Ten huize Vandooren verschijnen drie blije gekleurde gezichtjes, zo mooi als de Indische Oceaan waar hun knappe mama vandaan komt. Misschien is het wel met zo’n klimaat in het achterhoofd dat Stromae zijn hit ‘Papaoutai’ schreef. Voor Gatien (9), Gaspard (7) en Romane (1,5) is papa Gonzague er momenteel zeven dagen op zeven. “Toen ik vaststelde dat er voor mij geen aanbiedingen meer kwamen in eerste klasse, heb ik besloten om me aan dit trio hier te wijden”, vertelt de voormalige linkspoot, die tussen 1997 en 2013 voor Excelsior Mouscron, Lierse, Genk en Standard speelde. Op zijn 35e deed Vandooren dus zijn laatste transfer, eentje naar zijn meest dierbare club: zijn gezin.

“Mijn vrouw werkt als opvoedster”, zegt hij. “Dus was het nu aan mij om thuis te blijven voor de kleintjes. Ik ben van ’s morgens tot ’s avonds in de weer. Tegen dat het bedtijd is voor hen, ben ik doodop. We hebben die beslissing als koppel genomen en dat ging eigenlijk vanzelf. Dicht bij je kinderen zijn wanneer ze opgroeien, dat is een groot geluk, dat wilde ik niet missen. We kunnen ons dat momenteel permitteren. Ik zal wel zien wat de toekomst brengt na deze job als huisvader. Wil je trouwens de boomhut in de tuin eens zien?”

Het is een magisch moment. De stevige houten hut wacht in alle rust op haar eerste bewoners. Architect Gonzague Vandooren is behoorlijk trots op zijn bouwwerk. “De finishing touch ontbreekt nog. Ik dacht aan een ladder om naar boven te klimmen, maar ik heb uiteindelijk voor een trap gekozen.” Vandooren heeft er nog een beetje werk aan. Ondertussen proesten de kinderen het uit, want ze hebben een kikker gevangen. Ze vinden hem lief en interessant en tonen hem aan hun vertederde ouders. Waar komt dat diertje vandaan? Misschien verbergt de gazon nog andere geheimen?

Roept deze grote groene grasmat herinneringen op bij Gonzague? Hij die op zo veel voetbalvelden heeft gespeeld. De lange bonenstaak heeft het voetbal, dat speciale milieu waarin een pak geld omgaat, altijd met een wat afstandelijke blik bekeken. Hij heeft er wel vrienden aan overgehouden: Ali Lukunku, Axel Smeets, Adnan Custovic, Benjamin Nicaise… Twee clubs liggen hem na aan het hart: l’Excel en Standard. Op Le Canonnier vond hij vreugde en trots in zijn achtertuin: wat kun je meer wensen? Bij Standard beleefde hij een passie niet haar gelijke niet heeft in België, met sfeervolle Europese avonden. Over het Lierse van zijn tijd heeft hij geen goed woord over: “Het stonk daar.” Bij Genk botste hij op Hugo Broos: “Zijn trainingen waren ouderwets, we deden elke dag hetzelfde. Het draaide er vierkant en hij stak de schuld op de kleedkamer en de zogezegde clans. Ik ben toen opgestaan en ik heb gezegd wat elke speler dacht: coach, het probleem dat ben jij!” Het bestuur zette Vandooren daarop uit de kern. Alleen Momo Dahmane bleef hem steunen.

“In de meeste kleedkamers heb je alleen maar makke lammeren”, zegt hij. Eén coach maakte wel indruk op hem: Miroslav Djukic. “Hij was absoluut top wat betreft de manier van voorbereiden en ook wat betreft zijn analyses na een wedstrijd. Maar toen l’Excel op de Titanic begon te lijken, heeft hij het schip verlaten.” Zelf heeft Gonzague Vandooren besloten om nooit hoofdtrainer te worden. Hij verkiest de kapiteinsband van Excelsior Papaoutai, een winnend familieteam.

DOOR PIERRE BILIC

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content