PINGELEN AAN DE POOLKAP

© LARS JORGEN PETERSEN

Overal duurt het voetbalseizoen te lang, maar daar hoor je ze op Groenland niet meteen over klagen. De nationale competitie op het immense eiland tussen de ijsberen en de Eskimo’s duurt welgeteld… één week.

Tevreden en gelukkig staart Nike Lyberth-Berthelsen voor de zoveelste keer uit over het splinternieuwe vierde generatie kunstgras van het Nuuk Stadion. De secretaris-generaal van de Groenlandse voetbalfederatie (GBU) kan er maar niet genoeg van krijgen. Dat geldt ook voor de talloze kinderen, die bij elke pauze tussen competitiewedstrijden in de Greenland Football Championship (GM) enthousiast het veld op rennen en er liefst niet meer af willen.

Het is de eerste keer dat de nationale competitie van Groenland wordt afgewerkt op kunstgras, na decennia van sukkelen op een veld van as en stof. In de jaren zestig landden helikopters naast het nationale stadion, waardoor wedstrijden stilgelegd of uitgesteld moesten worden omdat er te veel stof en stenen opwaaide.

‘Weken, soms maanden na de competitie lag het veld er nog onbruikbaar bij’, herinnert Lyberth-Berthelsen zich nog uit die prehistorische tijden. ‘Hoe het toen was om keeper te zijn? Wel, die doken gewoon naar geen enkele bal. Deze grasmat zal het niveau van het voetbal hier snel omhoogtrekken.’

In de paar weken waarin gewoon buiten voetballen mogelijk is, reizen de teams honderden kilometer om deel te nemen aan het kampioenschap van ’s werelds grootste eiland, dat qua tijdsduur precies past in één week, omdat het ook op één plaats afgewerkt wordt.

Het maakt dat de teams die door de kwalificaties zijn gesparteld afzakken naar de hoofdstad. In Nuuk wonen 17.000 van Groenlands 56.000 inwoners.

In één week bekampen de acht teams die de regionale kwalificaties wonnen elkaar, in twee groepen van vier. Ondanks de goed gekozen timing, die alles te maken heeft met de weersomstandigheden, strijden de ploegen in de eerste dagen vooral tegen de striemende regenbuien en de harde wind. De toeschouwers zijn zelfs verplicht te schuilen in de containers die dienstdoen als kleedkamers. Maar een paar dagen later bekampen twee ploegen uit Nuuk elkaar in een halve finale onder een stralende zon, goed voor prachtige vergezichten over de bergen en fjorden.

ERITREA

In elke hoek van het veld wappert een kleine rood-witte Groenlandse vlag. Achter het ene doel trapt een bende kinderen een balletje, achter de andere goal staat een grote sporthal. Aan de zijlijn staan wat lange schoolbanken, maar de meeste fans zijn op de rotsen geklommen om een mooi overzicht te krijgen van wat zich op het veld afspeelt. Sommigen hebben dekens en spandoeken meegebracht. Hoewel alle competitiematchen rechtstreeks op tv komen en hoog scoren qua kijkcijfers, is er behoorlijk wat volk opgedaagd. Daarmee bedoelt men in deze contreien: een paar honderd. De vrouwen zingen een soundtrack van Groenlandse liederen, de mannen roepen wat kreten. De temperaturen zijn best aangenaam. ‘Het was hier misschien zelfs even 25 graden. Nooit eerder meegemaakt’, zegt een fan. Zo is de opwarming van de aarde niet voor iedereen een nadeel.

De clubnamen klinken onwennig. De thuisclub die het gebeuren organiseert, een van de grootheden in het Groenlandse voetbal, heet IT-79. Dat staat voor Inuit Timersoqatigiiffiat-79, waarbij Inuit de naam is die Eskimo’s zichzelf geven. Hun grootste tegenstander, de club die al vier jaar op rij kampioen wordt, is B-67. Voluit is dat Boldklubben af 1967 (de cijfers staan voor de stichtingsdatum). Het is, inderdaad, een hele mondvol, en meteen wordt duidelijk waarom de clubs als roepnaam hun initialen gebruiken met het jaar van oprichting.

Ondanks de sportieve dominantie is B-67 geen echte volksclub, omdat het een club is die traditioneel bekendstaat als een ploeg van Denen. Groenland is immers een zelfstandig gebied binnen het koninkrijk Denemarken. Ook dit jaar zal B-67 de nationale competitie winnen, aangevuurd door een energieke trainer, die tevens, samen met zijn collega René Olsen, bondscoach is.

