Anderlecht en Peter Ressel hebben hun samenwerking vorige week per direct stopgezet. Ressel, de laatste twee jaar op zelfstandige basis het hoofd scouting van de Brusselse club, handelt nog enkele lopende zaken af en maakt plaats voor jeugddirecteur Werner Deraeve. Die neemt er de scouting bij in afwachting van de komst van Pär Zetterberg.

Kan het dat je bent afgerekend op de vele transfers vanuit Nederland – Cornelisse, Fleur, McDonald, Hellings – die stuk voor stuk mislukten ?

Peter Ressel : “( Opgewonden.) Helemaal mis ! Dan betwijfel ik of je voetbalintellect hebt. Je moet je ook afvragen : waardóór mislukken die jonge gasten ? Dat is intern en daar praten we nu over. Het lag niet aan hun kwaliteiten, dat kan ik je wel vertellen.”

Wat ik hoor in de club, is dat jij vooral naar de buitenlandse markt keek en Anderlecht zich op Belgisch talent wil gaan oriënteren. Een verschil van visie, heet dat dan.

“Onzin ! Dáár wil ik nu eens op antwoorden. We zijn in de scouting met twaalf mensen. Daarvan werken er acht constant op de Belgische markt. Flauwekul dus ! Maar dat zijn ook allemaal de redenen niet : er zíjn er eigenlijk geen. Het heeft niks te maken met mijn werk, helemaal niks. Het is een samenloop van omstandigheden.”

Dat zijn toch redenen ?

“( Ontwijkend.) Kijk, er wordt gezegd : dít, en met Hugo ( Broos, nvdr) dát. Als je goed je huiswerk hebt gemaakt, dan weet je wat er de laatste twee, drie jaar is binnengekomen. Dan weet je ook dat daar goede transfers bij waren, buiten Clayton Zane, die geblesseerd was. Maar tíen mensen hadden hem aan het werk gezien en die hebben die transfer gezamenlijk gedaan. Dat is het dus niet. Je kán hiervoor geen redenen vinden. Omdat ze er niet zijn.”

Is het niet vreemd dat er zonder reden een einde wordt gesteld aan een samenwerking ?

“Tja, er zijn natuurlijk wel omstandigheden.”

Had je het zien aankomen ?

“( Kalmeert.) Euh, toch wel. Maar in grote lijnen had ik het niet zo verwacht. Het was voor mij ook een hele opgave om elke dag honderd dertig kilometer van Neerpelt naar Brussel te rijden. Ik heb dat graag gedaan, maar de files, het slechte weer, drie keer al iemand achter in mijn auto gehad : dat speelt natuurlijk ook mee. Er is rustig gesproken van twee kanten en toen is er gewoon gezegd : we sluiten het af. Alles samen was ik toch tien jaar bij Anderlecht : drie als speler, zeven in de scouting. Het is mooi geweest. We hebben nu een regeling afgesproken : ik blijf goede vrienden met Anderlecht.”

Geen scheiding met slaande deuren ?

“( Stellig.) Nee, nee, absoluut niet.”

Wat ga je nu doen ?

“( Lacht.) Toevallig heb ik zes maanden geleden een aanbieding gehad van een andere club. Ik heb er nu nog twee die mij een aanbieding gestuurd hebben : een Duitse en een Nederlandse. Voorlopig laat ik alles betijen. Relativeren. Nogmaals : ik ben niet afgerekend op mijn werk. We zijn kampioen geworden, hadden misschien ook de beker moeten winnen, spelen weer voorronde Champions League : het doel is bereikt.”

Biedt de makelarij een uitweg ?

“Ik ga bezig blijven in de voetballerij. Maar de makelarij ? Ik heb niet zo’n hoge dunk van makelaars. Ik denk dat ze meer op geldgewin uit zijn dan dat ze de speler begeleiden. Misschien kan ik daar wel iets doen, maar ik weet het echt nog niet.”

door Jan Hauspie

‘Je moet hiervoor geen redenen zoeken. Ze zijn er niet. Alleen omstandigheden.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content