorzitter van de CONMEBOL – overigens een… Peruaan – fungeerde als onschuldige hand en trok het papiertje met de naam ‘Peru’. Achteraf ging het gerucht dat het papiertje waarop de naam van het thuisland geschreven stond, voor de loting in de vriezer gelegd was. Voor Verónica was het dan een – euh – koud kunstje om te weten welk kaartje ze moest nemen. De finale tegen Colombia werd gespreid over drie wedstrijden: telkens in een van beide landen en een laatste confrontatie op neutraal terrein. Peru trok uiteindelijk aan het langste eind, het won de laatste match in Venezuela met 1-0. Het doelpunt werd gemaakt door Hugo Sotil, die toen bij FC Barcelona speelde.

Laattijdige afzeggingen, inderhaast opgetrommelde ploegen, een loting om te bepalen wie er naar de finale gaat,… Dat er af en toe een probleempje opdook tijdens de Copa América, is ondertussen wel duidelijk. Maar het schrijnendste voorbeeld komt toch uit de eerste editie van het toernooi, in 1916. Gastland Argentinië speelde een cruciaal duel tegen Brazilië, maar kwam tot de vaststelling dat het maar… tien spelers had. Spits Alberto Ohaco, die in de eerste wedstrijd tegen Chili nog twee keer had gescoord, was immers niet op tijd teruggekomen van een tussentijdse trip voor het werk. José ‘El Negro’ Laguna, een aanvaller van de plaatselijke club Huracán, zat als toeschouwer in de tribunes om de match te volgen. De Argentijnse bondscoach riep hem naar beneden en schonk hem prompt zijn eerste selectie voor de nationale ploeg. Na tien minuten werd het 1-0 voor Argentinië, een droge knal van… José Laguna. De match eindigde uiteindelijk op een 1-1-gelijkspel.

Dramatischer was het voorval met de Uruguayaanse keeper Roberto Chery in de Copa América van 1919 in Brazilië. In een wedstrijd tegen Chili kwam Chery, na een spectaculaire tussenkomst, neer op zijn nek. Door de slechte organisatie konden de eerste zorgen pas na tientallen minuten worden toegediend. Chery vocht voor zijn leven, maar enkele dagen later overleed hij op 23-jarige leeftijd.

Leemte op het palmares

Chili is de gastheer van het huidige toernooi. Dat was al van 1991 geleden. Argentinië, met onder meer de prille twintigers Gabriel Batistuta, Claudio Cannigia en Diego Simeone, verpulverde toen de tegenstand en won de finaleronde voor eeuwige rivaal Brazilië. Batistuta kroonde zich tot topschutter van het toernooi, een kunstje dat hij in 1995 nog eens overdeed. In totaal maakte Batigol 13 goals voor La Albiceleste in de Copa, waardoor hij op de vijfde plaats komt in de rangschikking van de topschutters aller tijden. Il Gordo kreeg door zijn sterke prestaties naam en faam in Europa. Fiorentina gaf hem daarna een contract en de rest is geschiedenis. De Copa América was de springplank naar Europa voor de Argentijnse goalgetter.

Maar het was niet altijd rozengeur en maneschijn voor Argentinië. In 2011 moesten Lionel Messi en co de titel voor eigen volk binnenhalen. Met een fabelachtig spitsentrio (Messi, Sergio Agüero en Gonzalo Higuaín) en een ijzersterk middenveld (Angel Di María, Fernando Gago en Javier Mascherano) begonnen ze als topfavoriet aan het toernooi, maar al snel volgde de ontnuchtering. Leo kon de machine nooit op volle toeren laten draaien en werd uitgefloten door eigen publiek tijdens de match tegen Colombia. De kwartfinale tegen Uruguay was het eindstation voor de Argentijnen. De Copa blijft voorlopig een leemte in de indrukwekkende carrière van de kleine Argentijn.

Ook die andere grote ster van het Argentijnse voetbal, Diego Maradona, heeft de Copa nooit gewonnen. In 1987 moest Pluisje het voor eigen volk waarmaken met het team dat een jaar eerder de wereldbeker in Mexico veroverde. Maar ook zij faalden tegen, jawel, Uruguay. Maradona en Caniggia loodsten het team naar de halve finales, maar daar maakte een zekere Antonio Alzamendi, een Uruguyaanse aanvaller van River Plate, een einde aan de droom van Maradona. Heel Argentinië werd in rouw gedompeld. Zelfs de strijd voor de derde plaats ging met 2-1 verloren tegen Colombia, met de legendarische krullenbol Carlos Valderrama.

