Al bijna drie maanden wint Philippe Gilbert waar, wanneer en hoe hij wil. Met vijf kansen op een ritzege twijfelt niemand eraan dat de Belgische kampioen dat ook in de eerste Tourweek zal doen. RTBf-journalist en Gilbertkenner Rodrigo Beenkens kijkt zelfs verder: ‘Misschien test Philippe zich wel met het oog op een toekomst als ronderenner.’

Een kruising tussen Frank Raes en Michel Wuyts, met op de teller onder meer negentien Rondes van Frankrijk, zes WK’s voetbal en zes Olympische Spelen. Dat is kort samengevat de carrière van Rodrigo Beenkens, hét gezicht van de sportverslaggeving op de Waalse openbare omroep. Een zoon van een Limburgse vader en Portugese moeder die met veel zwier iedere uitzending vol praat. Zeker toen Philippe Gilbert afgelopen voorjaar met zijn fameus klavertje vier uitpakte. “Normaal toch?”, zegt Beenkens. “De afgelopen twintig jaar kwamen we er in de Ardense klassiekers nauwelijks aan te pas en dan wint een Waal als topfavoriet in zijn streek al die topkoersen. Alsof België in het Koning Boudewijnstadion Europees kampioen voetbal zou worden.”

“Máár,” benadrukt hij, “ik was even enthousiast toen Tom Boonen zijn eerste Ronde van Vlaanderen won. Ik maak nooit onderscheid tussen Vlaamse of Waalse coureurs. Als in de Tour Thomas De Gendt en Gilbert om een ritzege spurten, zal ik zeker niet voor Philippe supporteren. Ik probeer altijd objectief te blijven en afstand te bewaren.”

De RTBf-journalist noemt zijn relatie met ’s werelds nummer één goed en professioneel. “We zijn zeker geen vrienden. Tot nu toe heb ik nog maar één keer een persoonlijke sms naar hem gestuurd: de ochtend van de laatste Omloop Het Nieuwsblad, toen ik las dat Philippe een eventuele zege zou opdragen aan François Vanassche, de 33-jarige zoon van de organisator van de Tour de Wallonie die pas overleden was. Hij had de begrafenis niet kunnen bijwonen en had een ontroerend mooi berichtje naar François’ vader gezonden. Die ochtend sms’te ik hem dat grote kampioenen dat niet alleen op de fiets zijn, maar ook ernaast.”

Uw respect is groot?

Rodrigo Beenkens: “Philippe is niet alleen een fantastische coureur, maar ook een intelligente, eenvoudige, sympathieke kerel. Een man van zijn woord ook. Als hij een interview toezegt, zal hij zich altijd aan die afspraak houden. Bij de vedettes van vandaag is dat niet vanzelfsprekend.”

Zijn relatie met de pers is dan ook bijzonder goed, ook in Vlaanderen.

“Wij hebben hem nodig, maar hij ons ook en dat schat hij heel goed in. Niet toevallig stonden er foto’s van zijn pasgeboren zoon Alan eind vorig jaar in Dag Allemaal. Zo controleert hij perfect wat er over zijn gezin verschijnt. In deze facebooktijden, waarin het privéleven van vedettes zomaar te grabbel gegooid wordt, is dat niet onbelangrijk.”

Gilberts imago van perfecte schoonzoon legt hem ook geen windeieren.

“In Wallonië is hij qua populariteit zelfs de absolute nummer één, meer dan de broers Borlée. Misschien zelfs meer dan Justine Henin indertijd, omdat hij toegankelijker is. Het valt me ook op hoe hij in Vlaanderen op handen gedragen wordt. Dat komt voor een stuk omdat hij tweetalig is. Ik herinner me nog zijn eerste zege in de Omloop Het Volk. Een journalist stelde hem een vraag in het Frans en hij antwoordde meteen in het Nederlands. Slim gezien: vooral de Walen die moeite doen om Nederlands te praten – Michel Preud’homme, Marc Wilmots, Jean-Michel Saive – zijn over de taalgrens heel geliefd.”

Verklaarbare prestaties

En vooral Walen die presteren. Wat is de sleutel tot zijn succes?

“Zijn liefde voor de fiets. Zijn ongelooflijk professionalisme in álle onderdelen van het vak. De kunst om als geen ander zijn lichaam aan te voelen. Zijn verhuizing naar Monaco waar hij in alle rust kan leven en trainen op een ideaal parcours. Zijn groot respect voor zijn collega’s waardoor hij in het peloton veel vrienden heeft en weinig renners rijden om hem te doen verliezen.

