Per 1 januari aanstaande wordt Alan Simonsen de nieuwe trainer van de Luxemburgse nationale ploeg. De kwikzilveren 45-jarige Deen was einde de jaren zeventig, begin tachtig een van de beste voetballers van Europa. In 1977 werd hij uitgeroepen tot voetballer van het jaar en tijdens het EK in 1984 was hij met de Deense ploeg de taaiste tegenstander van Frankrijk dat, in eigen land en aangevoerd door Michel Platini, uiteindelijk niet te kloppen bleek.

Als trainer is Alan Simonsen pas aan het begin van zijn carrière. Hij was tot 1 november bondscoach van de Faroer Eilanden. Overstappen van Faroer naar Luxemburg kan bezwaarlijk een stap vooruit genoemd worden. Luxemburg staat in de Europese ranking op de voorlaatste plaats (49ste), Faroer is 44ste.

Na 17 jaar trouwe diensten werd Paul Philipp bij Luxemburg de laan uitgestuurd. Dat gebeurde vorige maand, drie dagen nadat hij ei zo na in Belgrado dé stunt van zijn trainerscarrière verwezenlijkte : Luxemburg stond tegen Joegoslavië 1-2 voor. Een kwartier later werd de wedstrijd afgefloten en wezen de bordjes 6-2. Philipps contract met Luxemburgse voetbalbond zou niet worden hernieuwd. Hij moest opstappen.

Niemand in de geschiedenis van de voetbalsport bleef langer aan als bondscoach dan de gewezen middenvelder van Royale Union Sint-Gillis en Standard Luik, niemand incasseerde ook zoveel nederlagen. Toch verwachtte Philipp niet dat hij zou worden ontslagen voor slechte prestaties zoals dat elders wel het geval is. Maar de Fédération Luxembourgeoise de Football kon het niet langer gedogen dat zoveel kleinere landen zoals de Faroer, Malta, Liechtenstein en San Marino het voetballend beter doen dan Luxemburg.

Paul Philipp, tijdens zijn lange loopbaan in België geprezen voor zijn fijn karakter, nooit aflatende werkkracht en meer dan degelijke individuele techniek, beschouwt de hoge welvaart van de Luxemburgers als de oorzaak voor de slechte prestaties van de nationale ploeg. Het gemiddeld jaarlijks inkomen in Luxemburg bedraagt ongeveer twee miljoen frank (50.000 euro). Tweederangsvoetballers in Duitsland, Frankrijk en België kunnen dat bedrag verdubbelen door een job te aanvaarden in een van de talrijke plaatselijke bankbedrijven en te voetballen voor een lokale club.

Bij de 12 eersteklassers spelen er momenteel amper 50 Luxemburgers. Die komen dus vrijwel allemaal in aanmerking voor de nationale ploeg. In vele landen is sport, en meer bepaald voetbal, een van de wegen om op te klimmen op de sociale ladder. In Luxemburg ligt een mogelijk succes in de voetbalsport in het verdwijnen van de heersende welvaartseconomie. Maar de Luxemburgers weten vanzelfsprekend beter en houden liever de situatie zoals ze is.

Paul Philipp is na 17 jaar als bondscoach met magere uitslagen nochtans niet verbitterd. Hij herinnert zich enkele schitterende resultaten, zoals de 1-1 tegen de Rode Duivels op de Heizel, een 0-0 tegen Schotland en een 2-3-nederlaag tegen Duitsland, waarna hij van de Luxemburgse bond de toelating kreeg om met zijn internationals drie keer per week te trainen en voor de wedstrijden 10 dagen lang op afzondering te gaan.

Het is nu uitkijken wat Luxemburg zal presteren onder Alan Simonsen. Maar voortgaand op wat die ons zei tijdens de loting voor Euro 2000 in Gent, moet er niet te veel van de eens zo prachtige kleine Deense voetballer verwacht worden. “Ik hou niet van drukte”, zei de ex-coach van de Faroer ons toen op een rustige toon.

door Mick Michels

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content