Andermaal een nieuwe dopingzaak in het wielrennen.
Zes mensen in de gevangenis, dat was zondagavond bij het afsluiten van deze rubriek de balans van het dopingonderzoek van het parket van Kortrijk. Gisteren/dinsdag kwamen de zes voor de raadkamer, die besliste of ze al dan niet aangehouden bleven.
Midden vorige week startte het parket met huiszoekingen bij verzorgers en renners. Telkens werden grote hoeveelheden verboden producten gevonden. Over de aard van de producten wou parketwoordvoerder Tom Janssens tot zondag niets kwijt. Maar volgens niet-officiële bronnen zou het gaan om onder meer groeihormoon, epo, corticoïden en pot belge, een mengsel van allerhande drugs.
De zaak werd aan het rollen gebracht door senator Jean-Marie Dedecker, die in september 2006 via de media het “hypocriete wielermilieu” aanklaagde en vertelde dat minstens drie Belgische toprenners doping gebruikten. Na wat heen-en-weerbeschuldigingen tussen Dedecker en Patrick Lefevere (manager van Quick-Step-Innergetic), die zelfs tot een rechtszaak leidden, bezorgde Dedecker het parket begin dit jaar een lijst met twintig mensen die betrokken zouden zijn bij dopingzaken. Daarop onderzocht het parket de zaak. Het luisterde daarbij onder andere de telefoons af van de betrokken renners en verzorgers. Net zoals bij de zaak rond dierenarts José Landuyt zou er opnieuw sprake geweest zijn van codetaal. Ditmaal zou het niet gaan om ‘wespen’ en ‘gesneden brood’, wel om ‘pannenkoeken’, ‘bowlen’ en ‘wielen’.
De namen van twee van de zes aangehouden personen waren zondag bekend : Rik Coppens (38) en Pierre Herinne (38). Beiden zijn ex-profrenners, hoewel niet meteen de meest succesvolle (Coppens won één wedstrijd als beroepsrenner, een rit in de Milk Race ; Herinne behaalde drie overwinningen in kleinere wedstrijden). Deze twee heren, die donderdag aangehouden werden, zouden de subdealers zijn. Herinne zou de dopingproducten aan Coppens verkopen, die ze dan vervolgens zou verdelen in Oost- en West-Vlaanderen. “We kozen voor een opklimmende beweging”, aldus Tom Janssens. De vier anderen, die vrijdag aangehouden werden en waarbij evenmin een bekende naam zou zijn, zouden met andere woorden nog ‘belangrijker’ zijn in het verhaal.
Aan wie de betrokkenen hun producten leverden, bleef tot zondag een open vraag. Zekerheid of de bende in het prófpeloton dealde, was er niet. De enige renner wiens naam genoemd werd, was belofte Kevin Claeys. “Dat betekent niet de renners van het ijs zijn,” zei de parketwoordvoerder echter, “we zoeken eerst de dealers, maar in een latere fase ook de gebruikers.”
Ook onder meer David Windels en Johan Molly werden ondervraagd, maar zij werden nadien meteen weer vrijgelaten. Ex-renner Windels raakte in de jaren negentig verslaafd aan amfetamines. In 1997 werd hij veroordeeld wegens dopinghandel. Maar het was vooral het verhoor van Molly dat tot de verbeelding sprak. Molly is immers verzorger bij Quick-Step-Innergetic. Na zijn vrijlating ontkende Molly, net als zijn team, dat zij iets met de zaak te maken hadden. Wordt ongetwijfeld vervolgd.
