De ploeg van ’t stad ligt op haar gat. Achtergronden bij het ontslag van René Desaeyere en de aanstelling van Doy Perazic.

Het is dinsdag 14 oktober en Antwerpen wordt nog maar eens gegijzeld door twee immense verkeersinfarcten. Op de voorpagina van de Gazetvan Antwerpen staat het verhaal over Agalev-schepen Chantal Pauwels breed uitgesmeerd. In Deurne, Noord-Antwerpen is dat, worden de feiten druk becommentarieerd. Cynisch zijn ze op hun best, de Antwerpenaren, met plezier halen ze hun politici door de mangel. Voor wie niet beter weet, lijkt Antwerpen elk perspectief te missen en buiten schijnt nochtans de zon. Any way the wind blows, maar altijd in het nadeel, pal op kop.

Ook met de oudste voetbalclub van het land gaat het niet goed. Antwerp 04 heeft twee dagen eerder zijn trainer aan de deur gezet en rond de Bosuil wordt druk gespeculeerd over de naam van zijn opvolger. Over de spelers is iedereen het roerend eens : hottentotten zijn het, stuk voor stuk hottentotten. De Condé, die hadden ze moeten nemen. Of Haeldermans. En die Paul Theunis van Gent. Paul ? Glimlach. Moet dat niet Davy zijn ? Direct de tegenaanval. “Wat is er ? Lacht gij ons uit ?”

Eén speler slechts krijgt krediet. Neen, niet Patrick Goots, die een standbeeld verdient voor bewezen diensten, maar nu echt wel passé lijkt te zijn en, ook intern, meer een bron van ergernis is geworden. Wel WilliamVerbeeck, stilaan een eeuwige belofte. Maar ja, hij krijgt geen kans… Al jaren trouwens. Zou het niet kunnen dat het dus ook een beetje aan Verbeeck zelf ligt ? Of zien al die trainers het dan verkeerd ? Het bezwaar wordt weggewuifd. Dat ze te zuinig zijn en de verkeerde mensen kiezen, is de kritiek op de club. Koen Schockaert haakte af op een verschil in vraag en aanbod van 1200 euro bruto per maand. Twaalfhonderd ! En dan hadden we een goeie spits gehad. Maar nu…

Wat de supporters niet weten, is dat Schockaert een maandloon vroeg waarmee hij bij de topverdieners op de Bosuil zou hebben behoord. En daar knelt een schoentje. Antwerp houdt al jaren een strenge budgettering aan, met relatief lage maandlonen (gemiddeld 2500 euro bruto) en heel hoge wedstrijdpremies. Wie speelt (en wint), kan behoorlijk verdienen. Een sterke incentive, meent de club, die door het kleine aantal abonnees weinig speelruimte heeft in het begin van het seizoen. Dit jaar zijn het er ongeveer 2700, wat naar Antwerpnormen een ongekend succes is, maar zelfs naar Belgische maatstaven beschamend laag.

Laag basisloon, hoge premies : behalve sportief is het dus ook financieel enorm belangrijk om in de ploeg te staan. Is dat niet het geval, dan is de revolte groot.

Maar al die buitenlanders dan, merkt de supporter op, die zijn toch verplicht een minimumloon van ongeveer 60.000 euro bruto per jaar te verdienen ? Wordt er daar niet te veel geld over de balk gesmeten ? Neen, want in dat minimumloon zitten behalve het basisloon, ook voordelen als vervoerkosten, huisvesting en premies inbegrepen, zodat iedereen in feite met gelijke (financiële) wapens strijdt.

R ené Desaeyere (56) redde het dus niet, evenmin als Henk Houwaart (58) of daarvoor nog WimDe Coninck. Alledrie werden ze van nabij in het vizier gehouden door Eddy Wauters, de voorzitter die sinds zijn pensionering (hij werd 70 in juli) nog veel korter op de bal zit dan vroeger. Wauters heeft overal ogen op de Bosuil, waar het wemelt van de vrijwilligers die maar graag hun mening ventileren bij een hardwerkende voorzitter. En dus worden de trainers steeds sneller ter verantwoording geroepen, zelfs al waren de laatste twee fikse vijftigers en gepokt en gemazeld in het voetbal.

Desaeyere ging enthousiast van start met strenge hand en harde trainingen, maar ging daarna om onverklaarbare redenen verslappen. Of beter : hij begon te schipperen, zoals dat eerder ook Houwaart werd verweten, in de betekenis van : zijn vaste kliek beschermen en de rest geen speelkans geven. Desaeyere pakte sommige spelers verbaal hard aan, maar zag bij anderen door de vingers dat ze te laat op training verschenen of slap presteerden in de wedstrijd omdat ze in zijn ogen buiten discussie stonden. Ook al bekritiseerde hij intern geregeld zijn spelers, op zaterdag stonden ze gewoon weer in de ploeg.

Het is één van de redenen waarom voor zijn opvolging voor Doy Perazic (ook al 56, maar een debutant in eerste klasse) werd gekozen. Antwerp informeerde bij de clubs in Vlaams-Brabant waar hij eerder werkte en hoorde dat hij een man van de ijzeren discipline heet te zijn. Maar dat was Desaeyere ook.

