‘POZUELO VERDIENT DE GOUDEN SCHOEN’

© KOEN BAUTERS

Hoe strategisch is Dimitri de Condé als hij zegt dat de grootste individuele voetbalprijs in België moet gaan naar een speler van KRC Genk, naar een jongen die hij zelf ontdekte? De sportief directeur lijkt toch in de eerste plaats zijn hart te laten spreken. ‘Puur als voetballiefhebber ben ik vooral blij voor Alejandro zelf.’

De tweede kans die Tornike Okriasjvili kreeg, was een maat voor niets. Met de transfers van Igor de Camargo en Yoni Buyens schoot sportief directeur Dimitri de Condé ook niet in de roos. Maar daartegenover staat een veel langer lijstje met voltreffers. Jongens als Leon Bailey, Alejandro Pozuelo, Tino-Sven Susic, Nikolaos Karelis en Ally Mbwana Samatta maken van KRC Genk dezer dagen een aantrekkelijke ploeg.

Maar KRC Genk staat wel pas negende in het klassement.

DIMITRI DE CONDÉ: ‘Gelukkig worden we daar niet van. We hebben een ploeg die play-off 1 móét halen. Maar we zijn in Europa nog in de running om te overwinteren en in België zit alles nog op een zakdoek, de tweede heeft maar vier punten meer dan wij. We moeten mee zijn met de trein, maar we hangen in het laatste wagonnetje. We beseffen dat we matchen zoals die in Oostende en Waregem ook eens moeten winnen als we de kloof willen dichten.’

KRC Genk wisselt glansrijke prestaties in de Europa League af met soms belabberde matchen in België.

DE CONDÉ: ‘Als je ons ruimte geeft, krijg je problemen. Je voelt dat Belgische clubs weer met respect naar ons kijken en bang zijn om in die val te trappen. Sommige trekken een dubbele muur op. Als je die niet kan doorbreken door snel op voorsprong te komen, wordt het heel moeilijk. In onze vorige match begon zelfs Club Brugge heel passief tegen ons. Club speelde heel laag en mikte in de eerste helft op de counter.’

‘LEON HEEFT ÁLLES’

Hoe dicht zat u op het eind van de zomertransferperiode bij het ideaalplaatje dat u vooraf in uw hoofd had?

DE CONDÉ: ‘Ik vind dat we over een goede kern beschikken als je rekening houdt met het verhaal dat wij met KRC Genk proberen te schrijven. Het gaat er niet enkel om een kern samen te stellen voor die negentig minuten, wij willen ook aandacht hebben voor eigen jeugd. Bij onze 26 spelers zitten 14 Belgen. Dertien jongens komen uit onze opleiding of hebben er voeling mee. Tegen Club speelden we met vier gasten die nog geen twintig jaar waren. Als je ziet dat die ploeg de eerste helft dan ook nog eens in handen nam, past dat bij de lijn van onze club.’

Een aanwinst als Samatta is te spreken over uw aanpak. Soms lijkt het alsof u jongens echt overtuigt door in de onderhandelingen al een oprechte band met hen op te bouwen.

DE CONDÉ: ‘Bij Ally kwamen we tot een akkoord, maar toen ik die jongen in Japan voor mij had, voelde ik dat hij toch nog met vragen zat. Ik zei: ‘Nu teken je niet en zeg je eerst wat er scheelt, anders vertrek ik.’ Ik zei dat niet agressief, maar ik denk dat hij toch schrok. De meeste mensen in de voetbalwereld luisteren op zo’n moment niet en willen zo snel mogelijk die handtekening. Ik vind het belangrijk dat jongens overtuigd in ons verhaal stappen. Ik denk dat dat weleens het verschil maakt. Soms sta ik te kijken van onderhandelingen. Als iedereen al gauw over geld praat, vraag ik: ‘Zijn jullie ook bezig met wat de speler zelf wil?’ Ik probeer mee te denken met de jongens die naar ons komen, afspraken te maken over het traject dat we gaan bewandelen en mij daaraan te houden. Neem nu Bailey.’

