Philippe Gilbert: ‘Leven in het peloton is zoals de migratie van de gnoes’

© BELGAIMAGE
Martin Grimberghs Medewerker van Sport/Voetbalmagazine

In april 2019 won Philippe Gilbert de kasseiklassieker Parijs-Roubaix. Op zijn 37e denkt de Belg van Lotto-Soudal nog niet aan stoppen. In zijn woonplaats Monaco praat Phil over zijn afscheid van Quick Step, luie renners en de gewoontes in het peloton.

Philippe Gilbert is een buitengewone kampioen. Winnen zit bij hem in het DNA. Hij schittert in de stortbuien van het voorjaar, maar ook in de herfst staat hij er nog. Uit dat hout is hij gesneden. Geen wonder dus dat hij al vier van de vijf monumenten op zijn palmares bijschreef. In de winterbreak laadt hij de batterijen op in Monaco. Daar blikt hij zonder rancune, of toch bijna, terug op een emotievol 2019.

Alleen Milaan-Sanremo ontbreekt nog op je cv. Waarom wil je absoluut die vijf monumenten winnen?

Philippe Gilbert: ‘Mensen beseffen niet altijd hoe moeilijk het is om wedstrijden te winnen die zo verschillend zijn. Eigenlijk is het nauwelijks overdreven om het te vergelijken met een atleet die eerst de honderd meter wint en enkele jaren later de tienduizend meter. Vandaag is zoiets op de fiets bijna onmogelijk, want de parcoursen zijn selectiever geworden. Zelf heb ik destijds kunnen profiteren van een Ronde van Lombardije die minder zwaar was dan die van vandaag. Er zaten nog geen passages in met muren van 28 procent. Toch zou het uitzonderlijk zijn als ik er op een dag in zou slagen om Milaan-Sanremo te winnen. Dat soort uitdagingen motiveert ook. Je moet ambitie blijven hebben, anders maak je geen progressie meer.’

Renners die zichzelf maar één doel stellen per seizoen, dat heb ik nooit begrepen.’ Philippe Gilbert

In oktober van dit jaar maakte je er een erezaak van om de Ronde van Lombardije te rijden, terwijl je al van februari in het getouw was. Twee derde van je collega’s was al op vakantie, én je wist dat je toekomst bij een andere ploeg lag. Wat drijft je om op jouw leeftijd de seizoenen zo lang te rekken?

Gilbert: ‘Misschien ben ik van de oude school, maar ik respecteer mijn programma. Ik word tot december betaald, dus rij ik tot het einde van het seizoen. Dat maakt ook dat ik verschillende doelen kan nastreven. Renners die zichzelf maar één doel stellen per seizoen, dat heb ik nooit begrepen. Om te beginnen is het zeer riskant. Kijk naar een Pinot het afgelopen jaar, of nog erger: Uran. Die arriveerde in de Tour met veertien koersdagen op de teller! Zelfs Armstrong reed meer. Ik zou niet graag de sportdirecteur zijn die hem moet betalen. Ik ben altijd een werker geweest. Er zijn er die het na de Tour rustig aan doen omdat ze naar een andere ploeg gaan. Ik vind dat luieriken. Wat mij betreft hoeven ze hen zelfs hun laatste maanden loon niet uit te betalen. Het is een kwestie van mentaliteit. Ik hou van koersen, van het gevoel in het peloton. Snel rijden, wringen, risico’s nemen.’

Rijden in weer en wind: Philippe Gilbert (rechts) houdt van koersen, van het gevoel in het peloton.
Rijden in weer en wind: Philippe Gilbert (rechts) houdt van koersen, van het gevoel in het peloton.© BELGAIMAGE

Met alle gevolgen van dien, soms. Het laatste voorbeeld is je val op het WK in Yorkshire, waar je op 103 kilometer van de streep tegen de vlakte ging. Je moest volle bak achtervolgen op een peloton dat op sleeptouw genomen werd door Bart De Clercq. Dat was niet het beste moment van de Belgische ploeg.

