Met Kevin De Bruyne beschikt RC Genk over een troef die bepalend kan worden in de titelstrijd. Kenners speuren naar de groeimarge die nog schuilt in de negentienjarige Drongenaar, die zelfs door het vizier van Chelsea huppelt. ‘Als je de beste 50 Belgische voetballers noemt, heb je er één of twee zoals hij en 48 anderen.’

In Het Belang van Limburg gaf Kevin De Bruyne anderhalve week geleden aan niet te geloven dat hij nog dit seizoen opnieuw zijn topvorm zal halen. Klierkoorts hield hem vanaf medio oktober tot eind december aan de kant. “We gaan ervan uit”, zegt clubdokter Stijn Indeherberghe, “dat de ziekte nu uit zijn lichaam is. Dat neemt niet weg dat hij drie à vier maanden minder trainde dan de rest. Dat kan zijn gevoel verklaren. Zijn fysieke testen en conditie zijn goed, maar de basis die erachter ligt, is op dit moment wat minder.” Desondanks blijft de vaststelling overeind dat RC Genk dit seizoen in de reguliere competitie niet één keer verloor als De Bruyne ten minste zeventig minuten op het veld stond. Ook doofde de interesse in de speler niet uit door de ziekte. In januari bood FC Twente volgens Patrick De Koster, makelaar van De Bruyne, nog 5,5 miljoen euro en zelfs bij een grootmacht als Chelsea kennen ze zijn naam.

De kunst verstaan

“Kevin heeft zeker bepaalde kwaliteiten die interessant kunnen zijn voor een topclub als Chelsea”, zegt ploegmaat Thomas Buffel. “Je ziet Fellaini, Dembélé en Vermaelen in Engeland meedraaien, dat moet hem zeker ook lukken. Die kloof lijkt misschien groot, maar als je goed kunt voetballen, rol je daar vanzelf in. Dan versta je de kunst om het balletje te laten rondgaan, om met die jongens mee te spelen.

“Ik schat Kevin niet minder hoog in dan Salomon Kalou, met wie ik nog samen speelde. Kalou was misschien nog iets meer de man van de individuele actie, maar Kevin heeft anderzijds een fantastisch schot in de benen. Van buiten het strafschopgebied gevaarlijk kunnen zijn, dat is een extra wapen in het hedendaagse voetbal. Daarin wordt het door alle tactische benaderingen almaar moeilijker om drie à vier man te dribbelen.”

Naar een Europese topclub gaan vergt natuurlijk ook een bepaalde mentale veerkracht. “Hoe hij zich nu zal herpakken na zijn klierkoorts zal in dat opzicht een waardemeter zijn”, aldus Buffel. “Als jonge speler moet je leren omgaan met tegenslagen. Loopt iets niet zoals Kevin denkt dat het zou moeten lopen, dan steekt hij dat niet weg. Bij bepaalde zaken kan hij nog licht ontvlambaar zijn, maar dat is ook een deel van zijn winnaarsmentaliteit. Zulke dingen gebeuren trouwens vooral op training of tijdens wedstrijden. Daarbuiten is hij de rust zelve, een leuke jongen om mee samen te werken. Hij neemt geen blad voor de mond, dat klopt, maar op zich is hij nog redelijk beleefd.”

Kleine boef

“Welke jongen van die leeftijd durft nu en dan eens tegen ‘een grote’ een discussie aan te gaan over echte voetbalzaken?”, vraagt Hein Vanhaezebrouck, vorig seizoen trainer bij RC Genk. “Het is schitterend om samen te werken met een gast met zo’n potentieel, zeker als hij dan ook nog eens een eigen mening heeft en daarvoor durft uit te komen. Nu en dan is hij nukkig en op voetbaltechnisch en tactisch vlak kijkt hij heel kritisch naar zichzelf, maar op andere gebieden gedraagt hij zich dan weer als een speelvogel, een kleine boef die weleens durft te klagen. Het is eigenlijk een echte voetballer; hij wil niks anders dan de bal, altijd.

