Project Osaka

© belgaimage

Japanse en Haïtiaanse genen, gekoppeld aan Amerikaanse invloeden. Met het beste van drie werelden mepte en knokte Naomi Osaka (21) zich naar twee grandslamtitels en de top van de wereldranglijst.

Het was december 2013 en Leonard François was zenuwachtig. Scouts van de grote sportmerken waren op zijn verzoek naar Florida gevlogen, stiekem hoopte hij een sponsoringcontractje voor zijn 16-jarige dochter te versieren. Maar dat zou, besefte vader, niet gemakkelijk zijn. Want: Naomi Osaka was een nobody. Ze was pas enkele maanden ervoor prof geworden, had zelfs in obscure toernooitjes in de States geen verpletterende indruk nagelaten en met haar plaats op de wereldranglijst – 415e – was de kans klein dat de talentscouts van Nike, Yonex, Head of Adidas hun nek zouden uitsteken.

Vader had handboeken en trainingsdvd’s gekocht en liet zijn dochters duizenden ballen per dag slaan.

Hij had een miserabel veldje gehuurd, op drie kwartier rijden van Pembroke Pines, waarop Naomi haar kunstjes zou tonen. Een hele dag lang, want vader had het schema zo uitgekiend dat de scouts één voor één aan de rand van het veld konden staan. Tenniscoach Mats Merkel, consultant van het Adidas Player Development Program, was er ook. Ze mokerde de ballen naar de overkant van het net, maar ook de Duitser was niet helemaal overtuigd. Een ruwe diamant om in de gaten te houden, meer niet. Negen maanden erna, in de herfst van 2014, werd ze door Merkel opnieuw geëvalueerd en kon ze bij het merk met de drie strepen tekenen. Een bescheiden contractje: 87.000 euro per jaar, peanuts in een miljoenenbusiness.

Vorig jaar, enkele maanden na haar eerste grandslamzege, moest Adidas opnieuw aan tafel. En het moest diep gaan om de 21-jarige winnares van de US Open te overtuigen: 7,4 miljoen euro per jaar, geen enkele tennisster die ooit een béter kledingcontract mocht tekenen. De sterren stonden nooit gunstiger. Ze is jong en ongedwongen en heeft, samen met haar landgenoot Kei Nishikori, de poorten naar een nieuw expansiegebied geopend. In Japanse scholen worden sinds enkele maanden tennisprogramma’s opgestart, het aantal leden van de tennisfederatie was nooit hoger en binnen de maand na haar zege op de US Open steeg de verkoop van haar racket (Yonex) met meer dan 400 procent. En in 2020 moet ze in haar geboorteland een van de sterren van de Olympische Spelen worden.

Iets meer dan vijf jaar na haar mislukte auditie op een hobbelig tennisbaantje in Florida, schuiven sponsors geduldig aan in de lange wachtrij. En kan vader toekijken hoe haar manager Stuart Duguid (International Management Group) deal na deal verlengt of binnenhaalt. In haar portfolio zitten nu al zeven grote merken: Adidas, Yonex, Shiseido (verzorgingsproducten), Nissan (auto’s), Citizen Watch, Wowow (satelliettelevisie), Nissin Foods (noedels) en – sinds enkele weken – All Nippon Airways (luchtvaartmaatschappij). ‘Naomi is geboren in Japan en opgegroeid in de Verenigde Staten, waarmee ze tegelijk de Japanse roots en de wereldwijde ambities van All Nippon Airways symboliseert’, legde Yuji Hirako, voorzitter en CEO van de luchtvaartmaatschappij, uit.

