Dat de Rode Duivels volgende week dinsdag de VS ontvangen, is voor een groot deel te danken aan de New York Cosmos, de legendarische ploeg van de jaren zeventig die het soccer in de States uit de marginaliteit haalde. Een reconstructie.

Op 29 juni 1950 schokten de Verenigde Staten de hele voetbalwereld. Tijdens het WK in Brazilië schakelde het nationale voetbalelftal de Engelse ploeg uit. Zo groot was het zelfvertrouwen bij de Engelsen dat ze voor die bewuste match in Belo Horizonte hun legendarische dribbelaar Stanley Matthews vrijaf gaven. Engeland verloor met 1-0. Het doelpunt kwam van JoeGaentjes, niet eens een staatsburger. Joe was Haïtiaan. Het zou tot 1990 duren voor de VS zich nog een keer voor een WK-eindronde konden plaatsen. Dankzij: de New York Cosmos!

“Soccer wordt met de voeten gespeeld en niet met de handen. Voor de Amerikaanse sportliefhebber is dat heel verschillend van wat die gewend is.” ( Johan Cruijff, van 1979 tot 1981 speler van de LA Aztecs en Washington Diplomats, bij het begin van de film Once in a Lifetime, the Extraordinary Story of the New York Cosmos)

Op het voetbalsucces van 1950 werd niet verder gebouwd. Soccer raakte in de States niet van de grond. Het was een raar spel voor Amerikanen die op sportvlak korte onderbrekingen gewoon waren, pauzes waarin ze wat konden praten, iets drinken of wat te eten halen. Soccer, met twee eindeloos lange helften van 45 minuten, stond daar haaks op. Terwijl het voetbal overal elders ter wereld boomde, had 99,9 procent van de Amerikanen in de jaren zestig amper weet van het bestaan.

Toen Engeland in 1966 in eigen land het WK won en dat toernooi in de VS op de buis kwam, wilde men vanuit de FIFA toch een poging doen om de VS voor zich te winnen. In 1967 werden twee profcompetities opgericht, die – amper een jaar en veel illusies later – in 1968 samensmolten tot de North American Soccer League (NASL). Die startte met zeventien teams, om een jaar later terug te vallen tot… vijf. Soccer pakte de Amerikaan niet, het bleef een sport voor immigranten, latino’s en Europeanen.

Cosmopolitan

Het waren niet toevallig twee Turken, Ahmet en Nesuhi Ertegün, die in 1971 aan de basis lagen van de NY Cosmos. De twee broers, allebei geboren in Istanbul, verhuisden in 1935 in het spoor van hun vader, ambassadeur van Turkije, naar de VS en richtten daar het platenlabel Atlantic Records op. Toen Warner Brothers hun platenlabel overnamen en Nesuhi Atlantic Records wilde verlaten, werd hem dat door de grote baas van Warner Steve Ross verboden. Oké, antwoordde Nesuhi, maar dan wil ik wel een voetbalploeg.

Clive Toye, een Engelse journalist die na het WK’66 naar de VS was geëmigreerd en er voor de Baltimore Bays werkte, kreeg de job van general manager. Het was Toye die met de naam kwam aanzetten. Uit Once in a Lifetime: “Je had in New York de Metropolitans, een baseballteam. Wat is er grootser dan metropolitan? Cosmopolitan! Vandaar: Cosmos.” Op 4 februari 1971 werd de naam officieel bekendgemaakt, een datum die de club gebruikte als stichtingsdag.

Een succes was het aanvankelijk allerminst. De spelers koppelden hun dagtaak aan twee trainingen per week en werden in wedstrijden van de mat geveegd. Veel verdienden ze niet, zo getuigt doelman Shep Messing over die periode: “Mijn eerste contract was 2100 dollar. Voor het hele seizoen!” Randy Horton, de eerste topschutter, werkte overdag in de Warner Bros Jungle Habitat, een safaripark in New Jersey. Harold, de chimpansee waarmee Randy overdag werkte, werd mascotte van de ploeg. Overigens is dat park er maar een jaar of vier geweest. Wilde dieren ontsnapten of vielen toeristen aan.

Populair als de paus

A disgrace of a team, dat was de vroege NY Cosmos. Soms zat er maar vijftig man in de tribune, veelal familie van de spelers. Tot plots Steve Ross er verscheen, de baas van Warner. Ross kende niks van voetbal, maar hield wel van uitdagingen en wilde iets onmogelijks doen: van soccer de Amerikaanse sport nummer één maken.