Gilbert: ‘Ik weet het niet. Een koers is per definitie onvoorspelbaar. Ik heb al heel wat WK’s gereden, en voor mij leek deze wedstrijd nogal op Verona in 2004 ( Peter Van Petegem werd eerste Belg op 4’26’ van wereldkampioen Oscar Freire, nvdr.). Wat er ook van zij, we hadden zeker beter kunnen doen, maar dat is makkelijk praten wanneer je geen rol speelt in de finale. Ik vond oprecht dat we heel sterk waren, maar de andere landen waren dat ook. In België, en zeker in de Vlaamse pers, overdrijven ze graag. In de dagen voor het WK kreeg ik het gevoel dat er in de pers een bijna naïef optimisme heerste, alsof de concurrentie niet veel voorstelde. Terwijl we niet sterker waren dan pakweg Italië of Spanje. Zelf had ik achteraf het gevoel dat ik de benen had om te winnen, maar wielrennen is geen PlayStation. Je probeert strategieën uit te voeren, maar dat werkt niet altijd. We hadden afgesproken om bij het begin van de plaatselijke rondes te versnellen, en dat is ook wat we gedaan hebben. Alleen had ik de pech om net op dat moment te vallen, en hadden we geen communicatiemiddelen.’

Daarop volgde een inhaalrace waarin je samen met Remco Evenepoel probeerde terug te keren in het peloton. Wat ging er op dat ogenblik door je hoofd? Op de tv-beelden leek het alsof je tegen Evenepoel zei dat hij niet moest wachten.

Gilbert: ‘ Remco is jong, maar hij is op en top prof. Misschien komt het door zijn voetbalverleden, maar hij weet wat het ploegenspel inhoudt. En hij past het zeer goed toe in het wielrennen. Na mijn val wist ik dat ik van fiets zou moeten wisselen, dus ik zei Remco om alvast wat voorsprong te nemen. Ik heb hem niet gezegd dat hij niet moest wachten. Natuurlijk wist ik dat ze vooraan aan het vlammen waren, maar ik had goede benen, ik geloofde er nog in. We zijn tot op tien seconden gekomen. Jammer genoeg waren we met te weinig om samen te werken.’

Het peloton vergeeft niets. Het stopt niet, tenzij er een dode valt. In alle andere gevallen rijdt het door. Met of zonder jou.’ Philippe Gilbert

DE SCHOOL US POSTAL

Je bent nog niet met pensioen, maar toch sta je, samen met anderen, symbool voor een tijdperk waarin het peloton gecontroleerd werd door sterke mannen als jezelf, Fabian Cancellara of Tom Boonen. Bestaan zulke patrons vandaag nog?

Gilbert: ‘Ik denk niet dat ik zo autoritair was als Cancellara. En ik denk ook niet dat hij zichzelf daarmee een dienst bewees. Ik heb nooit achter de rol gestaan die hij had. Met welk recht zou hij zich boven het peloton kunnen stellen? Zelf heb ik me nooit verzet tegen ambitieuze jongeren die durfden aanvallen. Ik herinner me Pozzato ( Filippo Pozzato, een voormalig Italiaans renner, nvdr.), die er een specialiteit van maakte om die jongens af te breken. Dat was zijn hobby, wat hij het beste kon, zeer zeker. Ik heb nooit op die manier gefunctioneerd. Het peloton controleren en de juiste ontsnapping laten gaan, dat was de school US Postal ( destijds de Amerikaanse ploeg van Lance Armstrong, nvdr.). In die sfeer ben ik beginnen koersen, en dat heb ik nooit willen nadoen. Jongeren die fouten maken op hun plichten wijzen, dat is natuurlijk wel je taak als je een bepaalde status hebt.’

Philippe Gilbert wint Parijs-Roubaix, zijn vierde monument.
Philippe Gilbert wint Parijs-Roubaix, zijn vierde monument.© BELGAIMAGE

Waarin lijkt de microkosmos van het peloton op het echte leven?

Gilbert: ‘Het is moeilijk om te vergelijken. Een peloton is niet representatief voor de samenleving om de simpele reden dat het een verzameling is van mensen buitencategorie met zeer sterke karakters. Het is een beetje zoals de migratie van de gnoes in Afrika. Ze rennen, ze wachten op niemand. Er zijn er die zich laten opeten door krokodillen en leeuwen, en er zijn de anderen. Het leven in het peloton is harder dan het echte leven. Omdat het peloton niets vergeeft. Het stopt niet, tenzij er een dode valt. In alle andere gevallen rijdt het door. Met of zonder jou.’