De verslapping is onvermijdelijk, klinkt het aan de toog, want er is veel te weinig echte concurrentie. Met Nielsen, Yattara en D’Haene verdwenen er drie spelers die vorig seizoen vrijwel alles speelden of anders minstens de bank haalden. Door hun vertrek werden andere spelers wat zekerder van hun plaats. En dat terwijl voetballers voortdurend moeten worden geprikkeld wegens van nature gemakzuchtig. Of zoals iemand het dinsdag zei : “Is het toeval dat Leleu plots beter ging spelen toen er met Cissé iemand kwam die op zijn plaats kon worden opgesteld ?” Wat overigens eerst niet gebeurde en daarna niet meer kon, want Cissé raakte geblesseerd. Overigens, zo moet aan die toog ook worden toegegeven, is aanvoerder Leleu, op wie er al jaren intern kritiek is, dit seizoen lang niet de slechtste achterin. Trouwens, wat is er eigenlijk loos met Pinxten en Evens ?

Ongetwijfeld zit er kaf tussen het koren, wat heeft te maken met de angst van de voorzitter om zonder spelers te zitten. En er is dat verblindende, nostalgische verlangen naar een witte merel. Eddy Wauters weet als geen ander dat de transfermarkt is ingestort, maar gelooft dat desondanks transfers voor zijn noodlijdende club een middel zijn om te overleven. Yattara bracht vorige zomer wat geld binnen, het kan dus nog. Maar soms krijgt de zoektocht naar zo’n merel wel iets wanhopigs en lijkt die merel an sich meer centraal te staan dan het zoeken van gerichte versterking voor de ploeg. Bijkomend probleem is dat de club een speler die mislukt, aan de straatstenen niet meer verkocht krijgt. Foute inschattingen wegen zo nog jaren door op het budget.

Trainers vragen voortdurend nieuwe spelers. Liever vandaag dan morgen. Daartegenover staat dat ze vaak maar van een fractie van het materiaal dat te hunner beschikking staat, gebruikmaken. Het is een vaststelling die ze bij Antwerp al eerder maakten. Nu ook weer. Meer dan dertig contractspelers hebben ze lopen, maar steeds zijn het dezelfde elf, twaalf die op het veld komen. Een trainer die wint, heeft gelijk, maar een trainer die verliest… En dan constateert men bij Antwerp dat er te veel van a priori’s is uitgegaan. Die kan iets, die kan niks. Desaeyere wordt dan ook aangerekend dat hij te weinig zijn snel gemaakte oordeel bijstuurde.

Al jaren krijgen ze bij Antwerp spelers in bruikleen van Manchester United. Op Luke Chadwick en Danny Higginbotham na blijken dat nog geen meevallers te zijn geweest. Te jong, te onervaren, vaak ongeïnteresseerd, zelfs hautain. Van het Theatre of Dreams naar de Bosuil, het is voor de meesten een te grote stap. Van kritiek bleven ze ook nooit gespeend in Antwerpen, waar de mensen graag een mening klaar hebben. John O’Shea maakte er een onopvallende passage. Matige speler, hoorde je, maar ondertussen is diezelfde O’Shea wel vaste waarde in het A-elftal van de Mancunians én werd hij vorig seizoen genomineerd voor de titel ‘Jonge speler van het jaar’ in de Premier League. Tegengevallen ? En David Fox is aanvoerder van de nationale min 20 van Engeland, en Arthur Gomez A-internatio-nal van Gambia. Voor Antwerp spelen ze nauwelijks, ook al omdat ze geregeld weg moeten naar hun land.

Vergissen ze zich dan zo op Manchester of krijgen die jongens – er lopen er inmiddels vijf van United rond op de Bosuil – te weinig krediet ? Manchester informeerde de jongste weken geregeld naar hun situatie en stelde zelf voor om een interimcoach naar België te sturen die de toestand ter plaatse zou analyseren. Op die manier zou Antwerp rustig de tijd hebben om naar een nieuwe trainer uit te kijken. Antwerp was geneigd op het voorstel in te gaan, tot duidelijk werd dat het maar voor een korte periode zou zijn. En liever stelde het over pakweg een maand niet weer een nieuwe coach aan. Jammer vonden ze het zelf, want naar het voorbeeld van Germinal Beerschot, dat jonge Ajacieden een kans geeft, wilden ze bij Antwerp ook wel eens graag zien tot wat hun jonge mannen in staat waren. Misschien, zo geven ze er eerlijk toe, vallen Heath, Fox of Gomez wel door de mand, maar geef ze ten minste eens vijf, zes weken de kans om iets te laten zien.

Het staat een Antwerpenaar niet echt, maar met enige bewondering wordt er toch naar AA Gent gekeken. In relatief vergelijkbare omstandigheden – grote stad, zelfde supporterspotentieel, gelijkaardige commerciële middelen – slaagt men er daar wél in geregeld een dikke transfer te doen én tegelijk de subtop te spelen. Ze hebben er ook een stadionplan in de steigers staan. Kortom, er is perspectief.

Perspectief, of liever een gebrek eraan, verlamt op dit moment alle geledingen van Royal Antwerp FC. Cynisme viert er hoogtij. Ook de aanstelling van Doy Perazic werd ermee verwelkomd, zo weinig illusies koesteren ze nog op de Bosuil. Perazic wacht voorwaar geen makkelijke taak.

door Peter T’Kint

‘Wat is er ? Lacht gij ons uit ?’

Perazic heet een man van de ijzeren discipline te zijn, maar dat was Desaeyere ook.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content