“Als je de beste 50 Belgische voetballers noemt, heb je er één of twee zoals hij en 48 anderen. Voor mij is hij diegene met de grootste groeimarge. Hij is perfect tweevoetig, heeft heel veel overzicht en inventiviteit, beschikt over een fantastische trap en kan scoren. Hij voetbalt verstandig tussen de lijnen, vindt de ruimtes en kan gemakkelijk een man voorbij. Kevin zegt van zichzelf dat hij niet snel is, maar ik herinner me van vorig jaar dat hij een van de beste tijden liep. Hij is veel sneller dan hij zelf denkt.

“Ik ben niet de man die bij hoog en bij laag beweert dat je het stap per stap moet doen. Het enige voordeel aan een overstap naar een club als Twente lijkt mij dat hij daar nog eens zou leren wennen aan een andere omgeving, een nieuw verwachtingspatroon … Met dat aanpassingsproces had hij in het begin bij Genk toch ook wat problemen. Of hij het kan halen bij een club als Chelsea valt niet te voorspellen, maar de potentie voor de wereldtop is er alvast. Natuurlijk moeten we met z’n allen beseffen dat hij bij een club als Chelsea niet vanaf dag één in de basis zou staan. Hij moet ook niet naar daar trekken met het plan om daar eens een halfjaar alles te geven en dan te zien of het gelukt is. Daar is het: blijven harken, blijven werken.

“Bij een topteam als Chelsea kies je ook niet zomaar zelf je plaats op het veld. Daarom moet hij zich nu niet focussen op een bepaalde positie. Als diepe spits kan hij niet spelen, daarvoor mist hij body en kopkracht, maar voor de rest is hij in staat om op elke positie te voetballen die ook maar enigszins offensief getint is. Dat moet ook in het moderne voetbal, een trainer zet zijn pionnen niet langer op een vaste plaats neer. Er is tegenwoordig heel veel onderliggende beweging, de actieradius van de spelers wordt alsmaar groter. Kevin moet capabel zijn om daarin mee te evolueren.”

Vista

Ronny Van Geneugden werkte als technisch coördinator van de jeugdopleiding, beloftetrainer en hoofdtrainer van RC Genk met De Bruyne samen. Hij zegt: “Het hedendaagse voetbal kreeg een ontwikkeling mee waarbij de spelbepalers iets meer aan de buitenkant gepositioneerd staan, om van daar in een vrije rol tussen de lijnen te spelen. In die hoedanigheid speelt Kevin nu. Daar krijg je ook niet het hele gewicht van het elftal op je schouders. Op termijn zal hij wel opschuiven naar het centrum.

“Met zijn snelheid heb ik weinig moeite, wetende dat hij een heel goede actie in huis heeft. De bal is veel vlugger dan de man en Kevin kan dankzij zijn vista – zijn sterk punt – het spel heel snel laten gaan. Hij ziet voetbal, merkt dingen sneller op dan een ander en koppelt daaraan de juiste baltoets en de gepaste balsnelheid. Dat valt niet dikwijls meer voor in het hedendaagse voetbal. Ook merk ik dat hij aan maturiteit wint. Hij stáát er de laatste tijd meer, lichamelijk maar ook geestelijk. Dat gaat over: iets meer gedoseerd werken, zodat je op de juiste momenten in de wedstrijd in staat bent om dominant te spelen. Naast het veld laat hij van zich horen als iets hem niet aanstaat. Dat is typisch, topspelers zijn jongens die zich niet zomaar laten wegzetten. Het zal geen belemmering vormen voor zijn verdere ontwikkeling.

“Kevin heeft heel veel intrinsieke kwaliteiten om nog een aantal stappen voorwaarts te zetten. Of die hem tot bij Chelsea zullen brengen weet niemand. Als je over zo’n club praat, zit je in een categorie waar jongens spelen die over veel internationale ervaring beschikken, ook met hun nationale elftal. Die heeft hij nog niet. De interesse van topclubs moet hij zien als een geweldige stimulans. Op dit moment kan hij niet beter zitten dan in Genk. Op de huidige spelersgroep zit nog veel rek. Hij mag nu zeker niet bepaalde stappen overslaan. Kevin is 19. In welke mate moet je dan al spreken van de absolute top in Europa? Normaal gezien zijn het spelers van 23 tot 25 die zo’n stap zetten. Als hij zichzelf nog altijd sterker voelt worden, waarom zou hij dan niet blijven? Ik denk dat hij jaarlijks moet evalueren of hij nog genoeg progressie boekt bij zijn huidige club.”

DOOR KRISTOF DE RYCK

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content