Is de manier van koersen veranderd, nu er geen grote patron meer in het peloton rijdt?

Gilbert: ‘Het zijn de jongeren die veranderd zijn. Ze arriveren, ze wringen, ze kijken niet wie er naast hen rijdt. Ik herinner me mijn begindagen. Ik durfde niet te wringen tegen een Cipollini, een Ullrich of een Museeuw. Er was respect. Als die mannen aanvielen, probeerde ik te volgen, maar ik zou nooit het risico genomen hebben om hen te doen vallen. Vandaag zijn nogal wat van die codes verdwenen: naar rechts uitwijken wanneer je je etenszakje aanneemt, bidons die in het peloton vliegen… Met valpartijen in elke bevoorrading tot gevolg.’

Dat komt niet omdat veel renners vastgekleefd zitten aan hun powermeter?

Gilbert: ‘Toeval zal altijd belangrijk blijven in de koers, maar het vermindert wel drastisch door die powermeters. Hoewel ik ze heel nuttig vind op training, denk ik dat de UCI een stap terug moet zetten. Tegenwoordig is het bijna onmogelijk om nog een inzinking te krijgen. Je kijkt op je computer en je kent je waarden. Je moet bijna een idioot zijn om volledig in het rood te gaan. Een hongerklop zoals die van Mathieu van der Poel in Yorkshire, dat is uitzonderlijk.’

KILOMETER NUL

Hoe kijk je nu terug op het feit dat je in juni niet geselecteerd werd voor de Tour?

Gilbert: ‘Het blijft jammer. Vanwege de band die ik heb met Eddy en wat die start in Brussel voor hem en voor ons allemaal betekende. Ik had er naar toe kunnen gaan als toeschouwer, maar gezien de omvang van het evenement in de media, zag ik mezelf niet ter plaatse gaan om iedereen te woord te staan en selfies te nemen. Het was mijn plaats niet. Bovendien had ik nooit verwacht dat ik niet zou mogen gaan. Ik had vooraf geen enkel signaal gekregen. Patrick ( Lefevere, nvdr.) kreeg een hoop beledigingen over zich heen, maar ik denk niet dat het zijn beslissing was. Achteraf bekeken bleek het in ieder geval geen slechte keuze, als je ziet wat Julian gepresteerd heeft ( Julian Alaphilippe droeg 14 dagen de gele trui, nvdr.). Ik had me niet graag drie weken geschikt in de simpele rol van ploegmaat. Beuken op kop van het peloton vanaf kilometer nul, dat is niet voor mij. Er zijn andere jongens om dat te doen.’

Lefevere wilde me maar voor één seizoen verlengen. Ik wilde er twee. Lotto-Soudal bood me er drie.’ Philippe Gilbert

De gemiste Tour gooide je programma voor de rest van het seizoen overhoop. In Le Soir sprak je begin juli over het ‘verlagen van je conditie’. Wat moeten we ons daar precies bij voorstellen?

Gilbert: ‘Dat ik op dat moment superbenen had, helemaal klaar voor de Tour, en dat het zonde zou zijn om in topvorm op vakantie te vertrekken. Dus heb ik eenvoudigweg het tempo wat teruggeschroefd. Niet dat ik kilo’s bij kwam, ik liet het ritme gewoon een beetje zakken. Ik ben sowieso geen renner die veel heen en weer gaat op de weegschaal. Toen ik Luik en de Waalse Pijl won in 2011, woog ik amper twee kilo minder dan vandaag.’

Heb je je niet-selectie voor de Tour ooit anders gezien dan een louter sportieve keuze? Ook je contractverlenging liet op zich wachten.

Gilbert: ‘Lefevere wilde me maar voor één seizoen verlengen. Ik wilde er twee. Lotto-Soudal bood me er drie. Mijn keuze was snel gemaakt. Lefevere heeft al veel renners laten gaan op het einde van hun carrière, ik heb dat niet persoonlijk genomen. Met Tom Boonen en Paolo Bettini is het destijds ook zo gelopen. Ik zie Bettini nog een rit winnen in de Vuelta, waarbij hij zijn sponsor bedekte omdat hij er niet meer mee wilde geassocieerd worden. Het heeft al vaker gebotst tussen Patrick Lefevere en de anciens.’

