Bruno Govers

Een staande ovatie van 52.000 toeschouwers : Philippe Albert keerde even terug naar Newcastle.

Hij zou terugkeren, dat had hij gezworen. Terugkeren naar Saint James’ Park, het stadion van Newcastle, waar hij ooit zelf met brio de kleuren van de Magpies verdedigde. Dus trok Philippe Albert onlangs voor de derde keer in evenveel jaar naar Engeland. In het gezelschap van Sport/Voetbal Magazine woonde hij Newcastle-Manchester United bij, de topaffiche van de 33ste speeldag van de Premier League.

Herinneringen overspoelen Albert. “Een datum die voor altijd in mijn geheugen is gegrift, is 20 oktober 1996. We versloegen toen Manchester United met 5-0. Doelpunten van Darren Peacock, David Ginola, Les Ferdinand, Alan Shearer en mezelf. Mijn goal was een lob van op 25 meter, doelman Peter Schmeichel stond helemaal perplex. Ik denk dat ik door dat doelpunt definitief in de legende van de club ben getreden. Nog altijd word ik, als ik terugkeer, door tal van mensen aangeklampt die over dat doelpunt en die wedstrijd beginnen. Onlangs kreeg ik thuis het bezoek van een team van Tyne Tees, een van de lokale televisiezenders van Northumberland. In het kader van een retro-reportage wilden de journalist en de cameraman mijn leven na mijn carrière in beeld brengen. We hadden het toen over die match. Ik meen te hebben begrepen dat de videocassette van die match eerste staat in de hitparade van de beste verkochte cassettes. Om maar aan te geven hoezeer die wedstrijd tot de verbeelding spreekt.

“Maar ik bewaar ook een slechte herinnering aan een wedstrijd tegen Manchester United, in mijn tweede seizoen bij Newcastle. Onder de hoede van Kevin Keagan waren we toen in het klassement op een bepaald moment twaalf punten uitgelopen ten opzichte van Manchester. Maar toen kwamen ze bij ons winnen met 0-1 – een goal van Eric Cantona – en die nederlaag had op ons het effect van een uppercut. Week na week boerden we achteruit, uiteindelijk eindigden we in dat kampioenschap slechts als tweede.”

In de luchthaven wordt Philippe Albert verwelkomd door Susan Justice, verantwoordelijke voor de catering op Sant James’ Park. Haar man David, een echte Magpies-freak, en zijn vrienden Brian (een hoefsmid), Peter (een landbouwer) en Derek (een bediende bij British Telecoms) behoren tot de mensen met wie Albert sinds zijn vertrek in de zomer van 1999 het contact is blijven behouden. “Allemaal eenvoudige mensen, net zoals Phil, zegt Susan. “Eerlijk, dat was voor ons een aangename verrassing toen hij hier in 1994 bij ons neerstreek. Want hij werd voorafgegaan door een kolossale reputatie. Dat had hij te danken aan enerzijds zijn geweldige prestaties met de Belgische ploeg op de World Cup in de Verenigde Staten, maar anderzijds ook aan zijn werk bij Anderlecht. Geloof me, Anderlecht is voor ons geen onbekende sinds het ons op een lenteavond in 1970 zonder erbarmen uit de Jaarstedenbeker kegelde. Sindsdien is de Brusselse club een referentiepunt voor ons. En daarom reageerden we een kwarteeuw later ook met trots en vrees op het bericht dat Philippe Albert bij ons zou komen voetballen. Waarom met vrees ? Omdat we ons afvroegen of deze vedette van het Belgische voetbal zich wel zou kunnen aanpassen aan een provincieclubje als het onze.

“In het begin vreesde ik net als vele anderen het ergste. Phil leek zo koud en afstandelijk. Pas later begrepen we dat die houding veroorzaakt werd door een zekere verlegenheid, en niet door een superioriteitsgevoel. Na enkele weken slechts kregen we hem meer te zien, en werd hij hier door iedereen aanvaard. Phil zal bij ons altijd welkom zijn. Een voorbeeld : toen onze voorzitter, Freddy Shepherd, vernam dat Phil de wedstrijd tegen Manchester United zou bijwonen, besliste hij meteen dat onze Belg voor de match aan het publiek zou worden voorgesteld. Dat is een historisch evenement, die eer genoot hier nog geen enkele buitenlander.