Hij flirtte afgelopen zomer met Ajax.

DE CONDÉ: ‘Toen riep iedereen: ‘Nu wordt Genk nerveus.’ Ik voelde dat zo niet aan. Ik zei Leon dat hij bij ons echt nog een stap te zetten had. Maar als hij die stap zet, zal ook de volgende stap komen en zullen we over een transfersom moeten nadenken.’

U kunt dat wel bespreken met de speler, maar dat biedt toch geen garantie?

DE CONDÉ: ‘Ajax heeft mij toen gebeld. En Patrick Kluivert (directeur voetbalzaken bij Paris Saint-Germain, nvdr) ook. Hij wilde hem naar PSG halen en bij Ajax stallen. Maar ik word op zo’n moment nogal direct naar die clubs toe.’

Dat biedt toch evenmin een garantie? Leon heeft ook een entourage en die is speciaal.

DE CONDÉ: ‘Waarom zou ik meer twijfelen aan CraigButler (de zogenaamde vader van Bailey, nvdr) dan aan makelaar x, y of z? Maar het is waar: 100 procent vat op de situatie heb je nooit.’

Wat vindt u van de evolutie van Bailey?

DE CONDÉ: ‘Ik denk dat hij zich beter in het team kan schikken dan toen hij hier aankwam. Je moet het die jongen wel gunnen om af en toe iets meer te mogen dan een ander, zolang hij maar binnen het collectief blijft. Dat is een status die een speler kan krijgen door almaar beslissender te worden. Leon heeft álles om het te maken op het allerhoogste niveau, hij zal zelf bepalen hoe ver hij komt.’

WAUW!

Is Bailey de transfer waarop u tot nog toe het meest trots bent?

DE CONDÉ: ‘Zijn komst is een pluim die je niet op mijn hoed moet steken. Hij is hier vooral dankzij onze goede jeugdwerking en het gevoel dat hij daaraan overhield. Het meest trots ben ik op Pozuelo. Een type als hij is zeldzaam en zie ik héél graag spelen. Ik merkte hem op toen hij inviel in een match die ik volgde voor een andere speler. Ik dacht direct: wauw! In die tien minuten viel mijn mond open van zijn tweevoetigheid; je kon echt niet zeggen of hij links- of rechtsvoetig was. Hij koppelde dat aan een enorme snelheid met de bal aan de voet. Soms heb je het niet door, maar hij loopt met die bal even snel als jongens die hem zonder bal achternazitten. Alejandro zat eerst bij Swansea en toen daar geen resultaten geboekt werden, werd hij er samen met enkele andere Spanjaarden aan de kant geschoven. Toen kwam hij bij Rayo Vallecano. De trainer daar vond dat hij maar één positie had. Op die positie werd hij geblokkeerd door een speler die vaak scoorde in de Primera División (Alberto Bueno, nvdr). Zo had niemand Alejandro nog in het vizier.’

Ook KRC Genk niet.

DE CONDÉ: ‘Het was toeval dat ik die ene match volgde, ja. Maar dan moet je het wel meteen zien. Toen ik terug in Genk was, zei ik dat we hem moesten nemen. De trainer was er eerst niet voor te vinden. Ook hij vroeg zich af waarom die jongen in het verleden zo weinig gespeeld had. Op de laatste dag van de transferperiode drukte ik intern de transfer door. Daar ben ik supertrots op. Maar puur als voetballiefhebber ben nu ik vooral blij voor die jongen zelf. Wij hebben hem veel gegeven: de mogelijkheid om zich weer te ontwikkelen. Hij geeft ook veel terug. Hij past zich hier perfect aan. Zijn loopvermogen is enorm. Pozo maalt hier de meeste kilometers van iedereen. Dat valt niet op, omdat hij niet overal loopt te tackelen, maar Pozo is in balbezit en balverlies héél aanwezig. Hij stuwde ons vorig seizoen naar play-off 1 en zelfs in Europese topmatchen tilt hij ons naar een hoger niveau. Zulke spelers vind je normaal niet in België. Pozuelo verdient de Gouden Schoen.’

