Hoe er op Antwerp beleid wordt gevoerd, is kolder in de hoogste graad. Wie weet hoe de aanwervingen van René Desaeyere en Marc Grosjean in hun werk gingen, kan de oudste club van het land niet serieus meer nemen.

Gelukkig kon Henk Houwaart op het einde van vorig seizoen nog een mooie 9 op 12 neerzetten, want met 6 op 36 was het van januari tot april niet vet geweest. Vervolgens ging het van kwaad naar erger. René Desaeyere haalde 7 op 24 (met wedstrijden tegen Anderlecht, Standard, Moeskroen en Club Brugge : meteen kent u het programma van de komende weken), Doy Perazic 5 op 27. Alledrie werden ze bedankt voor bewezen diensten.

Antwerp sloot de heenronde af op een degradatieplaats en met 35 tegengoals, veruit het meeste van alle ploegen. Aan Marc Grosjean nu om de kansen te laten keren. Niet simpel, want terwijl alle concurrenten onderin hun ploeg versterkten, is het bij Antwerp wachten. Zoals op gratis spelers van Manchester United. Want de kern is verzwakt : de Engelsen Heath en Fox zijn alweer weg, het contract van Bernath werd ontbonden en Hussain en Mussa zien hun toekomst elders, al vond geen van beiden voorlopig een club.

Wat is er loos met de oudste club van het land, waar ze o zo moeilijk spelers vinden, nauwelijks een trainer kunnen houden en de sfeer in de kleedkamer zien verzieken ? Geld en respect, daar draait het om. Respect voor mekaar. En geld om goede spelers en een geschikte trainer te vinden.

Qua improvisatie en creativiteit kennen ze anders hun gelijke niet in Deurne. Getuige het verhaal van de trainersaanstellingen.

René Desaeyere is met vakantie bij zijn dochter in Amerika, wanneer Antwerpvoorzitter Eddy Wauters hem belt met de vraag of hij vrij is. Desaeyere heeft geen contract bij Denderleeuw, dus hij kan komen. Blij met een nieuwe kans vervroegt de Antwerpenaar zijn terugvlucht naar België met vier dagen, waarna hij op duidelijkheid moet wachten over een mogelijke financiële inbreng door Chinezen. Die schuiven Jo Bonfrère naar voor als trainer. Desaeyere wordt in de koelkast gezet en zijn telefoon blijft lang stil. Maar als zijn contract dan uiteindelijk toch onderhandeld is, moet hij in allerijl naar de kust rijden om er, in de nacht van zaterdag op zondag, Denderleeuwvoorzitter Bart Gies op de hoogte te brengen. Gies is in alle staten…

De aanstelling van Marc Grosjean dan.

Tijdens zijn verblijf in Cyprus, voor een clinic aan lokale voetbaltrainers, wordt met Paul Put contact opgenomen door de supportersfederatie van Antwerp. Put is op dat moment vrij en niet vrij. Dat zit zo : hij stort systematisch het loon terug dat hij nog van Lokeren ontvangt, omdat hij vindt dat hij daar als ontslagen trainer geen recht op heeft, maar van de Oost-Vlamingen krijgt hij geen C4 en dus is hij in feite nog werknemer van Lokeren. De supporters van Antwerp vragen hem of ze zijn naam toch aan de club mogen doorgeven. Put stemt toe.

Na zijn terugkeer uit Cyprus wordt Put opgebeld door Eddy Wauters – die op minder dan een kilometer van zijn deur woont. Van zijn advocaat mag de trainer praten, maar niks tekenen. Met een mondeling akkoord op zak rijden Wauters en Put naar Lokeren om bij voorzitter Roger Lambrecht aan te dringen Put vrij te geven. Die weigert zijn collega-voorzitter van Antwerp echter te ontvangen en laat hem, bij 8 graden onder nul (!), anderhalf uur in de auto wachten, terwijl hij binnen Put probeert te overtuigen om opnieuw voor Lokeren te werken, in afwachting dat het contract met Franky Van der Elst afloopt na het seizoen. Ten einde raad – en wellicht flink onderkoeld – vraagt Wauters Put op de terugreis naar Antwerpen of hij een alternatief voor hem heeft. Put laat de naam van Marc Grosjean vallen, een naam die eerder al zou zijn genoemd op de Bosuil…

Om maar te zeggen dat Eddy Wauters, 70 jaar en straks 35 jaar voorzitter van R. Antwerp FC, nog steeds veel overheeft voor zijn club. Tegelijk draagt hij in niet geringe mate bij tot de problemen waarmee de oudste club van ’t land kampt. Hij was de eerste om te waarschuwen voor de gevolgen van het arrest-Bosman, maar paste zich wel niet aan de nieuwe situatie aan. In jeugd weigert Wauters halsstarrig te investeren en commercieel vernieuwde hij amper. Ook in het post-Bosmantijdperk blijft hij proberen met transfers de structurele begrotingstekorten weg te werken.

