Peter t'Kint
Peter t'Kint Redacteur bij Sport/Voetbalmagazine

Vijf Kempenzonen over hun trainer en idool, Patrick Goots. ‘Als je zijn goals ziet, moet je zeggen : hij is de beste spits van België.’

Ooit verkocht hij 45 abonnementen op Antwerp, waar ze niet wisten wat ze zagen. Toen Patrick Goots in 1999 voor de Great Old tekende, werd hij prompt gevolgd door een schare supporters, jongens die al jaren voor de man uit Dessel supporteren en verzamelen in café De Koerel.. Het hart van de sociale gemeenschap, waar wandelaars en ander volk uitblazen van de inspanning of troost en ontspanning zoeken. Soms te ver gaan, zoals die twee vrouwelijke wandelaars vorige donderdag, na iets te veel compensatie van verloren vochtverlies luidruchtig verdwaald in een met de seconde hilarischer wordende dovemansdiscussie over wie hen op een eerdere wandeling tegen het lijf was gelopen. Was het nu Wim of Jos, ze raken er niet uit. Stof voor Boon of Carmiggelt, zeker als de winnaar van de discussie uiteindelijk haar gezelschap mee naar huis nodigt voor een laatste dronk, maar wel pleit voor begrip, het is er niet alleen wat slordig, maar haar dochter keurt drank niet zo goed. Steun zoekend bij elkaar trekken ze de avond in. In het café druppelen intussen Christian, Gunter, Benny, Peter en Zjang binnen, leden van de Kempenzonen en vrienden van Patrick Goots. Samen schuiven we rond één tafel, om het over hun maat en trainer te hebben. Op de achtergrond weerklinkt de ketchupsong. Dibedid, dab, vamos.

Hoe hebben jullie Patrick leren kennen ?

Christian: Ik ken hem al lang, via het voetbal. Ik volg Patrick al van in Lommel, dat is intussen vijftien jaar geleden.

Patrick: Wij trokken vaak samen op, met de Gunter er ook nog bij. Samen uit, samen thuis.

Benny: Ik kom uit Antwerpen, ken Patrick via zijn vader, kwam dan in contact met de caféploeg en ben daar gaan voetballen. Nu organiseren we supportersreizen met de bus.

Peter: Ik ken Patrick via Dessel Sport. Ooit viel ik één keer in bij de eerste ploeg toen Patrick er ook nog voetbalde. Nu ben ik een hevig supporter van Antwerp. Ze moeten er trouwens nog altijd hun belofte nakomen. Patrick ging er toch een standbeeld krijgen als ze terugkeerden naar eerste?

Patrick: Al mijn truitjes komen na het seizoen in zijn living terecht. Peter is een echte.

Zjang: Ik heb met Patrick nog gevoetbald bij Turnhout. Mooie momenten beleefd, legendarische oefenkampen aan zee in Knokke.

Hebben jullie zelf ooit ambities gehad ?

Gunter: Ik ben ooit ingevallen bij Dessel in Lommel, tegen Leen en Haagdoren nog, maar geen bal geraakt. Lopen, lopen, en altijd te laat. Snel had ik door dat dit voor mij te hoog gegrepen was. Niet goed genoeg, niet snel genoeg, geen karakter.

Patrick: Hij had het talent, is bij ons nog een van de beteren, maar hij mist wat snelheid. Wel bezeten van voetbal, zelfs als hij in provinciale voetbalde, kwam hij op zondagvoormiddag nog meespelen bij de Kempenzonen. Benny was een goeie linksback bij Tubantia. Peter is wat aan de struise kant, maar kon shotten. Zijn vader had ik hier in Dessel nog bij de scholieren. Zjang kon er ook wat van.

Zij moeten nu alle dagen werken, jij hebt een mooi leven. Besef je dat?

Patrick: Zeker. Chris werkt in ploegen, Gunter is zelfstandig chapper, moet hard en lang werken, ik zie dat ook. En ik respecteer ze enorm. In het voetbal heb je niet zoveel vrienden, dit zijn mijn echte maats.