Na haar winst op de Australian Open in januari van dit jaar poseert Naomi Osaka met haar Haïtiaanse vader Leonard François.
Na haar winst op de Australian Open in januari van dit jaar poseert Naomi Osaka met haar Haïtiaanse vader Leonard François.© belgaimage

Hafu

Toen ze in september voor een promotietournee in Tokio was, werd ze ontvangen als een popster. Ze werd dag in dag uit achtervolgd door paparazzi, in elk hotel werd ze via de personeelsingang naar binnen geloodst. Dat had zelfs Tamaki Osaka, haar Japanse moeder, niet verwacht. Toen mama op een avond in haar hotelkamer zat, zapte ze van zender naar zender en overal zag ze beelden van haar dochter. De commentaren waren lyrisch, Japan smulde van Naomi. Ook dat vond moeder verrassend.

Tamaki was zelf opgegroeid in Nemuro, een havenstadje op het eiland Hokkaido en een bastion van cultureel conservatisme. Haar wereld ging open toen ze ging studeren in Sapporo, waar ze verliefd werd op Leonard François, een donkere Haïtiaan die in New York studeerde. Ze hadden een geheime relatie die jaren duurde, tot vader Osaka – zoals gebruikelijk in de familie – zijn dochter wilde uithuwelijken.

De waarheid kwam hard aan bij de conservatieve vader: zijn dochter was samen met een buitenlander – een zwarte dan nog. Daarmee bracht ze, vond hij, de familie te schande. Ze trouwden toch en het contact werd, voor meer dan een decennium, verbroken. Tamaki verhuisde met Leonard naar Osaka, de tweede grootste stad van het land, waar haar twee dochters – Naomi en de anderhalf jaar oudere Mari – werden geboren. Opgroeien in een land waar 98 procent van de inwoners monoraciaal en -cultureel Japans is, was geen pretje voor kinderen van gemengde rassen, die als hafu – half – werden bestempeld en vaak werden uitgescholden en vernederd.

Nog altijd een heikel thema in Japan. Toen Ariana Miyamoto, de dochter van een Japanse moeder en een Afro-Amerikaanse vader, Japan in 2015 vertegenwoordigde op de Miss Universeverkiezing en in interviews de discriminatie van de hafu in haar land hekelde, werd ze met de grond gelijkmaakt. ‘Onbegrijpelijk dat een Japanse jury voor haar kon kiezen. Ze ziet er buitenlands uit. Punt.’

In tegenstelling tot Miyamoto werd Osaka liefdevol in de armen gesloten en geknuffeld. Ook omdat ze elke keer handig van het delicate onderwerp weg dribbelt. Neen, natuurlijk voelt ze zich niet meer Haïtiaans of Amerikaans dan Japans. Ze is nederig en gracieus, wat commentatoren als ’typisch Japans gedrag’ omschrijven, houdt van de keuken van haar vaderland – curryrijst met varkenskotelet is haar favoriete maaltijd – en smulde voor het oog van de camera’s van vers matcha-ijs. En ze heeft een standaardgrapje klaar, wanneer journalisten haar vragen of het toeval is dat ze dezelfde naam heeft als de stad waarin ze werd geboren. ‘Iedereen die in Osaka wordt geboren, gaat als Osaka door het leven.’ Maar de keuze voor de familienaam van de moeder was vooral van pragmatische aard: hafu met een niet-Japanse naam hadden het nóg moeilijker.

Met Serena als voorbeeld

Leonard François had in zijn jeugdjaren zelf tennis gespeeld en zat in de lente van 1999 voor zijn televisietoestel gekluisterd. Hij zag hoe Venus en Serena Williams, 18 en 17 jaar, op Roland Garros hun eerste grand slam in dubbel wonnen en was enorm verbaasd toen hij hoorde dat ze door hun vader werden gecoacht. Richard Williams had nog nooit getennist, maar had het plan om van zijn dochters kampioenen te maken tot in de puntjes uitgewerkt: harder serveren dan dames ooit hadden gedaan en de tegenstanders van uit alle hoeken van het veld overpoweren. Dat kon hij ook, dacht Leonard. Project Osaka was geboren. ‘Vader Williams had de blauwdruk al gemaakt. Ik moest het alleen maar volgen.’

