Volgend jaar mag hij er naar hartelust met de motor op uittrekken. Maar één jaar lang nog is vooral de fiets het vehikel waarmee Laurent Jalabert zich zal voortbewegen. Straks vat de Fransman zijn, naar hij zegt, laatste campagne aan. Een mens wordt er nu eenmaal niet jonger op : op 30 november vierde Jaja zijn 33ste verjaardag. Nog één seizoen lang wil Jalabert in zijn typische, aanvalslustige stijl wielerwedstrijden kleuren. Als hij tenminste niet van een ladder valt.

Dommer is niet mogelijk.

Afscheid in schoonheid – qua contradictio in terminis kan dat tellen. Natuurlijk bestaat dat niet. Laten we wel wezen. Geen afscheid zonder zweem van zieligheid. Maar er zijn gradaties. Laurent Jalabert – getrouwd met Sylvie en vader van Pauline (10), Charlotte (7), Louis (2) en Jules (6 maanden) – spande vorig jaar bijna de kroon. Nog voor hij de kans kreeg om van zijn fiets te vallen, viel hij van een ladder. Kan gebeuren. De dramatiek schuilt in de details. Bijvoorbeeld, in de vraag wáár Jalabert van een ladder viel. Wel, van de ladder in zijn garage. De Poggio, de Mont Ventoux, de Col de la Madeleine, Alpe D’Huez, enzovoort : geen klim heeft Laurent Jalabert meer genomen dan de ladder in zijn garage. Toch viel hij uitgerekend daar.

Wat de dramatiek nog verhoogt : waarom beklom hij de ladder waarvan hij viel ? Om fietsbanden weg te bergen. Echt waar. Puurder slapstick valt bijkans niet te verzinnen. Ware daar niet de diagnose. Drie gebroken ruggenwervels. Lees : een gebroken wielercarrière. Tenminste, zo leek het.

De timing zat ook zo compleet fout. (Al is er natuurlijk geen enkel goed moment om van de ladder in je garage te vallen.) Vlak voor de start van het wielerseizoen 2001, om te beginnen. Hij had, bijvoorbeeld, de Ronde van Vlaanderen in zijn programma aangekruist. Tja. Dan moet je natuurlijk niet half februari van een ladder donderen.

B

ovendien, Jalabert had net – de winter daarvoor – zijn lot verbonden aan het jongbakken team van manager Bjarne Riis, het Deense CSC-Worldonline. Daarmee wou hij na tien jaar loondienst bij het Spaanse ONCE alsnog een nieuwe wending geven aan zijn carrière. De herfst was al aangebroken, maar alla. Jalabert wilde breken met zijn reputatie : koning van tweederangsrittenkoersjes. Goed, dat legde hem geen windeieren. Geruime tijd voerde hij op basis van zulke successen de UCI-ranglijst aan – kan je nagaan. Maar de jongste jaren werd Jalabert vooral de nadelen van het imago van kleine-rittenwedstrijd-winnaar gewaar. Het deed afbreuk aan zijn reële inhoud als renner. Tenslotte prijken er zeges van meer allure op zijn erelijst : Milaan-Sanremo (1995), de Ronde van Lombardije (1997), twee keer de Waalse Pijl (1995, 1997), drie keer Parijs-Nice (1955, ’96 en ’97), de Ronde van Spanje (1995), het wereldkampioenschap tijdrijden (1997).

Op dit ogenblik lichten er achter de naam Laurent Jalabert 153 overwinningen op. Hoeveel meer hadden dat er kunnen zijn, mocht hij zichzelf niet verloren hebben in zijn fixatie op de Tour de France ? Helaas, hij gehoorzaamde de Fransen en hun drang naar eigen Tourwinnaar eerst. Hoewel, hij moet het ook niet allemaal op de Fransen steken : een vierde plaats in het eindklassement van de Ronde van Frankrijk van 1995 (en zijn statuut van Vueltawinnaar) hebben mogelijk ook bij Jalabert zelf illusies gevoed. Misschien ging hij gemakshalve voorbij aan de volgende koude vaststelling : in zijn andere deelnames aan de Tour – acht stuks tot en met 2000 – had hij het behalve die vierde plaats niet verder geschopt dan een 43ste stek in de eindafrekening (in 1993) en de helft van de keren had hij voortijdig de strijd gestaakt. Men mag, met andere woorden, aannemen dat Laurent Jalabert veel energie verkwist heeft in valse Tourambities.

Maar laat nu net diezelfde Tour de France de hoofdreden geweest zijn voor zijn inlijving bij CSC-Worldonline. Dat had Bjarne Riis pienter bekeken : met Jalabert in zijn rangen lag een wildcard voor de Tour voor het oprapen. Mocht de hoofdbetrokkene natuurlijk niet van de ladder in zijn garage vallen.

E

r werd tot dusver in dit verhaal één woord vergeten. Het woord is karakter. Drie gebrokken ruggenwervels konden Laurent Jalabert niet tegenhouden. Goed, de Ronde van Vlaanderen en consoorten moest hij vanuit zijn zetel aankijken. Maar vlak voor de Tour keerde hij terug, en redde de wildcard voor zijn team.

Kwam de Tour zelf. Negentiende in de eindstand, tot daar toe. Veel meer gewicht hadden twee ritoverwinningen, waarvan één historische wegens op quatorze juillet, de Franse nationale feestdag. Vrijwel drie weken lang onverdroten in de aanval. Dankzij die zin voor roekeloos initiatief werd Jalabert in Parijs tot bergkoning gekroond – stel je voor, een triomf op het terrein waarop hij voordien net tekort schoot.

Voorgoed de chouchou van Frankrijk en zijn conditie was na die Tour niet op. Hij won nog de Clasica San Sebastian. De wereldtitel kon hem haast niet ontsnappen. Maar Jalabert miste de afspraak in Lissabon. Rug- en kniepijnen zetten hem buitenspel.

Naar welke afspraken lonkt Laurent Jalabert nog in 2002 ? Eén ding staat vast. Van een ladder in de garage tuimelen deugt niet als afscheid in schoonheid. Laurent Jalabert gaat straks op zoek naar een beter alternatief.

door Ben Herremans

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content