“Noem me maar iemand die relatief veel sport volgt via televisie”, vertelt Pieterjan Monteyne (24). “Diverse disciplines, want dat beperkt zich niet alleen tot voetbal. Natuurlijk blijft dat verhoudingsgewijs wel de hoofdmoot. Ook tennis interesseert me. Ik vind het een boeiende sport om naar te kijken. De US Open volgde ik zo veel mogelijk, alleen het slechte uur vormde daarbij een serieuze spelbreker. De halve finale van Justine Henin lukte nog net, maar voor de finale op zondag vanaf 23 uur moest ik noodgedwongen passen. (grijnst) Een profsporter heeft zijn nachtrust nodig, hé. Dat is uit den boze. Gelukkig tonen ze in het nieuws een dag later nog een samenvatting met de hoogtepunten.”

De oudere broer van rechtsachter Martijn raakt onder de indruk van de hegemonie die Roger Federer en onze landgenote tonen. “Dat mag je stilaan als indrukwekkend bestempelen”, oordeelt de West-Vlaming. “Fantastisch hoe zij dat constante niveau een heel seizoen kunnen aanhouden. Ook op de belangrijke momenten, wanneer het even dreigt mis te lopen bij wat breakpunten, staan ze er altijd. Daarvoor behoren ze ook tot de categorie van de allergrootsten. Hoe Justine Henin leeft en werkt voor haar passie, dat fanatisme voor haar beroep is bewonderswaardig. Die mentaliteit bevalt me wel.”

Monteyne, die straks begint aan zijn thesisjaar licentiaat handelswetenschappen aan de Lessius Hogeschool in Antwerpen, wil straks ook wel wat tijd vrijmaken voor de Champions League. “Dat is het hoogste niveau”, beseft hij. “Als die topteams dan in actie komen, waarbij ik altijd versteld sta van het hoge tempo dat zij kunnen ontwikkelen en toch goed verzorgd voetbal brengen, daar kunnen wij alleen maar van dromen.”

Het WK rugby laat hij aan zich voorbijgaan, net zoals ook de wintersporten hem maar matig kunnen bekoren. “Geef mij maar snooker. Geen uren, maar naar de eindfase van het toernooi toe wel de beslissende frames. Zo volg ik ook in beperkte mate het wielrennen, zoals de finale van de zware bergritten in de Tour de France of de ontknoping bij de Ronde van Vlaanderen en Parijs-Roubaix”, weet hij. “Met rugby ben ik te weinig vertrouwd, ik ken de reglementen en de tactiek niet goed genoeg. Kortom : het zegt me niks. Ik heb gewoon geen band met die sport. Ook skiën doe ik liever zelf dan ernaar te kijken op televisie. Maar dat dateert ondertussen al van voor mijn profloopbaan. Dergelijke risico’s kunnen wij ons niet veroorloven, voor de knieën en gewrichten.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content