Philippe Gilbert: 'Het blijft jammer dat ik niet geselecteerd werd voor de Tour.'
Philippe Gilbert: ‘Het blijft jammer dat ik niet geselecteerd werd voor de Tour.’© BELGAIMAGE

De hele zaak lijkt wel een bittere smaak na te laten.

Gilbert: ‘Neen, helemaal niet. Ik wilde gewoon een laatste contract van twee jaar tekenen. Om terug te komen op de Tour, ik denk dat de sportieve staf daar geanticipeerd heeft en wou vermijden dat ik me moest schikken in de rol van helper. Met alle technologieën van vandaag wisten ze precies hoe het met het vormpeil van Julian gesteld was. Ze wisten dat hij een groot nummer ging opvoeren in de Tour. De staf was waarschijnlijk al enkele weken op de hoogte, maar ze wilden me scherp houden. Dat is het spel, en sportief is het goed uitgedraaid. Ik bleef in vorm, waardoor ik twee ritten kon winnen in de Vuelta. Als je het menselijke aspect even terzijde laat, is er niks op aan te merken.’

Als jonge renner zei je niet echt te houden van het Tourcircus. Is dat veranderd, nu je ouder bent?

Gilbert: ‘Ik kan in alle bescheidenheid zeggen dat ik op mijn niveau een van de weinige renners ben die in de laatste twintig of dertig jaar een carrière heeft kunnen uitbouwen zonder de Tour. In termen van erkenning en palmares heb ik de Tour niet nodig gehad. Vandaag is het anders. Ga mee in de ontsnapping in de Tour, en je krijgt er drie- tot vierduizend volgers bij op je social media. In de Vuelta zijn dat er hoogstens vijfhonderd, in de GP Wallonië vijftig. Dat zijn zaken die op dit moment doorwegen, omdat de sponsors daarnaar kijken.’

‘Ik leef in Monaco, maar wel met mijn waarden’

Hoe zal je leven er na je wielercarrière uitzien?

Philippe Gilbert: ‘Ik zal blijven fietsen, maar niet meer in de koude en de regen. Ik zal me niet meer in neopreen handschoenen wringen en me dagenlang pijn doen om in vorm te geraken. Los daarvan denk ik niet dat mijn leven drastisch zal veranderen. Ik weiger tachtig procent van alle interviewaanvragen en ik heb heel weinig contact met de pers. Ik heb me daar altijd voor afgeschermd.’

Aan politiek doen, is dat een optie?

Gilbert: ‘Neen. Ik ben al benaderd, maar het is niet mijn doel in het leven om interviews te geven. Wat niet wil zeggen dat ik niets met politiek te maken heb. Mijn broer en zus doen aan politiek op lokaal niveau. Mijn broer is schepen voor de MR in Aywaille, mijn zus is meer links en heeft voor een OCMW gewerkt. Zelf denk ik dat links en rechts niet echt meer bestaan, maar ik zou altijd voorrang geven aan mensen die werken. Dus als je het huidige politiek bestel bekijkt, zou ik mezelf gematigd rechts noemen.’

Sport op hoog niveau, dat is toch ook een beetje een ode aan de meritocratie.

Gilbert: ‘Uiteraard. Er is een vorm van natuurlijke selectie en zo komen we terug op de vergelijking met de gnoes. Ik ben me er wel van bewust dat je dat niet altijd kunt toepassen op het echte leven. Niet iedereen heeft die capaciteiten.’

Net zoals veel binnen- en buitenlandse sporters woon je in Monaco, waar je van fiscale voordelen kan genieten. Begrijp je dat dit mensen kan shockeren?

Gilbert: ‘Tien jaar geleden had ik het geluk om te kunnen verhuizen, ik had de financiële middelen om me in Monaco te vestigen. Die kans heb ik gegrepen en mijn leven is nu hier. Mijn kinderen zijn hier opgegroeid, ik heb veel vrienden. Ik heb hier zelfs een fietsenwinkel geopend. Ik leef in een bepaald milieu, maar wel met mijn waarden. Je moet werken voor de kost, dat is hier niet anders.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content