FC Barcelona triomfeerde begin juni in Berlijn andermaal in de Champions League, maar voetballen op balbezit is uit de tijd. Countervoetbal floreert weer als vanouds. Maar liefst 20,6 procent van de doelpunten in de sterrenliga was vorig seizoen het resultaat van een snelle uitbraak. De trend was nog duidelijker zichtbaar in de Europa League, waar de finalisten FC Sevilla en Dnipropetrovsk het laagste percentage balbezit behaalden van de zestien ploegen in de achtste finales.

De conclusie van de Technische Studiegroep van de UEFA, die alle Europese duels van vorig seizoen analyseerde, lijkt in deze jaargang bevestigd te worden. In maar liefst de helft van de zestien duels van de eerste speeldag werd het overwicht balbezit niet omgezet in een positief resultaat.

Juventus (44 %) won bij Manchester City, PSV (38 %) vloerde Manchester United, Galatasaray (54 %) schoot tekort tegen Atlético Madrid, Dinamo Zagreb (42 %) kreeg Arsenal klein, Valencia (62 %) moest het hoofd buigen voor Zenit, AA Gent (47 %) verdiende ruimschoots een punt tegen Lyon en Barcelona (69 %) geraakte niet langs AS Roma. Het meest opmerkelijke resultaat was wellicht nog Real Madrid tegen Sjachtar Donetsk (4-0), met 50-50 balbezit. In de Europa League meende Anderlecht (40 %) recht te hebben op meer dan een gelijkspel tegen AS Monaco.

Johan Cruijff mag als de geestelijke vader van het tiki-takavoetbal worden beschouwd, dat hij bij Barcelona introduceerde. Zijn stelling is dat als je de bal hebt, de tegenstander niet kan scoren. Balbezit is dus zowel een aanvallende als een verdedigende tactiek. Volgens Alex Ferguson, een van de experts van de UEFA, is er echter te vaak sprake van ‘pedant balbezit’: balbezit op de eigen speelhelft zonder spektakelwaarde. En dat terwijl het Man U van Louis van Gaal niet Europees voetbalde.

Balbezit om het balbezit. Zonder penetratie. Neen, dan scoor je niet. De Technische Studiegroep merkte op dat zelfs het Barça van Luis Enrique via de inbreng van Ivan Rakitic geregeld voor de snelle omschakeling opteert. José Mourinho maakt al langer zijn beklag over ‘de moderne obsessie met balbezit’ en ook Diego Simeone (Atlético Madrid) geeft de bal bij voorkeur aan de tegenstander.

Pep Guardiola zullen ze nooit overtuigen. Bayern München etaleerde vorige week zijn bekende spel, met 65 procent balbezit, en had geen kind aan Olympiacos (0-3). Engelse clubs zijn, op enkele uitzonderingen na (Arsenal, Man U, Liverpool), altijd koele minnaars van het korte combinatievoetbal en aanhangers van de snelle, lange bal geweest. Het is de tactiek waarmee het bescheiden Leicester City van Claudio Ranieri na vijf speeldagen en 36,3 procent balbezit op de tweede plaats in de Premier League stond te blinken.

De omschakeling naar meer countervoetbal heeft nog een andere consequentie: het thuisvoordeel verdwijnt. Na 50 matchen konden de Engelse clubs in de eigen competitie slechts 16 thuiszeges voorleggen, tegen 19 overwinningen voor de bezoekers.

Een wedstrijd duurt negentig minuten, luidt het oudste voetbalcliché, maar meestal is (in de Premier League) al na een halfuur de afloop gekend. Als de thuisploeg na dertig minuten niet op voorsprong staat, zijn de bezoekers uitgesproken favoriet om met de drie punten aan de haal te gaan.

De eerste goal is belangrijker dan ooit geworden, omdat die de weg vrij maakt om helemaal op de tegenstoot te gaan speculeren. In de vorige Champions Leaguecampagne werden 117 matchen geteld waarin gescoord werd en slechts vijf keer (onder andere in Anderlecht-Arsenal) kon een ploeg een achterstand in een overwinning ombuigen.

In de Belgische competitie staat het thuisvoordeel (voorlopig?) nog stevig overeind. Na zeven speeldagen konden de gasten slechts 7 keer op 48 winnen, 29 keer trok de thuisploeg aan het langste eind. En dat terwijl de meeste van onze clubs nooit iets anders gedaan hebben dan op de counter loeren. Plots zijn we echter voorlopers. Of onze tribunes daar vrolijker van worden, is echter een andere zaak.

DOOR FRANÇOIS COLIN

‘Een match duurt 90 minuten maar meestal is na 30 minuten de afloop gekend.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content