Toen Naomi drie jaar was, verhuisde de familie naar Long Island (New York), waar ze introkken bij de ouders van Leonard. Oma en opa spraken alleen Haïtiaans Creools, vader voedde zijn dochters in het Engels op en mama Osaka sprak Japans met Naomi en Mari. De ene dag kwamen pittige stoofpotjes met bonen en ossenstaart op tafel, de dag erna rijstballetjes met rauwe vis in zeewier.

En ze moesten tennissen. Vader had handboeken en trainingsdvd’s gekocht en liet zijn dochters duizenden ballen per dag slaan. ‘Ik deed het niet graag’, biechtte Naomi op in The New York Times. ‘Ik had maar één doel: winnen van mijn zus.’ Maar Naomi verloor. Meestal met 6/0. ‘En toen zei ik: morgen win ik wel.’ Op die overwinning zou ze uiteindelijk twaalf jaar, na een spectaculaire groeispurt, moeten wachten. Een dag die ze nooit meer zou vergeten. Toen ze in 2014, 16 jaar jong, won van Samanta Stosur – winnares van de US Open -, noemde ze het de op één na grootste overwinning uit haar carrière. ‘Na die eerste zege tegen Mari.’ Want: Mari was goed. Was, verleden tijd. Vandaag dobbert de achttien maanden oudere zus ergens rond de 330e plaats op de wereldranglijst en is Naomi, na haar tweede grandslamzege (Australian Open), de nummer één.

Project Osaka
© belgaimage

In 2006 verhuisde de familie naar Zuid- Florida, het epicentrum van het Amerikaanse jeugdtennis, en schakelde vader nog een versnelling hoger. Zijn dochters trainden tijdens de dag op de openbare courts van Pembroke Pines, ’s avonds kregen ze thuisonderwijs. De Japanse tak van de familie, met wie moeder vijftien jaar geen contact had, was verbaasd toen vader zijn plannen met zijn dochters ontvouwde. Tennis, was dat niet vooral een leuke hobby? Neen. En: bij gebrek aan belangstelling van de Amerikaanse tennisfederatie zouden zijn dochters voor Japan spelen.

In september 2013, enkele maanden voor haar 16e verjaardag, werd ze prof. En het ging snel: in 2016 bereikte ze in drie grand slams de derde ronde en werd ze tot WTA Newcomer of the Year verkozen. Serena Williams, haar grote idool over wie ze op de lagere school nog een spreekbeurt had gemaakt, had haar op de Australian Open in 2016 voor het eerst aan het werk gezien en was dan al overtuigd. ‘Amper 18 jaar en al zo goed. Enorm getalenteerd, heel agressief op het veld en een ijzersterke service. Een gevaarlijke tegenstander voor iedereen.’ En: met haar 1m80 was ze ook dan al een opvallende verschijning. Of, zoals journalist Kenshi Fukuhara (Wowow) het verwoordde: ‘De fysiek van Serena, met een Japanse binnenkant: onvoorwaardelijk toegewijd.’

Nederigheid

‘Naarmate Naomi meer wedstrijden begon te winnen, werd ze nog meer vastberaden’, stelde haar oudste zuster vast. ‘Tot op het punt dat het zelfs belachelijk werd.’ Ze herinnerde zich gezamenlijke lunchafspraken, waarop Naomi meer dan twintig minuten bezig was om stukjes vet van haar vlees weg te trimmen. ‘Het was obsessief.’

Ze speelde haar eerste grote finale uitgerekend in haar vaderland. Op de Pan Pacific Open in Tokio verloor ze, na winst tegen onder anderen Dominika Cibulkova en Elina Svitolina, in september 2016 van Caroline Wozniacki. Ze was ontroerd door de vocale steun en het grote aantal Japanse vlaggen in de tribune, maar beantwoordde vragen van haar landgenoten consequent in het Engels. Nog altijd. Haar website en accounts op Twitter en Instagram zijn wél tweetalig. ‘Ik zal mijn best doen om nog beter Japans te spreken. Ik begrijp het perfect en spreek het soms met mijn familie, maar ik voel me toch comfortabeler als ik Engels kan praten.’

