‘Franziska Van Almsick, more than a great swimmer’, de titel van haar persoonlijke website. Op haar veertiende de hemel in geprezen, later bespot en uitgespuwd. Vijf gouden medailles en een nieuw wereldrecord : haar antwoord, tien jaar later, op het EK in Berlijn. De Duitse diva is terug van heel ver weg geweest. Voor hoelang ?

Zaterdag 3 augustus 2002. In het Europasportpark in Berlijn hijst Franziska Van Almsick zich uit het water. Uitgeput, overweldigd, dronken haast, zakt ze door de knieën, handen voor het gezicht. Vier duizend toeschouwers op de banken, minutenlang applaus. Beklijvend moment : 1.56.64 prijkt op het scorebord, haar winnende tijd op de 200m vrije slag en 14 honderdsten onder haar eigen, bijna heilige, wereldrecord van 1994. Een fractie van een seconde slechts, die acht jaar van frustratie en ontgoocheling toch nog zin geven.

Het wonderpopje uit Treptow, een buitenwijk van Oost-Berlijn, werd al vroeg ontdekt. Vijf was ze pas toen grote broer Sebastian haar meenam naar de zwemclub. Op haar elfde won ze negen keer goud op de DDR-Spartakiade. Van vader Bernd kreeg ze toen een sticker, Barcelona 1992. Olympisch goud werd het doel.

In Barcelona was ze er al heel dicht bij : zilver op de 200 vrij, brons op de 100. Veertien jaar, supertalent, leuk snoetje en rad van tong : Franzi werd de lieveling van een nieuwe natie, de mascotte van het pas verenigde Duitsland. Een manager moest de storm in goeie banen leiden. Slimme zet, want ex-sportjournalist Werner Köster gidste haar door de mediajungle én sloot vette sponsor- en reclamedeals af. Tien miljoen euro zou ze zo al verdiend hebben.

Na de olympische medailles volgden zes Europese titels, een jaar later in Rome een eerste wereldtitel. Al misrekende de wispelturige puber zich daar en miste ze zelfs de finale. Teamgenote Dagmar Hase, zwaar onder druk gezet, stond haar plaats af. “Een idioot was ik toen.” En op de buitenbaan zwom Van Almsick naar goud en een nieuw wereldrecord.

Vanaf het EK in ’95 begon haar ster te tanen. In Wenen pakte ze nog wel vijf keer goud, maar opnieuw een tactische blunder hield haar uit de finale van de 200m. In de B-finale zwom ze nog een beste wereldjaarprestatie, maar de verwijten werden steeds luider. Franzi werd opnieuw Franziska, bewondering sloeg om in nijd. De afgunst om alle aandacht en de vele miljoenen steeg. ” Immer nur Franzi“, klonk het in de Duitse ploeg.

De druk werd haar te veel en in Atlanta greep Van Almsick naast het goud dat ze nooit had mogen verliezen. “Ik was beter op het startblok blijven staan. Ik dook het water in en wist dat het al voorbij was.” Geklopt door zichzelf, en zo gedegouteerd dat ze dacht aan stoppen. Met zwempensioen op 18.

Enkele maanden bezinning, een nieuwe trainer en toch weer het zwembad in. Tot een motorongeval met een complexe handbreuk haar 14 weken aan de kant hield. Geen EK in ’97 en nog niet fit genoeg om haar titel te verdedigen op het WK begin ’98. Alles dan maar op Sydney gezet, zodat het ook daar wel moest mislopen. Meer dan een elfde plaats op de 200m zat er niet in en de pers keerde zich massaal tegen haar. Franzi van Speck kopte Bild, met weinig flatterende foto’s van Van Almsick die bijna uit haar te kleine badpak barstte. De ultieme vernedering.

Het dieptepunt werd ook het keerpunt, want in een restaurant in het olympisch dorp raakte ze aan de praat met Stefan Kretzschmar, een excentrieke handbalinternational. Ook hij was de zondebok in Sydney, want had Kretzschmar dat schot op een halve minuut van het einde niet gemist, dan zat Duitsland in de halve finales, en niet Spanje.

Kretzschmar verliet vrouw en kind, wijdde tatoe nummer 14 aan zijn grote liefde en stimuleerde haar om door te gaan. Tot ze die perfecte race had gezwommen, tot ze het respect had herwonnen, “om dan te kunnen zeggen : dit was het”.

Van Almsick ging opnieuw aankloppen bij Norbert Warnatzsch, haar coach toen ze tien was. Trainen deed ze niet meer alleen, maar in groep, en opnieuw met veel discipline. En om te bewijzen dat ze eigenlijk toch niet zo dik was, poseerde ze voor een erotisch magazine. “Ongelooflijk hoe snel je kan veranderen van een vet monster in een seksgodin.”

In Berlijn realiseerde ze een comeback die niemand nog voor mogelijk hield. Haar wereldrecord was al die jaren geen last geweest, wel een motivatie. “Diep vanbinnen wist ik dat ik het nog één keer kon. Weinigen hebben in mij geloofd, maar ik had verdomd nog maar eens gelijk. Mijn leven is de voorbije jaren één grote puzzel geweest, eindelijk passen de stukken in elkaar.”

En weer is het ” Immer nur Franzi” in Duitsland, niet meer van Speck, wel van Gold. En was dat nu de perfecte race in Berlijn ? Of gaat ze door tot het WK 2003 in Barcelona, de stad waar alles begon ? Misschien staat ze wel samen met Stefan Kretzschmar op de Olympische Spelen in Athene, om daar allebei iets recht te zetten ?

Wie weet beginnen ze wel gewoon aan hun eigen kroost ?

door Inge Van Meensel

‘Ongelooflijk hoe snel je kan veranderen van een vet monster in een seksgodin.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content