Helaas, al jaren mislukken die transfers. Dat heeft veel te maken met de manier waarop Wauters omspringt met de zeden in voetballand. Zo betaalt Antwerp niet graag commissie aan makelaars van aangetrokken spelers. Een kleine rondgang leert dat de meeste spelersagenten dan ook het liefst in een wijde boog om de Bosuil trekken. Want wie zijn geld wil, is vrijwel altijd veroordeeld tot een rechtsgang. Guido Mallants had destijds de grootste moeite om zijn bemiddeling in de transfer van Bernd Evens afgehandeld te krijgen. Sindsdien werkte hij niet meer voor Antwerp, zoals ook de in Antwerpen bekende Walter Mortelmans liever geen zaken doet met de club.

Mohammed Cissé, in augustus 2003 opgevist bij de Brusselse joueurs sans frontières van Marc Wuyts, weet er alles van. Cissé, afkomstig uit Guinee, werd aanvankelijk afgetest bij Geel. Door een gek toeval belandde hij vorige zomer op Antwerp : omdat de club twee oefenwedstrijden in twee dagen had afgesloten, had René Desaeyere, die met zijn beste ploeg naar Bordeaux moest, een tekort aan spelers. Via via ronselde hij verdedigers en zo werd Cissé opgetrommeld. Die hield de ploeg recht en verdiende meteen een contract. Antwerp regelde naar eigen zeggen alles zelf (papieren, vergunningen) en was dan ook verrast toen Cissé met een Guinese manager, Teirne Barry, kwam aanzetten. Barry voetbalde nog in Marseille en opereert vanuit Parijs. Cissé : “Ik heb geen problemen met Antwerp, maar mijn manager wel, ja. Ik geloof dat alles intussen werd opgelost.”

Eddy Wauters, die graag zelf de transfers afhandelt, doet dat met een bijna ongezonde dosis wantrouwen. Toen een jaar geleden een makelaar open kaart speelde en hem vertelde dat zijn speler precies dezelfde condities kon krijgen bij Germinal Beerschot, werd hij ervan verdacht de Antwerpvoorzitter erop te willen leggen. De deal ging niet door en aan de andere kant van ’t stad zijn ze inmiddels erg tevreden over hun aanwinst, die even goed in rood en wit had kunnen spelen.

Conclusie : het zijn niet de beste spelers die naar de Bosuil worden geloodst, ook al moet niemand er ooit op zijn loon wachten. Wauters weet namelijk maar al te best dat zoiets zéker de pers haalt in een club waar amper een geheim kan worden bewaard. Zeker als je voor versterking helemaal afhangt van tussenpersonen, is dat een kwalijke zaak. Niet alleen heeft Antwerp geen goede jeugd, evenmin beschikt het over een scoutingapparaat, zo ontdekte René Desaeyere. Toen hij min of meer op papier had hoe zoiets op poten kon worden gezet, lag hij al buiten.

Ook commercieel heeft de club het moeilijk. Hier is er wél geregeld achterstal van betalingen aan leveranciers of mensen die iets doen voor de club. Verscheidene zaken werden al ingeleid voor de rechtbank. Antwerp is, zo wordt gezegd, kampioen van de ruilpubliciteit. Van de 800 seats die het heeft, zijn er in theorie 570 bezet, maar zuivere inkomsten zijn dat niet altijd. Als de club, bijvoorbeeld, vliegtuigtickets nodig heeft, probeert ze in ruil seats aan de man te brengen. Niks op tegen in principe, maar een exploitatietekort dicht je er niet mee. Overigens is het gerucht dat de Antwerpseats veel te duur zijn, op niks gestoeld. Ze kostten vroeger 85.000 frank (2125 euro) per stuk, tegenwoordig 1625 euro.

Zoals bijna overal elders is het sportieve ook op de bestuursvergaderingen van Antwerp zelden een item. Marc Grosjean trof een sportieve puinhoop aan, waaraan ook Doy Perzazic en René Desaeyere zich vóór hem mateloos hadden geërgerd. Grosjean : “Ik sprak met elke speler afzonderlijk en mijn ogen werden groter met de minuut. Un peu n’importe quoi, profvoetbal onwaardig. Spelers kwamen te laat, er waren geen afspraken over het tussen de middag op de club blijven of het spelerslokaal, geen discipline, tactische lacunes…”

Perazic maakte zich ook al druk over het gebrek aan respect waarmee spelers omgingen met hun materiaal en van de kleedkamer of de spelersruimte een varkensstal maakten – Jos en José zouden het wel opruimen. “Bij mij waren de trainingsvelden in orde, het materiaal ook, allemaal werden ze correct betaald, ze konden in de stad naar de fitness. Alles was er, behalve een profmentaliteit. Tennisballen, trainen zonder hesjes, ik deed het allemaal om ze beter te maken of te dwingen na te denken bij wat ze deden. Maar ze trokken alles in het belachelijke.”