De keerzijde is dat de pudding in elkaar zakt als hij ontbreekt.

DE CONDÉ: ‘Als de afwezigheid van een dragende speler geen impact heeft, tja, dan is hij geen dragende speler. Maar het is niet zo dat wij geen kwaliteiten meer hebben als Pozo er niet bij is.’

GEEN TUSSENWEG

Maes lijkt zijn driehoek op het middenveld gevonden te hebben: Ndidi op positie 6, Pozuelo op 8 en Susic op 10.

DE CONDÉ: ‘In België wordt nogal vlug teruggegrepen naar het verdedigende, organisatorische verhaal. Wij proberen te kiezen voor het voetballende verhaal en nemen het risico met één verdedigende middenvelder te spelen.’

Jullie verdediging wankelde bij momenten al heel erg.

DE CONDÉ: ‘Elk voetbalidee heeft nadelen. Achteraan geven we soms te veel ruimte weg. Dat kan verholpen worden door heel geconcentreerd te spelen. Op dat vlak ging het al een paar keer mis. Dat heeft niets te maken met de individuele kwaliteiten van de verdedigers, wel met het collectief. Maar we mogen ons op zulke momenten niet laten afleiden door kritiek van buitenaf. Er is geen tussenweg. Je moet in een aanpak geloven en daarnaartoe werken. Onzekerheid creëren door het in de ene match zus aan te pakken en in de andere match zo, dat voelt voor de spelers niet aangenaam.’

Hoezeer wordt Maes onder druk gezet om op deze manier te spelen?

DE CONDÉ: ‘Ik denk niet dat wij druk leggen op een trainer om bepaalde dingen te doen. Maar er zijn wel waarden binnen een club. Wat Peter zeer goed doet, is hard werken, een goede mentaliteit brengen en voor discipline zorgen. Daarnaast is er ook de verwachting om goed voetbal te brengen, gekoppeld aan resultaten. We zien dat wij op dat vlak vooruitgaan.’

Hoe loopt de relatie tussen het bestuur en Maes intussen?

DE CONDÉ: ‘In dat verband zijn we al negatief in het daglicht gekomen. Dat vind ik heel spijtig, want in de voetbalwereld draait alles om perceptie en iets wat in de media komt, is moeilijk te herstellen. Peter belandde in een club met een vzw-structuur die van hem een andere manier van werken vraagt. Ik ben ook nieuw in mijn functie. Alle karakters samen zorgen ervoor dat we weleens botsen. Maar ik denk dat de trainer al stappen zette, en ik ook. Zo groei je naar elkaar toe en ga je vooruit. We zijn hier allemaal voor hetzelfde. Het is de club die telt. Maar natuurlijk geldt voor elke trainer dat de sportieve resultaten uiteindelijk bepalen hoe je aan het werken bent.’

De perceptie is dat Maes door het bestuur voortdurend in vraag wordt gesteld.

DE CONDÉ: ‘Op een bepaald moment leeft zoiets en wordt dat graag altijd weer opgerakeld. Ik focus mij op waar ik mij op moet focussen. We moeten maar zien dat we die perceptie uit de wereld krijgen. Als we dit seizoen al een prijs pakken, zou dat vlug gebeurd zijn.’

DOOR KRISTOF DE RYCK – FOTO KOEN BAUTERS

‘Wij leggen geen druk op een trainer om bepaalde dingen te doen, maar er zijn wel waarden binnen een club.’ – DIMITRI DE CONDÉ

‘Je moet het Bailey gunnen om af en toe iets meer te mogen dan een ander.’ – DIMITRI DE CONDÉ

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content