Christian : Ik moet straks om tien uur nog mijn machine in gang steken.

Patrick: Maar daar staat tegenover dat we ook veel moeten laten. Dat hoort erbij. Toen ik jong was en zij gingen fuiven, moest ik om half twaalf thuis zijn.

Gunter: Met al die ploegen die jij had, moet je s morgens ook vroeg je bed uit.

Zijn jullie jaloers?

Benny: Neen, waarom? Misschien op al die feestjes ( luid gelach).

Gunter: Hij moet er veel voor laten.

Zjang: Het moet wel plezant zijn, er volledig voor kunnen leven. Het is toch een beetje anders dan een gewone werkman.

Gunter: Jaloers op de pree misschien. ( lacht)

Benny: Over geld wordt niet gepraat.

Gunter: Voor ons is dat niet belangrijk.

Zjang: Ik vind dat binnen de ploeg ook niet belangrijk. We zaten samen bij Turnhout, hij verdiende veel meer dan ik, maar dat gaf niet, want hij scoorde en dan kreeg ik ook mijn geld.

Patrick: Ik respecteer hen, dat weten ze ( lacht) En zij weten dat ik niet goed kan werken. Ik wil ze allemaal best helpen, maar niemand vraagt me. In mijn huis heb ik de pannen gedaan.

Benny: Aangegeven.

Gunter: Dertiende man.

Benny: Uit de plastiek gehaald, ja.

Is er iemand spits?

Gunter: Ik.

Kijk je dan speciaal naar hem?

Gunter: Ik vind hem de beste spits van België. Zeker als je naar de goals ziet. Vroeger vond ik hem zelf wel lui, dan zat ik mee te duwen en te zeggen allez, Pat, loop nu toch eens, maar hij stond er altijd en miek ze. Tegenwoordig werkt hij heel veel.

Patrick: Dat is het verwijt dat steeds terugkeerde. Volgens mij had dat te maken met de opleiding, trainers die zich fixeerden op het scoren van goals. Pas vanaf Sint-Truiden ( waar Goots in het seizoen 1996/97 speelde, ndvr) is dat veranderd, omdat het voetbal ook veranderde. Tot dan was het: Patrick, blijf daar maar staan, de anderen zullen het werk doen, jij moet de goals maken. Als je scoort, wordt er niks gezegd, maar sta je twee, drie weken droog, dan heet je snel een luierik te zijn. Meer ik ben veranderd. Vorig jaar kreeg ik de trofee van de meest verdienstelijke speler. Dat geven ze bij Antwerp niet omdat je de beste bent, maar omdat je ervoor hebt gewerkt. Soms denk ik: als ik tien jaar geleden had gedaan wat ik nu allemaal doe, dan stond ik misschien veel verder. Maar misschien voetbalde ik dan nu niet meer. Ik ben 36, dan was ik misschien al opgebrand. Nu heb ik nog veel reserves. ( Iedereen lacht) Daarvoor moet ik Regi Van Acker danken. Conditioneel ben ik onder hem veel sterker geworden.

Gunter: Erwin Vandenbergh zag je ook niet meeverdedigen, maar bij Patrick viel dat precies altijd veel harder op.

Patrick: Vandenbergh speelde in ploegen die wonnen, bij ploegen die tegen de degradatie voetballen, hebben de keeper en de spits het altijd gedaan. Maar ik weet dat ik vroeger op dat vlak fout zat.

Wat vinden jullie van zijn carrière?

Benny: Mooi. Er zitten schone goals tussen. Wat ontbreekt, is een topclub.

Gunter: Hij heeft iets te veel tegen de degradatie gespeeld. Of net erboven.

Christian: Een keer was hij dichtbij. Bij Brugge, hé, Patrick.