Warner was groot in die tijd. Film, platen, de hele entertainmentbusiness werd door de groep gedomineerd. Hollywood inspireerde Ross. Sterren moesten de Cosmos hebben. Het was Toye die als eerste de naam van Pelé liet vallen. Hij vergeleek hem qua populariteit met de paus, want Ross noch de rest van de clubtop hadden al van de Braziliaan gehoord. Ondervoorzitter Raphael de la Sierra: “Pelé? Wie in godsnaam is dat?”

Ahmet Ertegün kende Pelé wel. Hij was in 1970 naar het WK in Mexico geweest en had daar de Braziliaan ontmoet. Mexico was het laatste WK van Pelé, die een jaar later als wereldkampioen en beste speler van het toernooi afscheid zou nemen van de nationale ploeg. In 1974 stopte hij er ook officieel mee bij zijn clubteam Santos.

Ross stuurde zijn advocaat naar Brazilië. Hij zag in de Braziliaan veel meer dan een voetballer. Pelé was a brand, een merknaam. Schoenen, parfum, kleren, televisie, muziek, het mocht wat kosten, Warner had geld genoeg. Pelé bezweek. Real Madrid en Juventus hadden hem ook al proberen te lokken, maar de Amerikanen speelden het naast financieel ook emotioneel: “In Europa kun je alleen een kampioenschap winnen. Hier kun je een land veroveren.” Pelé tekende een reeks contracten, niet alleen als voetballer (drie seizoenen), maar ook als sandwichman voor Warner (voor veertien jaar). Er zat zelfs een platencontract bij Atlantic Records tussen. Totale waarde van het contract: diverse miljoenen dollar.

Enig probleem: Pelé was nationaal bezit. De Braziliaanse overheid liet hem niet gaan. Dus schakelde Warner de politiek in. Nelson Rockefeller, op dat moment vicepresident van de VS, werd benaderd. Hij weigerde een tussenkomst, maar suggereerde wel die van Henry Kissinger. Even later kreeg Pelé telefoon van de Braziliaanse minister van Buitenlandse Zaken. “Teken maar voor Cosmos, dat kan een goeie zaak zijn voor de relaties tussen Brazilië en de VS.” Pelé was onder de indruk. “Als jullie dát kunnen regelen… Ik kom!”

Groene verf

Qua marketing een sterke zet. Soccer werd in die dagen in de Amerikaanse media amper behandeld, maar de komst van Pelé wekte plots wel veel belangstelling. De presentatie in de befaamde Club 21 in Manhattan lokte 143 persmensen. Iedereen liep en trapte op elkaar. Pelé dook op inPelétijd, twee uur te laat… “Soccer is eindelijk in de VS gearriveerd”, klonk het. Zijn debuut werd live uitgezonden op CBS.

De Cosmos voetbalden toen op Randall’s Island, op een veld waar je moest opletten voor scherven en putten. Na zijn debuut constateerde Pelé in de kleedkamer dat zijn benen groen uitsloegen. Toye had inderhaast iemand voor de wedstrijd met groene verf op het veld gestuurd, om de plekken waar geen gras groeide te camoufleren…

Hij was al gestopt, de Braziliaan (34 bij zijn komst), maar hij bleef een genot om naar te kijken. Werner Roth, in die dagen verdediger bij de Cosmos, daarover in de film: “De grootste uitdaging voor ons was om niet te stoppen en naar zijn spel te kijken.”

Soccer stond in geen tijd op de Amerikaanse kaart en NY Cosmos werd een naam. De toeschouwersgemiddelden stegen pijlsnel, van een kleine 3600 toeschouwers vóór Pelé naar een cijfer boven de 10.000. In 1977 speelden de Cosmos, die twee keer van stadion veranderden, al voor een gemiddelde van ruim 34.000 toeschouwers.

In het spoor van de Braziliaan werden de andere voetballers van Cosmos sterren. In Manhattan waren het de hoogdagen van Studio 54, een danstent, en daar had Cosmos een eigen tafel. Pelé werd er vaak gesignaleerd, aan elke arm een bloedmooie vrouw. De Chivas Regal vloeide rijkelijk, Pelé schuwde de sigaret evenmin.

Op het veld werd de sport veramerikaniseerd. Er kwamen cheerleaders en tijdens de rust traden zangers of groepen uit de stal van Warner op. Op het veld gingen de Amerikanen de internationale regels buigen. Sportliefhebbers houden er niet van gelijke spelen, dus mocht dat niet. Penalty’s waren saai, dus vonden ze de shoot-out uit. Bij een gelijkspel moesten van elke ploeg vijf spelers om de beurt van op iets meer dan dertig meter naar doel oprukken. De doelman kreeg, anders dan bij strafschoppen waar hij op de lijn moest blijven, alle bewegingsvrijheid om dat te beletten.

