Met twee omgezette strafschoppen tegen La Louvière kwam Paul Kpaka dit weekend aan veertien competitiegoals. Alleen Wesley Sonck doet beter.
Er zaten weer buitenlandse scouts voor jou in de tribune. Weet je welke ?
Paul Kpaka : Een paar dagen voor de wedstrijd belde mijn landgenoot Mohammed Kallon van Inter me op. Hij zei me dat Inter tegen La Louvière een scout zou sturen. Ik weet dat ook Engelse en Spaanse ploegen me volgen, en ook Belgische topclubs zitten regelmatig in de tribune. Maar ik laat me daar niet door beïnvloeden. Ik heb tegen mijn manager Willy Hox gezegd dat hij me maar moet aanspreken als het echt serieus wordt. Tot nu toe kijken ze, maar is niemand concreet.
Je moet geld opbrengen, Paul, zodat GBA wat vrijer kan ademen.
Ik ga er wel van uit dat dit waarschijnlijk mijn laatste jaar bij GBA wordt. Als ik en de club allebei een goeie zaak doen met een transfer, is dat fantastisch. Maar ik denk niet te veel na over al die ploegen die me volgen. Te veel goeie spelers verloren in het verleden hun beste vorm, omdat ze gingen piekeren over hun toekomst.
Je trapt de penalty’s hard en goed, maar vorige week tegen Lommel miste je er wel één.
In Lommel heb ik me laten opjagen door een paar van hun verdedigers. Al in de eerste minuut gaf Carl Hoefkens me een schop waardoor ik bloedde. Dat was niet normaal, wat ik daar verbaal en fysiek te incasseren kreeg. Niet te geloven, echt uitzonderlijk ! Tegen andere clubs maak ik dat zelden mee. Maar goed, daardoor miste ik dus die penalty. Sinds Dirk Huysmans er vorig jaar één miste tegen Club, neem ik ze. Niet dat penalty’s mijn specialiteit zijn, maar ik neem graag mijn verantwoordelijkheid op als het er om spant.
Je blijft een constant vormpeil aanhouden.
Na de winterstop gaat het een stuk beter. De komst van Rudi is een goeie zaak voor de ploeg, en ook voor mij. Net als Degryse voelt hij intuïtief hoe hij me voor doel moet zetten. Toen hij er nog niet was, vond ik mezelf ook goede voetballen. Maar als die passes niet op het juiste moment komen, valt dat niet op en krijg je weinig kansen. Nu krijg ik per wedstrijd meerdere goeie ballen. Vooral thuis lukt het scoren me makkelijker. Maar het is geen obsessie, hoor. Ik fixeer me niet op mijn aantal goals, het is niet zo dat ik absoluut topschutter wil worden.
Je loopt wel vaak buitenspel, dat bleek ook tegen La Louvière.
De trainer had me gevraagd om zo diep mogelijk te spelen, op gelijke hoogte van de libero. Dat is op het randje, dan mislukt het wel eens.
Iedereen weet dat jij voor de goals zorgt bij GBA, en toch kunnen ze je niet afstoppen.
Ik probeer elke week gevaarlijk te zijn. Een spits moet belangrijk zijn, het verschil maken. Niet één keer, maar elke week.
Als je hier weggaat, wat zal je dan van GBA onthouden ?
Dat Van der Elst me hier voluit mijn kans gaf en van meet af aan in me geloofde. Twee jaar geleden kende niemand Kpaka, maar hij gaf me meteen alle vertrouwen. Ik leer ook veel van Tahamata en Wellens, die me nuttige tips geven omdat ze zelf aanvaller waren. Zij hebben goeie ogen, ik luister veel naar ze.
door Geert Foutré
‘Mohammed Kallon van Inter belde me om te zeggen dat Inter een scout zou sturen.’