“En onze voorzitter staat niet alleen. De mensen die nog met Phil speelden en die nog altijd bij ons rondlopen – zoals zijn gewezen ploegmaats Shay Given, Alan Shearer en Peter Beardsley, die hier verantwoordelijk is voor de min-zeventienjarigen – allemaal lieten ze me weten dat ze hem koste wat het kost wilden ontmoeten. Al heel de week wordt zijn komst in de lokale kranten aangekondigd. In het wedstrijdprogramma dat we voor de match tegen Manchester United aanbieden, is een retrospectieve over hem opgenomen. Het wordt een geweldig feest.”

Een tiental kilometer scheiden de luchthaven van Newcastle van het stadscentrum, waarin ook Saint James’ Park ligt. Naarmate het verkeer drukker wordt, stijgt het aantal claxonstoten van bewonderaars in Alberts richting. En de geestdrift zwelt nog met ettelijke decibels aan wanneer Albert aan het stadion uit de wagen stapt.

De eerste die hem begroet – en gewillig met hem poseert -, is Peter Beardsley, de gewezen Engelse international. “Phil is in alle betekenissen van het woord één van grootsten die ik heb meegemaakt. Ik heb in mijn loopbaan met veel goede voetballers samengespeeld maar ik aarzel niet om te zeggen dat uw landgenoot bij de besten behoort. Voor mij maakt hij ontegensprekelijk deel uit van beste tien buitenlanders die de laatste jaren in Engeland aan het werk waren. Ik plaats hem op dezelfde lijn als Dennis Bergkamp, Gianfranco Zola, Ruud van Nistelrooy, Jaap Stam, Jari Litmanen, Ruud Gullit, Thierry Henry, Faustino Asprilla en David Ginola. Bovendien, in tegenstelling tot de laatste twee, die zich nooit echt in de lokale samenleving hebben geïntegreerd, was Phil bijna meteen één van ons. Op het veld betekende hij voor ons een enorme versterking, zowel in offensief als defensief opzicht. De vier jaar die ik hier samen met hem doorbracht, waren voor mij persoonlijk de mooiste uit mijn carrière. Nergens was de arbeidsvreugde zo groot als hier, nergens beleefde ik aan voetballen zoveel plezier. Ik herinner me enkele legendarische golfpartijtjes in Schotland. En ook op dat domein kwam Phil goed uit de verf. Hij was werkelijk iemand die alles kon.”

Na een passage langs de fanshop stapt Philippe Albert de grasmat van Saint James’ Park op. Het is nog enkele uren voor de shock tegen Manchester United, maar de spanning gist al volop. De lokale media vergrijpen zich aan twee spelers, van wie ze verwachten dat ze straks een belangrijke rol zullen spelen : Shay Given en Alan Shearer. Zodra de mediaverplichtingen vervuld zijn, haast de Ierse doelman zich naar onze landgenoot, die inmiddels op de gradins heeft postgevat. “Hi roommate”, lacht Given – een verwijzing naar de vele afzonderingen waarop ze dezelfde kamer deelden.

“Jammer dat Given niet wat vroeger naar Saint James’ Park is afgezakt”, vertelt Albert later. “Anders had ik Engeland vermoedelijk niet zonder een prijs hoeven te verlaten. Waar het ons in mijn eerste jaren bij Newcastle vooral aan ontbrak, was een doelman van zijn klasse. Zijn voorgangers, Pavel Srnicek en Shaka Hislop, hadden helaas niet dezelfde allure. In de strijd om de titel hebben hun fouten ons belangrijke punten gekost.”

Terwijl Shay Given zich naar zijn zoveelste interview sleept, voegt Alan Shearer zich met “Welcome back, Prince” bij Philippe Albert. “Eén van de beste spitsen die ik ooit heb ontmoet”, zegt Albert over Shearer. “Alan speelde toen nog bij de Blackburn Rovers. In mijn toptien van beste spitsen komt alleen Marco van Basten boven hem uit.”

Bijna 52.000 toeschouwers trakteren Philippe Albert op een onvergetelijke staande ovatie als hij vlak voor de aftrap van Newcastle-Manchester United het veld van Saint James’ Park opstapt. De wedstrijd draait voor de thuisploeg op een ramp uit. De Magpies lijden de op één na grootste nederlaag uit de geschiedenis van de club. Het wordt 2-6 – op 12 oktober 1907 verloor Newcastle met 1-6 tegen datzelfde Manchester United. Het verlies belet de trouwe supporters van Newcastle niet de thuisspelers na afloop van de match hartstochtelijk toe te juichen.