Der Kaiser

Pelé lokte andere sterren naar de VS. Naast Cruijff ook Robbie Rensenbrink, Juan Lozano, Gordon Banks, Rodney Marsh, Geoff Hurst, zelfs even George Best die in Los Angeles ging voetballen. Elke franchise wilde zijn vedette. Maar dé vedettenploeg bleef Cosmos. In 1976 haalden ze Giorgio Chinaglia weg bij Lazio. Een stunt, want nog topschutter in Italië in 1975. Een vreemde figuur, een soort Godfather. Dominant, in de film lijkt hij wat op Tony Soprano uit de maffiareeks. Zijn vrouw was een Amerikaanse, Chinaglia was zijn plaats in de nationale ploeg kwijt, het werd in Italië wat heet onder zijn voeten, hij wilde er weg.

Sportief een meesterzet. Chinaglia, een echte nummer negen, schoot ze vanuit alle hoeken binnen en jaar na jaar werden de Cosmos kampioen. Extrasportief was het een drama. Chinaglia ontwikkelde een speciale relatie met Ross en wilde de baas zijn. Iedereen, ook Pelé, moest in zijn dienst werken of spelen. Twee hanen op één erf. Het duurde niet lang voor de twee ruzie kregen.

Omdat het kampioenschap kort was, gingen de Cosmos vaak op tournee. Een reizend circus, rondgevoerd in grote limousines. Chique hotels, uitstekende begeleiding, grote omkadering, het kostte handenvol geld. Op één jaar tijd maakte de ploeg vijf miljoen dollar verlies. Voor Warner peanuts.

Steeds meer sterren moest Ross hebben: Carlos Alberto, kapitein van Brazilië op het WK’70, en Franz Beckenbauer, der Kaiser, de ster van Duitsland. Noah’s Ark, zo doopten ze Cosmos. De Cosmos waren werelds, ook in de tribunes. Op een dag verscheen na een match Mick Jagger in de kleedkamer, wat langer haar, een niet zo frisse look. Gordon Bradley, de toenmalige trainer, vertrouwde het niet en riep security: “Wie is die man? Zet die er eens uit!” Beckenbauer kwam tussenbeide: “Laat maar, coach, dat is Mick Jagger.”

Beckenbauer lokte jaloezie uit bij Chinaglia. Die kreeg steeds meer macht en dat luidde de ondergang van Cosmos in. Chinaglia dreef een aantal getrouwen van het eerste uur naar de deur en plaatste overal zijn mannetjes. Gevolgen had het nog niet direct, de Cosmos zouden nog een aantal jaar het landschap domineren. Ze vielen pas door de mand toen het crisis werd.

Na 1980 ging het snel bergaf, zowel met Cosmos als de NASL. Soccer op tv werd geen succes, ABC gaf het al na één seizoen op. Er waren te veel ploegen (in 1978 begonnen ze met 24 clubs) die na een tijdje hun financiële verplichtingen niet konden nakomen.

Ook Cosmos kreeg financiële problemen. Warner werd het doelwit van een vijandige overname door Rupert Murdoch en zag een gouden kip, computerspelletjesgigant Atari, in de problemen komen. Om de boel te redden gokte Ross een laatste keer. Hij wilde zuurstof injecteren door het WK naar de VS te halen. Amerika stelde zich kandidaat voor 1986, maar Mexico werd aangeduid.

Van toen af ging het snel. In 1984 haalde Cosmos de play-offs niet. Een jaar later was er geen NASL meer en hield Cosmos op te bestaan. Steve Ross overleed, een illusie armer, in 1992.

Was het dan allemaal voor niets? Neen. Door het succes van de Cosmos in de tweede helft van de jaren zeventig, gingen een pak jonge Amerikanen aan het voetballen. De eerste vruchten daarvan plukte men in 1990, met een kwalificatie voor het WK, veertig jaar na de stunt van Belo Horizonte. Vier jaar later werd het WK alsnog in de VS georganiseerd. In 1996 zag de MLS het daglicht, de huidige Amerikaanse profcompetitie. Sinds 1990 waren de VS er op elk WK bij. Op de FIFA-ranking staan ze momenteel 28e. België 37e.

Ook met de Cosmos gaat het weer beter. In augustus 2010 werd de komst aangekondigd van de nieuwe NY Cosmos, die op dit moment geld bijeenzoekt (er is zowat 70 miljoen dollar nodig) om een franchise te kopen om in de MLS aan te treden. Pelé is erevoorzitter, Eric Cantona en Cobi Jones, recordinternational van de VS, bekommeren er zich om het voetbal.

door peter t’kint

“Wie is die man? Gooi hem eruit”, zei Bradley. “Coach,” antwoordde Beckenbauer, “dat is Mick Jagger.”

“Ik heb ooit moeten wachten om een corner te geven. De reclame was nog bezig.” Swat Van der Elst

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content