Op het eerste zicht zou je in Tekle Ghebrelul geen Groenlander vermoeden. Hij belandde dertien jaar geleden op een eigenaardige manier op het eiland. Zijn roots liggen in Eritrea, waar hij vroeg wees werd en al op zijn tiende verplicht werd mee te vechten in de onafhankelijkheidsstrijd. Zo belandde hij in een gevangenis in Soedan, waar Amnesty International zijn leven een andere wending gaf.

‘Ik wilde nergens naartoe, maar ze brachten Eritrese kinderen naar Canada en Zweden. Een van de hulpverleners kwam uit Denemarken, dus stuurde ze me naar daar.’ Tekle leerde Deens, huwde een Deense vrouw en begon weer te voetballen. Tot hij een artikel las over Groenland, en hoorde dat er een job voor hem was. Voor hij het wist, was hij sportleraar in Noord-Groenland. ‘De meest rustige periode in mijn leven, want het was altijd donker. Nooit heb ik zo veel boeken gelezen als daar.’ Tot zijn vrouw hem voor een ultimatum stelde. Hij moest maar eens kiezen tussen Groenland en haar.

Tekle koos voor Groenland en ging in 2009 in Nuuk wonen, waar hij in november 2010 een telefoontje kreeg van René Olsen. Of Tekle hem wilde bijstaan als bondscoach? ‘Olsen wou een team opstarten, helemaal vanaf nul.’

En hier staat hij nu, in de zon, net als de andere teams die van heinde en ver zijn gekomen. Door de geografie van het eiland – er zijn geen verbindingswegen en evenmin openbaar vervoer – is een uitwedstrijd een lastige en kostbare aangelegenheid voor de teams die niet uit Nuuk zelf komen. De voorbije jaren was het voor sommige teams de normaalste zaak van de wereld om een vijfdaagse boottocht af te leggen om mee te kunnen doen. In augustus 2004 verdwenen drie voetballers die van Aasiaat langs Disko Bay naar Qeqertarsuaq zeilden voor een voetbalwedstrijd spoorloos. Er is nooit iets van hen teruggevonden.

SLAAPZAKKEN

Het toernooi om de landstitel maakt het hele eiland gek, maar voor veel spelers is het vechten om voldoende vakantiedagen te krijgen op het werk om deel te nemen. Sommigen geraken hun job kwijt en moeten bij hun terugkeer op zoek naar nieuw werk. ‘De inzet van onze internationals is enorm’, zegt Olsen, de 37-jarige cobondscoach van het eiland. ‘Soms bedanken goeie voetballers voor een nationale selectie omdat ze opkijken tegen de opofferingen die ze met zich meebrengt en omdat ze zich op hun werk onvoldoende kunnen vrijmaken.’

Sommige Groenlanders zijn professionele handbalspelers, maar een echte profvoetballer die groot geworden is op het eiland, is er nog niet. In de semiprofessionele reeksen in Denemarken zijn er een paar. En voormalig Chelseaspeler Jesper Grønkjoer is geboren in Nuuk maar vertrok al op jonge leeftijd naar Denemarken. ‘Veel Groenlanders hebben snel last van heimwee’, geeft Olsen aan. ‘Ze missen het jagen, vissen, de vrijheid van de traditionele levensstijl hier.’

Het is tijd om een slaapplaats op te zoeken, de wedstrijden zijn afgelopen. De meeste teams hebben hun slaapzakken opengespreid op de vloer van de sporthal. Tussen de wedstrijden door spelen de spelers FIFA 16.

In een hoek van de hal liggen de voetballers van TM-62, een team uit Oost-Groenland dat er een reis van een paar duizend kilometer op heeft zitten. De club komt uit Kulusuk, dat welgeteld 295 inwoners heeft, maar bestaat uit spelers uit de hele regio. Het volstaat niet om als outsider succes te boeken. Ze verliezen achtereenvolgens met 11-0 en 12-0, dan 3-1 en tenslotte 10-0, waardoor ze achtste en laatste worden. En dat na zo’n reis.

‘Oost-Groenland is zoals Brazilië: veel talentvolle spelers, maar verspreid over te veel kleine teams’, zegt secretaris-generaal Lyberth-Berthelsen. Bondscoach Olsen bekijkt de wedstrijden aandachtig, op zoek naar nieuw talent. Hij weet dat spelers die van buiten Nuuk komen vaak enkel gedisciplineerd zijn tijdens het nationaal kampioenschap. Hij ziet zelfs hier het verschil in attitude. Terwijl het Nuukteam van Tekle na de match zijn coolingdown afwerkt, steken de tegenstanders meteen na affluiten een sigaretje op.