“En niet te vergeten: het mentale evenwicht, zeker sinds zijn zoon Alan vorig jaar geboren werd. Mensen uit zijn entourage vertelden me dat Philippe meer volwassen geworden is omdat hij als vader meer verantwoordelijkheid voelt. Nog meer dan ervoor weet hij nu waaróm hij zo hard werkt. Je merkt ook dat hij steeds meer zijn mening durft te zeggen. Hij is een echte patron geworden, zeker binnen zijn team. Als geen ander kan hij een geheel smeden, al laat hij het ook niet na om ploegmaats terecht te wijzen.”

Gilbert is dit jaar ook anders beginnen te koersen.

“Klopt, vooral na de Ronde van Vlaanderen heeft Philippe een déclic gemaakt. Hij was op de Bosberg té superieur, waardoor hij na de top alleen zat. Té vroeg, aangezien de wind op kop stond en er nog tien vlakke kilometers volgden. Op het WK vorig jaar is hem precies hetzelfde overkomen. Als hij op die helling iets had ingehouden, was Cadel Evans bij hem gekomen en hadden ze samen naar de finish kunnen rijden. En als hij op de Bosberg wacht op Alessandro Ballan, dan zijn ze misschien ook met zijn tweeën weg, terwijl hij nu stilviel.

“Philippe heeft nadien ingezien dat het anders moest. Zijn inspanningen meer doseren en meer rekenen op zijn spurt. Kijk naar zijn vier voorjaarszeges: in de Brabantse Pijl won hij met twee korte explosies. In de Amstel dacht ik dat hij, om Andy Schleck bij te halen, voluit gegaan was, maar in mijn documentaire ( zie kader, nvdr) vertelt hij dat hij perfect wist wat hij deed en zeker niet in het rood ging. Zijn eerste échte inspanning was pas op de Cauberg. Net hetzelfde in de Waalse Pijl, waar zijn raid op de Muur van Hoei – ik heb dat getimed – exact 43 seconden duurde. En over Luik-Bastenaken-Luik vertelde hij dat hij op de Roche-aux-Faucons én op Saint-Nicolas nooit op zijn limiet gekoerst heeft en pas in de sprint voluit ging. Je moet dat ook kúnnen natuurlijk: de Schlecks volgen en toch nog wat reserve houden…”

Sommige waarnemers stelden zelfs de vraag: is dat wel normaal? Vooral zijn record op de Muur van Hoei – vier seconden rapper dan Davide Rebbelin in 2007 – was heel opmerkelijk.

“Ik steek voor niemand mijn handen in het vuur, maar er zijn een aantal objectieve redenen om te geloven dat Philippe clean is. Eén: zijn zeges waren indrukwekkend, maar hij had geen drie minuten voorsprong. Hij won op zijn manier: in de spurt, met een paar korte explosies. Twee: zijn voorgeschiedenis. Philippe is niet als een komeet omhooggeschoten zoals veel dopingzondaars. Drie: zijn enorme gedrevenheid en professionalisme. Vier: hij was de voorbije maanden het gezicht van een antidopingcampagne van de Waalse Gemeenschap en heeft altijd radicale standpunten ingenomen tegen doping. Zijn die verklaringen voldoende? Dat weet ik niet, maar er is tenminste een uitleg voor. Pas als bepaalde prestaties onverklaarbaar zijn, worden ze voor mij verdacht.”

Geel en groen

Wat kan Gilbert met die manier van koersen in de komende Tour bereiken?

“In de eerste negen dagen kan hij op papier vijf keer winnen: Mont des Alouettes, Mûr-de-Bretagne, Lisieux, Super-Besse en Saint-Flour, allemaal etappes met een hellende aankomst. In de eerste drie maakt hij de grootste kans, in de laatste twee ritten – door het Centraal Massief – zal het vooral afhangen van wie leider is. Zal diens ploeg de gele trui verdedigen of een vluchtersgroep om de ritzege laten strijden? Schieten er op het einde nog twintig, dertig renners over, dan is hij ook daar de te kloppen man.”

Als Gilbert drie of meer etappes wint, is hij dan kandidaat voor de groene trui?

“Stel dat Mark Cavendish en Tyler Farrar in die lastige ritten weinig of geen punten rapen, dan kan hij een rivaal worden van Thor Hushovd. Maar ik denk niet dat Philippe daar zijn zinnen op zal zetten. Hij heeft al aangegeven dat hij in de eerste week voor de gele trui en ritzeges wil gaan en daarna Jurgen Van den Broeck wil helpen. Bovendien hebben ze bij Omega Pharma-Lotto ook nog Greipel, hé.

“Interessanter wordt om te zien wat Gilbert zal doen als hij na de eerste week nog in de top vijf van het algemeen klassement staat of zelfs de gele trui draagt. Dan denk ik dat hij in de Pyreneeën, en misschien ook in de Alpen, zich zal testen met het oog op een eventuele toekomst als ronderenner, want op dat vlak heeft hij weinig aanknopingspunten. In die zin is het jammer dat hij al een druk voorjaar achter de rug heeft en geen hoogtestage inlaste met oog op het klimwerk.”