Newcastle draait een meer dan behoorlijk seizoen. Philippe Albert analyseert. “Na de onverdiende nederlaag van vorige week tegen Everton telt Newcastle nu negen punten achterstand op Manchester United. We zijn vijf wedstrijden voor het einde van de competitie, de hoofdprijs gaat Newcastle dus beslist niet meer pakken. Andermaal heeft Manchester United bewezen hoeveel mentale sterkte het in huis heeft. In amper een kwartier hebben ze de match helemaal naar hun hand gezet, terwijl ze nochtans kort na de aftrap op achterstand waren gezet. Het getuigt van het meesterschap van Manchester United. En van een maturiteit die Newcastle nog niet bezit.

“Daar ligt volgens mij het grote verschil tussen Newcastle, derde in het klassement, en Arsenal en Manchester United, de nummers één en twee : de ervaring van de spelers. Met knapen als Jermaine Jenas, Kieron Dyer, Craig Bellamy, Titus Bramble en jonge buitenlanders als Trésor Lua Lua, Shola Ameobi en Aaron Hughes is Newcastle een team dat nog volop aan het groeien is. Deze ploeg bevindt zich in het stadium waarin Manchester United vijf jaar geleden zat. We moeten dit Newcastle tijd geven. Ik ben ervan overtuigd dat dit team op termijn dezelfde resultaten kan neerzetten als de generatie waarvan ik deel uitmaakte.

“Na de wedstrijd vroegen ze me aan de eretafel of ze Daniel Van Buyten niet naar Newcastle zouden moeten halen. Ik geloof dat Van Buyten een nieuwe dimensie aan zijn carrière kan geven door de stap naar het Engelse voetbal te zetten. Maar ik meen niet dat Newcastle op dit moment de ideale club voor hem is. Van Buyten heeft iemand naast zich nodig die hem gidst, zoals Franck Leboeuf bij Olympique Marseille. Pas dan rendeert zijn talent. Toen ikzelf hier aankwam, kon ik profiteren van de raadgevingen van Darren Peacock. Die kon een verdediging sturen als geen ander. Dat ik hier geslaagd ben, heb in een zekere mate aan hem te danken. Zo’n leidersfiguur mist het huidige Newcastle in de defensie. Titum Bramble noch Jonathan Woodgate hebben daar op dit ogenblik de kwaliteiten al voor. Daarom betwijfel ik of Daniel Van Buyten hier nu al veel zou kunnen bijbrengen.”

Nadat hij afscheid heeft genomen van de bestuursleden, begeeft Philippe Albert zich naar de Strawberry, één van de pubs in de nabijheid van Saint James’ Park. Als ze hem ontwaren, heffen de fans van de Magpies prompt gezangen aan ter ere van de Belg. Albert hoort de aanmoedigingen die hem hier tien jaar begeleidden. Hij wil graag een rondje geven, maar krijgt daartoe niet de kans. De supporters zijn veel te blij dat ze hem een pint kunnen betalen.

“Unieke mensen”, zegt Philippe Albert achteraf bewonderend. “Geen enkele ploeg ter wereld zou bij een 1-6 achterstand de vocale steun hebben gekregen die de spelers van Newcastle vandaag kregen. Die verbondenheid, dat maakt de sport mooi. En dat is de reden waarom ik me graag nog eens in die sfeer onderdompel. Newcastle zal altijd een plaats in mijn hart hebben. Als ik nog ooit in het voetbal beland, zal het daar zijn of nergens. Ik heb altijd gezegd dat ik nooit trainer wil worden en ik maak me sterk dat ik me daaraan zal houden. Maar mocht Newcastle me vragen om bijvoorbeeld te helpen bij de integratie van buitenlandse spelers, zal ik niet neen zeggen. Ik sluit de gedachte niet uit dat ik hier ooit terugkeer, op voorwaarde dat ze me bepaalde perspectieven aanbieden. Want het echte leven, het leven zoals ik dat zie, dat maak je hier mee.”

Amper is Philippe Albert uitgesproken of gejuich stijgt op in de Strawberry. Oorzaak : de bekendmaking van de nederlaag van Sunderland, de gezworen vijand van Newcastle, bij Birmingham City. Het verlies betekent voor Sunderland onherroepelijk de degradatie. De mensen in de Strawberry gaat zich aan vrolijkheid te buiten. Ondanks de pandoering tegen Manchester United zal de nacht lang en vreugdevol zijn aan de boorden van de Tyne.

door Bruno Govers

‘Albert behoort bij de beste tien buitenlanders die de laatste jaren in Engeland speelden.’

‘Het echte leven, het leven zoals ik het zie, dat maak je alleen in Newcastle mee.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content