Patrick: Beveren was in principe geen slechte keuze, maar ze lieten net wat spelers vertrekken. En bij Genk zat ik op het verkeerde moment. Als ik daar drie jaar later kom… Een carrière is moeilijk te plannen, Bosman kwam voor mij iets te laat. Ik was bijvoorbeeld graag eens in Nederland gaan voetballen, omdat het voetbal mij daar ligt. We speelden onlangs tegen RKC. Als ik daar wat goeie passen krijg, loop ik er zo door om te scoren.

Denken jullie dat hij een topclub aankon?

In koor: Zeker.

Zjang: En dan was hij international geworden.

Gunter: Als ze ooit hadden kunnen verdragen dat hij wat minder liep en hem afrekenden op zijn goals, kon het lukken.

Patrick: Dat de deal met Brugge verkeerd liep, was de fout van de manager. Ik had de stylo vast om te tekenen, maar hij hield me tegen. Kortrijk was nog niet gered en hij vreesde dat dit in de loop van mijn carrière tegen mij kon gebruikt worden.

Christian: Hij kon dat toen goed zwijgen.

Patrick: Als onderhandelingen afgelopen waren, kregen zij als eerste het nieuws te horen, maar zolang er niks getekend is, kan ik zwijgen. Ik heb een volledig verkeerd imago, het beeld van een losbol, een flierefluiter…

Peter: Is dat een dikke nek, zeggen ze soms. Dan antwoord ik dat zij Patrick niet goed kennen, want hij is nog niks veranderd.

Patrick: Ach, het volstaat dat ik hier in het dorp efkes aan de radio pruts en iemand niet opmerk, om te horen dat je geen goeiedag meer zegt. Toen wij naar Roxette gingen, liep half eerste klasse daar, maar ik kwam met mijn kop in de krant. Andere gasten dronken veel meer, maar ik kreeg de naam.

Wat is het geheim van het scoren?

Patrick: Aangeboren. Je kan er op trainen, maar je moet het toch hebben. Die bal in Charleroi, iedereen doet er nu zo wild over, het was ook op CNN en Eurosport, hoorde ik, maar als je mijn video bekijkt, zitten daar nog van dat soort tussen. Links of rechts, het maakt me niet uit.In de jeugd had ik dat al, zonder dat het me ooit specifiek werd aangeleerd. In Dessel zagen ze al dat ik perfect op een bal trapte. Veel pure kracht heb ik niet. Ik trap wel echt met de wreef, bij veel spelers is dat iets tussen wreef en binnenkant voet.

Zjang: Weet je nog, die testen in Turnhout?

Patrick: Ze haalden een machine uit Amerika, om de kracht in je benen te meten. De dokter werd kwaad en vond dat ik hem belachelijk maakte, zo weinig kon ik omhoog krijgen. Daarop kwam hij naar training, om te constateren dat het niks met kracht te maken had, maar wel met de zwaai van het been en de plaats van de steunvoet. Als wij fitnessen, kom ik er altijd als slechtste uit. En met stevige buikspieren kan het ook niet te maken hebben, want dat doe ik nooit.

Peter: Wij hebben verdorie altijd verkeerd getraind!

Patrick: Na Genk ben ik daarmee gestopt, omdat ik last kreeg. Ronny Van Rethy kwam eens bij ons toen mijn zoontje twee was en hij stond versteld van zijn techniek. Aangeboren, want echt geleerd heb ik het hem niet.

Benny: Hij toont het ons op training en wij kunnen het wat bijschaven, maar perfect kopiëren zullen wij het nooit.

Wie is de beste spits van België?

Gunter: Als je het over goals hebt… Die daar. Twee keer meer dan dertig goals in tweede, al die doelpunten in eerste. Doe het maar. Zet Sonck op zijn dertigste terug in tweede, gaat hij er 37 maken? Het toppunt vond ik dat je elke dag in de gazetlas : we zoeken een spits. Terwijl er verdorie eentje in tweede rondliep.