Messi en Maradona faalden in hun jacht op de Copa, maar de derde Argentijnse wereldvedette, Alfredo Di Stéfano, slaagde daar wel in. Op de Copa América van 1947 voetbalde Di Stéfano zijn enige selecties voor de Argentijnse nationale ploeg bij elkaar, later – na zijn transfer naar Real Madrid – kwam hij uit voor Spanje. Maar die zes caps waren meer dan genoeg om het toernooi op zijn naam te schrijven. Met zes doelpunten werd hij ook tweede in de topschuttersstand, na de Uruguayaan Nicolás Falero.

Veertig jaar wachten

Brazilië trekt ieder decennium een nieuw blik sterren open, maar veel succes leverde dat nog niet op in de Copa. Met acht eindoverwinningen volgt het op respectabele afstand van Uruguay (15) en Argentinië (14). Een van de eerste sterren bij de Goddelijke Kanaries was Arthur Friedenreich, een zwarte aanvaller met Duitse roots. Hij was de zoon van een Duitse emigrant en een Braziliaanse slavin. In 1918 werd hij toegelaten bij de Braziliaanse nationale ploeg, en al meteen ontpopte hij zich tot de nieuwe sensatie. Friedenreich bezorgde Brazilië zijn eerste titel in 1919 en kroonde zich ook tot topschutter van het toernooi. De Braziliaanse president Epitácio Pessoa voerde echter een nieuwe maatregel in waardoor zwarten niet meer in het Braziliaanse elftal mochten spelen. De daaropvolgende edities draaiden uit op een sisser, en Pessoa kon niet anders dan het decreet te herzien. Friedenreich kwam terug in het elftal en de Brazilianen wonnen onmiddellijk hun tweede Copa América. Volgens statistieken van de FIFA maakte El Tigre, een bijnaam die Friedenreich kreeg na de finale in 1919, in zijn carrière zelfs meer goals (1329) dan Pelé (1281).

Zizinho, het grote voetbalidool van diezelfde Pelé, was de volgende leider van het Braziliaanse nationale elftal. Hij is met 17 doelpunten in 6 toernooien de absolute topschutter van de Copa América. Die leidersplaats in de topschuttersstand moet hij wel delen met de Argentijn Norberto Méndez. Onder Zizinho’s leiding won Brazilië de Copa América in 1949. In 1958 gaf hij de fakkel bij de nationale ploeg door aan Pelé.

Die zou in zijn loopbaan heel wat prijzen winnen – onder meer drie wereldtitels – maar de Copa América kwam nooit op zijn palmares. O Rei werd tijdens de editie van 1959 met acht goals afgetekend topschutter, maar verder dan de tweede plaats raakte Brazilië niet. Ook Garrincha won nooit de Copa. Na de overwinning in 1949 moesten de Brazilianen maar liefst veertig (!) jaar wachten op een volgende eindzege. In 1989 was de absolute ster van de Seleção Romário. De goalgetter van PSV zou de Copa América nog twee keer winnen, in 1997 en 1999. Tijdens de editie van 1999 was er een opmerkelijke rol weggelegd voor Ronaldo. O Fenômeno kroonde zich met vijf doelpunten tot topscorer van het tornooi, maar moest met een… luier spelen. Zoals zo vaak in zijn carrière kampte Ronaldo met overtollige kilo’s en daar moest iets aan gedaan worden. De teamdokter schreef hem een laxerend middel voor dat iets te effectief was. Om ongelukjes te voorkomen moest Ronaldo dus met een pamper spelen. De spits schaamde zich, maar liet het niet aan zijn hart komen. Hij leverde het bewijs: ook met een luier kan je scoren! ?

DOOR MICHIEL ELINCKX & STEVE VAN HERPE

“Ik zal de geschiedenis ingaan als de Braziliaanse trainer die van Honduras verloor.” Felipe Scolari in 2001

In 1916 kwam Argentinië net voor de match tegen Brazilië tot de vaststelling dat het maar tien spelers had.

De Braziliaanse president vond het niet kunnen dat zwarte spelers voor de nationale ploeg uitkwamen.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content