Hier en daar een stunt, zoals tijdens de US Open van 2017 toen ze titelverdedigster Angelique Kerber in de eerste ronde met 6/3 6/1 van het veld borstelde, maar ze had zelf al vastgesteld dat ze buiten de schijnwerpers van de grand slams te gemakzuchtig durfde te zijn. Dat veranderde toen ze enkele maanden erna begon samen te werken met Sascha Bajin, een Duitser met Servische roots die acht jaar (2008-2015) sparringpartner van Serena Williams was en 13 grandslamtitels van op de eerste rij had meegevierd. ( zie kader) ‘Het verschil, zeker in de manier waarop ze bewoog, was spectaculair’, analyseerde Chris Evert op ESPN. ‘Hij heeft, in minder dan een jaar, van een goede speelster een grandslamkampioene gemaakt.’

Ze won haar eerste groot toernooi in Indian Wells (2018), tegen Darija Kasatkina, en verbaasde enkele dagen erna op de Miami Open met winst tegen Serena Williams, net terug na haar zwangerschap. En een paar maanden erna pakte ze, opnieuw tegen haar grote idool, haar eerste grandslamtitel. Na een tumultueuze finale, die overschaduwd werd door de verbale aanvaring tussen Serena en scheidsrechter Carlos Ramos én het boegeroep tijdens de prijsuitreiking. Osaka, die dacht dat zij werd uitgefloten, verborg de tranen onder haar petje en maakte een diepe buiging richting haar idool. ‘Sorry, Serena, dat het zo moest eindigen.’

En ze lijkt nu al een patent op dramatische grandslamfinales te hebben. Ze had in Melbourne de eerste set gewonnen en verzilverde drie matchpunten in set twee, maar Petra Kvitova had zich opnieuw in de wedstrijd geknokt. Nog voor de beslissende derde set kon beginnen, vroeg Osaka een sanitaire stop. En opnieuw vloeiden er tranen. Maar ze herpakte zich en stoomde als een robot naar haar tweede opeenvolgende grand slam en de nummer één op de wereldranglijst. Een blijvertje, mocht iemand daar na de US Open nog aan getwijfeld hebben.

Osaka op de wereldranglijst

2012 1022

2013 415

2014 260

2015 144

2016 48

2017 68

2018 5

2019 1

Voor de jaren 2012-2018 werd telkens de ranking op 31 december genomen.

Project Osaka
© belgaimage

De Duitser achter het succes

‘Bedankt Naomi, ik wens je het allerbeste. Wat een avontuur. Ik vond het fijn dat ik er deel kon van uit maken’, tweette Sascha Bajin begin vorige week, nadat de Japanse nummer één van de wereld had bekendgemaakt dat ze een punt achter de samenwerking met haar Duitse coach had gezet. Verrassend. Bajin was acht jaar sparringpartner van Serena Williams en had erna nog samengewerkt met Victoria Azarenka (2015-16), Sloane Stephens (2016) en Caroline Wozniacki (2017), maar Naomi Osaka was zijn project voor de lange termijn. Toen hij eind 2017 met haar de slag ging stond ze 68e op de wereldranglijst, veertien maanden erna staat ze helemaal bovenaan.

‘Ik heb acht jaar bijna dagelijks met Serena gespeeld en de wapens van Naomi zijn identiek. Power en zware opslagen’, vertelde hij onlangs aan The Washington Post. ‘Nog zo jong en toch al groots op de grote momenten, dat is niet veel speelsters gegeven. Maar, en dat is het belangrijkste: je ziet dat ze elke dag van haar tennis geniet. Ze moet niet gepusht worden om hard te werken. Integendeel. Ze mag zich niet vergalopperen of te streng voor zichzelf worden.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content