Patrick: Iedere spits is anders. Sonck heeft vorig jaar sterk gepresteerd, nu is het minder… Als ik van nieuwjaar tot nu kijk, zullen we qua goals in mekaars buurt liggen. EddyWauters zegt het honderd keer, ik ben een afwerker, heel koelbloedig. Ik heb een jaar met Seol gespeeld, ook dat is een goeie spits. Veel hangt af van je ploeg. Zet op Charleroi een Degryse bij ons, en ik maak zeker vier goals.

Wat voor een trainer is Patrick?

Benny: Je leert er wat van.

Gunter: Veel met de bal, dat is voor een voetballer altijd goed.

Peter: Soms te hard.

Christian: Wij zijn maar cafévoetballers, maar hij doet het serieus.

Gunter: Veel lawijt tijdens de match, hij durft schelden.

Patrick: Ik moet dat sowieso wat doen. We worden al geviseerd omdat ik een bekende smoel heb, en dan moeten zij iets meer doen. Als het dan niet naar mijn zin is, krijgen ze op hun kop. Zo hebben ze het met mij ook altijd gedaan.

Gunter: Van hem moeten de spitsen niet werken, maar ik doe het sowieso.

Zjang: Dat is ook niet waar.

Christian: Wie niet goed in de match zit, kan na twee, drie fouten vertrekken. Op het veld ziet hij ons niet als kameraden.

Gunter: Ik zou het er moeilijk mee hebben, maar hij kan dat scheiden.

Benny: Er zijn jongens geweest die het daar wél moeilijk mee hadden.

Patrick: Wij waren ooit kampioen van België, de ploeg stond op het niveau van een derdeprovincialer. De A-ploeg moet presteren. Dit zijn kameraden voor het leven, maar ik heb Chris ooit eens na twintig minuten laten invallen en tien minuten later weer vervangen.

Gebruik je oefeningen uit eerste klasse in je trainingen?

Patrick: Ik ben wellicht de speler die in zijn carrière het grootste aantal trainers had. Van iedereen pik je wel wat op. Wat Houwaart doet, vind ik interessant, misschien nog wat van de oude stempel, maar je kan sommige dingen gebruiken. Je moet inderdaad je trainingen aanpassen. Deze vijf mannen kunnen wat, maar anderen zijn veel minder. En dan is het al gebeurd, dat een oefening die mij heel simpel lijkt, totààl de mist ingaat.

Gunter: Jullie hebben een week om dat aan te leren, wij moeten dat van de eerste seconde kunnen.

Patrick: Ik ken ploegskes van hetzelfde niveau die in het begin van het seizoen op een hoge zandberg lopen. Dat doe ik niet. Die mannen hebben een hele dag gewerkt, hen kan ik op donderdag toch niet afbeulen.

Peter: Dan krijg je geen volk.

Christian: Lopen ze na twee weken weg.

Patrick: Nu is dat plezant. En er zit vrijwel alles in. Ik probeer altijd mee te doen, en dan jaag ik ze nog eens extra op. (Lacht) Dan zeg ik soms dat ik bij hen meer doe dan bij ons op training. Ik ben misschien al een oude vent, maar doe het nog zo graag, ik train gewoon graag. Mij moeten ze niet paaien met een lichter programma dan de rest, ik zou het besterven. Daerden en Wellens hebben me dat vroeger voorgedaan, oud zijn, maar toch nog elke week presteren, omdat ze het graag doen. En ik heb er het lichaam voor gekregen, nooit gekwetst.

Benny: Als we op training een matchke spelen en je staat bij hem in de ploeg, win je altijd. Hij gaat immers zo lang door tot hij wint.

door Peter T’Kint

‘Of we jaloers zijn op hem ? Misschien op al die feestjes.’

‘Als ik tien jaar geleden had gedaan wat ik nu allemaal doe, dan was ik misschien al opgebrand. Nu heb ik nog veel reserves.’ (Patrick Goots)

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content