Een volslagen gebrek aan respect ervoer hij, ook voor elkaar. Zoals overal waar het slecht gaat, klitten er groepjes samen. Hier de Vlamingen, daar de buitenlanders rond hun natuurlijke leider Gideon Imagbudu, helaas te vaak geblesseerd. Perazic, die het gevoel dat Eddy Wauters verslapt niet deelt met Desaeyere, verbaasde zich erover dat de voorzitter niet reageerde op uitlatingen van Patrick Goots, die de kern op televisie “de zwakste in vijf jaar” noemde. Perazic : “Zou u dat over uw bedrijf mogen verklaren ? Op Antwerp kan het allemaal. Ik heb heel veel respect voor meneer Wauters, maar dit laten passeren was zwak. Dat is je eigen club in een slecht daglicht stellen.”

Perazic ontkent dat hij zijn job te danken had aan Ratko Svilar, de ex-keeper die onlangs een vergelijk vond met Antwerp in een aanslepend conflict (“Svilar was al vijf jaar niet meer op de club”). Ziek is hij ervan, dat het na minder dan drie maanden al voorbij was. Net als Desaeyere had hij graag de wintertransferperiode gehaald om de kern te versterken, want dat blijft voor beide ontslagen trainers de essentie van de problemen : te veel spelers hebben moeite om zich op het niveau van eerste klasse staande te houden en zijn daarom vooral bezig met zichzelf en het kraken van de anderen, in wie ze allemaal concurrenten zien. De doelmannen maken fout na fout, de centrale verdediging is onvoldoende wendbaar (zodat er eigenlijk een libero nodig is), het middenveld maakt plaatsingsfouten en recupereert te weinig ballen, en voorin kan Patrick Goots het niet meer en betaalt Pivaljevic de tol voor een onprofessionele levensstijl van jaren, zodat hij van blessure in blessure rolt.

De naam van Patrick Goots, dé ster van Antwerp die 38 jaar wordt in april, keert terug in bijna elk verhaal. Desaeyere is er niet kwaad op, want hij wilde hem zelfs meenemen naar Denderleeuw, zijn huidige club. KV Mechelen wil hem ook, maar hij mag niet weg. In het verleden evenmin, hoewel lang niet elke trainer het daarmee eens was. Regi Van Acker wilde al van Goots af na de promotie uit tweede klasse, maar stuitte op het njet van Wauters omdat Goots’ transfer gefinancierd werd door de omstreden Albert Pans en er op dat vlak onduidelijkheid heerste.

Wim De Coninck liet hem in het seizoen 2001/02 meestal aan de kant, waarna de Desselnaar sportieve wraak nam door in de terugronde – onder Henk Houwaart – nog twaalf keer te scoren en uiteindelijk uit te komen op zestien treffers. Vorig seizoen sloot hij het kampioenschap af met dertien treffers, waarvan negen in de heenronde. En dit seizoen trof Goots slechts in twee wedstrijden raak : tegen Westerlo, de eerste thuismatch van het seizoen, en tegen Lierse, de eerste thuismatch onder Perazic – telkens scoorde hij twee keer. Die goede start kreeg nooit een vervolg.

Zowel Perazic als Desaeyere zochten zich suf om Goots beter te laten renderen, maar het lukte niet. Perazic : “En dan kan je hem niet gebruiken, want hij loopt vijftien keer in de buitenspelval, waardoor je ploeg evenveel keer weer hard moet wroeten om de bal te recupereren. Als het allemaal zo nipt is, kan je het je niet veroorloven om maar met tien op het veld te staan.” Een conclusie die eerder ook De Coninck maakte.

“Misschien”, zo zei Goots afgelopen zaterdag in verscheidene kranten in een voorbeschouwing op de wedstrijd tegen Anderlecht, “is het mijn laatste wedstrijd voor Antwerp.” Daar is Marc Grosjean het niet mee eens. De nieuwe trainer wil net als zijn twee voorgangers Goots belangrijk maken, maar in een andere rol. Die van coach en voortrekker. “Ik denk dat hij het nog kan.”

Los daarvan is de situatie ook voor Grosjean na twee weken duidelijk. “We hebben dringend kwaliteit nodig, nóg drie nieuwe spelers naast de drie die United ons zal sturen. Anders zal het heel moeilijk worden.”

door Peter T’Kint

Makelaars trekken het liefst in een grote boog om de Bosuil.

Antwerp heeft geen goede jeugd en geen scoutingapparaat, en het is de kampioen van de ruilpubliciteit.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content