‘Tekle kan zijn spelers controleren, maar wie ver woont, volgt geen heilzaam dieet, om maar iets te zeggen’, weet Olsen. ‘We proberen het hen bij te brengen, maar dat is moeilijk met volwassenen die een bepaalde manier van leven gewend zijn. We moeten mikken op de jongere generatie, die zullen wel luisteren naar wat we hen vragen.’

Er klinkt gemor, omdat zo veel spelers uit Nuuk geselecteerd worden voor de nationale ploeg. Dat vindt men op de rest van het eiland niet oké. Olsen haalt de schouders op: ‘Mijn voorganger zei me dat ik beter mijn eigen weg volg, aangezien ik op een dag toch ontslagen zou worden. En dus selecteren we de beste spelers, en laten we de rest gewoon zeuren.’

Niet iedereen legt zich bij de dominantie van de clubs uit de hoofdstad neer. N-48 (Nagdlunguaq-48) is een van de betere clubs uit het noorden, en is al tien keer kampioen geweest. Ze komen uit de derde grootste stad van het eiland. Ilulissat betekent ‘IJsbergen’ en er wonen naar verluidt evenveel sledehonden als mensen (4500).

De stad waar ontdekkingsreiziger Knud Rasmussen vandaan komt, speelt de kampioenschapsfinale tegen B-67. Daar zijn zo’n 2000 supporters voor opgedaagd. Markus Jensen, de sterspeler van N-48, is een van de grote talenten op het eiland. De spits is een visser die zo’n twee uur varen van de dichtste stad leeft en die pas later arriveerde op dit nationale kampioenschap omdat hij eerst nog op jacht moest voor voedsel voor zijn gezin.

Een paar weken na het nationaal kampioenschap – gewonnen dus door B-67 – zal een dikke laag sneeuw het kunstgras bedekken tot de lange, strenge Groenlandse winter weer voorbij is. ‘Men zei ons dat sneeuw het perfecte zeildoek is voor zo’n veld’, zegt bondsvoorzitter John Thorsen.’Ik hoop dat het klopt. Wat een plezier om een veld te hebben waarover de bal rolt in plaats van alle kanten tegelijk op te botsen.’

KONING ZAALVOETBAL

Het nieuwe kunstgrasveld in Nuuk is een van in totaal drie kunstgrasvelden op het eiland. Er zijn plannen om dat aantal uit te breiden, en er in elk geval één in het noorden aan te leggen, ook al zou het daar door de barre weersomstandigheden slechts drie weken per jaar bespeelbaar zijn.

Daarna wil men, net als in IJsland, overdekte voetbalvelden om toe te laten het hele jaar door elf tegen elf te spelen. Alleen kost dat geld. ‘Een overkapping van een voetbalveld kost 10 miljoen euro, de totale investering die we moeten doen om aan de normen van de UEFA te voldoen bedraagt zo’n 45 miljoen’, heeft secretaris-generaal Lyberth-Berthelsen uitgerekend. ‘Dat lijkt veel, maar ik denk dat we het halen.’

In afwachting regeert koning zaalvoetbal. Het mannenteam bracht onlangs Denemarken in de problemen en de Faeröer werden al eens een nederlaag aangesmeerd. Plots wil iedereen tegen Groenland sparren. ‘De vrouwenploeg van Oeganda wilde graag tegen ons spelen’, zegt Lyberth-Berthelsen. ‘Wij zagen dat zitten, tot ze ons vroegen of dat in oktober kon. We hebben hen duidelijk gemaakt dat het hier dan min tien is.’

René Olsen droomt ervan ooit een officiële kwalificatiewedstrijd voor een UEFA-toernooi te leiden, maar beseft dat de weg nog lang is. Laten zijn spelers maar eerst veilig thuis geraken en tijdens de winter niet te veel aankomen…

DOOR PAUL WATSON – FOTO’S LARS JORGEN PETERSEN

Sommige teams moeten eerst een vijfdaagse boottocht afleggen om een wedstrijd te spelen.

Sterspeler Markus Jensen arriveerde later omdat hij eerst nog op jacht moest voor voedsel voor zijn gezin.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content