Heeft hij wel een toekomst als ronderenner?

“Volgens Eddy Merckx, toch een kenner, wel. En ook mijn cocommentator Cédric Vasseur vindt dat Gilbert binnen een paar jaar eens alles op de Tour, of toch zeker de Giro of Vuelta, moet zetten. Ik weet niet of Philippe dat ook zál doen, maar hij denkt er zeker over na. Misschien moet hij het toch eens proberen, zodat hij zich na zijn carrière de vraag ‘wat als…?’ niet moet stellen.

“Sowieso zal dat voor over twee, drie jaar zijn, want hij wil eerst nog alle klassiekers en het WK winnen. Ik denk dat Philippe volgend jaar zijn vormpiek iets zal vervroegen om honderd procent te zijn in Milaan-Sanremo en de Ronde van Vlaanderen. In het najaar zal hij volledig focussen op het WK in Valkenburg, een uitgelezen parcours om wereldkampioen te worden. En we zullen geen twee jaar moeten wachten voor hij ook in Parijs-Roubaix zijn kans zal gaan.

“Ik denk zelfs dat we nog maar aan het begin van zijn topperiode staan, want tot nu toe is Gilbert altijd maar verbeterd. Na de Waalse Pijl zei hij zelf dat hij zijn limieten nog niet kent, dus kan ik ook moeilijk inschatten of hij fysiek al aan zijn maximum zit. Feit is dat Philippe sinds het najaar van 2009 in anderhalf jaar zowel qua kwantiteit als kwaliteit enorm veel gewonnen heeft. En als hij verloor, had hij ten minste zijn stempel op de wedstrijd gedrukt. Zo’n dominantie in eendagskoersen is de laatste twintig, dertig jaar zelden gezien.”

De enige leider

Opvallend is dat Gilbert nauwelijks tegenslagen lijkt te hebben.

“Klopt, en dat is ook niet toevallig. Wie zich zo tot in de puntjes verzorgt en op álle details let, loopt nu eenmaal minder het risico om ziek te worden of geblesseerd te raken. Maar er komt een dag dat hij wél pech zal hebben of dat er iemand – ik denk vooral aan Peter Sagan – hem zal verslaan op een helling bergop. Benieuwd hoe hij dan zal reageren, want de waarde van een kampioen kun je pas afmeten aan de manier waarop hij een tegenslag verwerkt. Merckx werd ook pas écht interessant toen hij in 1971 voor de eerste keer in de Tour op de Puy de Dôme verslagen werd en later, in Orcières-Merlette, op goed acht minuten van Luis Ocaña eindigde.”

Waar plaats u Gilbert in de geschiedenis van het wielrennen?

“Een echte balans kun je pas op het einde van zijn carrière maken, maar sinds de jaren tachtig zijn er niet veel renners die konden zeggen dat ze in staat waren élke klassieker te winnen.

Misschien alleen Sean Kelly, want Moreno Argentin, Michele Bartoli en Paolo Bettini waren kansloos in Roubaix. En als Merckx zegt dat Philippe ook op een eindklassement in een grote ronde kan mikken, dan zullen we hem na zijn pensioen misschien kunnen vergelijken met Roger De Vlaeminck. Althans qua veelzijdigheid, want diens palmares evenaren wordt bijzonder moeilijk. Roger heeft al gezegd dat hij veel van zichzelf in Philippe herkent. Al kon Roger ook in het hooggebergte lang standhouden, en dat moet Philippe nog altijd bewijzen.”

Over de toekomst van Gilbert rest er nog een belangrijke vraag: voor welke ploeg rijdt hij volgend jaar?

“De keuze moet volgens mij, meer dan van het financiële, afhangen van één zaak: of hij bij ploeg x de énige leider kan zijn. Hij moet een ploeg rond zich bouwen zoals Lance Armstrong die vroeger had tijdens de Tour. Een team waarin hij grotendeels zélf bepaalt wie er aan zijn zijde koerst, renners van wie hij weet dat ze onvoorwaardelijk in zijn dienst rijden. Philippes beste jaren komen eraan. Als hij alles wil winnen, moet hij dat nú eisen. Misschien is zijn mening iets genuanceerder en duldt hij bij Quick-Step Tom Boonen aan zijn zijde of bij BMC Cadel Evans, maar als ik hem raad moet geven: kies bij wijze van spreken voor FC Gilbert, FC La Redoute of Standard de Philippe. Zolang hij maar de baas is.”

DOOR JONAS CRETEUR

“In de eerste negen dagen van de Tour kan Philippe op papier vijf keer winnen.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content