Formule 1 krijgt een nieuwe motor.

De Fransman Jean Todt, voorzitter van de Internationale Autosportfederatie FIA, wilde de formule 1 vanaf 2013 met een viercilinder laten rijden. Eentje met een cilinder-inhoud van 1,5 liter en een turbo erop. Maar voorts ook uitgerust met allerlei systemen om energie te recupereren en die als elektrisch vermogen te gebruiken, noem het gerust een nog betere versie van het huidige KERS (Kinetic Energy Recuperation System). Met dat lastenboek wilde Todt de formule 1 een meer ecologisch imago geven en daarmee scoren in hogere politieke sferen, in deze tijden van jacht op CO2.

Een viercilinderturbo van anderhalve liter: er ging een koude rilling door de perskamer toen de F1-journalisten het voor het eerst hoorden. Omdat het geluid van de motoren, nu heel snerpend met die V8-mechaniek van 2,4 liter, natuurlijk essentieel is voor de beleving van de autosport. We mochten er niet aan denken hoe die viercilinder zou klinken. Bernie Ecclestone wilde daar ook niet aan denken. Neen, niet omdat hij zijn hart als autosportliefhebber liet spreken. Wel omdat hij zich grote zorgen maakte over de uitstraling van zijn circus. “Formule 1-auto’s moeten oorverdovend kabaal maken”, zei hij. “Dat hoort bij het spektakel. Ik mag er niet aan denken dat hier een hoop stofzuigers rondjes trekken.”

Het kwam dus tot een machtsstrijd waarin Todt wijselijk besliste het niet tot het uiterste te drijven – de Fransman zou het toch niet gehaald hebben. Eccle-stone schakelde zelfs de organisatoren van de races in en liet die in een gezamenlijk persbericht verklaren dat ze de formule 1 zonder enig aarzelen zouden dumpen en vervangen door de auto’s van de Amerikaanse IndyCar. Ook Francorchamps speelde dat spel mee. Natuurlijk hadden ze dat nooit écht gedaan, maar de boodschap van Bernie was duidelijk: iedereen die bij F1 betrokken is, kan zijn eigen leven gaan leiden. Nog vrijer vertaald: we hebben de FIA niet nodig als die niet doet wat ik zeg.

Ondertussen is de kogel door de kerk en heeft de FIA het voorstel van de teams en constructeurs (officieel) en Ecclestone (officieus) aanvaard: het wordt dus een V6 turbo van 1,6 liter, die wel voor dat snerpend geluid kan zorgen. Daarvoor werd het toerental, eerst afgesproken op maximaal 12.000, verhoogd naar een begrenzing op 15.000. Bovendien wordt de introductie van de nieuwe motor een jaar uitgesteld, dus vanaf 2014.

Leuk in dit verhaal: hoe alles ook in F1 cyclisch is. Een V6 turbo, die werd immers eerder al gebruikt toen Renault in 1977 vriend en vijand verraste met zo’n kleine turbomotor 1500cc, toen alle anderen met een klassieke drieliter reden. Maar twee jaar later won Renault al zijn eerste GP met de turbo, zodat de andere motorenbouwers maar meteen aan het werk gingen. In 1983 werd Nelson Piquet met zijn Brabham BT52 de eerste wereldkampioen met een turbomotor. En in 1988 waren turbomotoren zo krachtig geworden dat ze werden verboden en alleen nog atmosferische motoren waren toegelaten. Tot eind 2013 dus.

DOOR JO BOSSUYT

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content