Propere Handen: in een donker hoekje achter de schermen

© Getty Images/iStockphoto

De finale pleidooien over het matchfixingdossier rond KV Mechelen en Waasland-Beveren vonden plaats in een armtierige setting.

Hemeltergend was het. Na urenlange, vaak saaie pleidooien legde het Belgisch Arbitragehof voor de Sport (BAS) plots Elisabeth Matthys het vuur aan de schenen. De leading lady in de verdediging van de Koninklijke Belgische Voetbalbond (KBVB) moest onderbouwen waarom een club ook meer dan een jaar na de beweerde feiten nog een degradatie kon oplopen vanwege matchfixing. Maar net toen Matthys begon te antwoorden, vloog er een vliegtuig over Vilvoorde. Daardoor was de KBVB-advocate in een groot deel van de zaal niet te verstaan.

Malinois sprak de CEO van de KBVB aan over de beslissing van de Geschillencommissie Hoger Beroep.

Het grootste voetbalproces in jaren, over de vermeende competitievervalsing bij de wedstrijd KV Mechelen-Waasland-Beveren van 11 maart 2018, kreeg zijn finale behandeling in een ouderwets zaaltje van het Eurovolleycenter. Airco was er niet, dus gingen – gezien de zomerse temperaturen – alle ramen open. Maar dat zorgde voor geluidshinder van luchtverkeer dat het nabijgelegen Zaventem aandeed, van trainende volleyballers en van muziek. Dat ware geen noemenswaardig probleem geweest als men microfoons voorzien had, maar ook die ontbraken.

Nog geen glas water

En dat terwijl al maanden duidelijk was dat dit luik uit het Propere Handendossier, dat zelfs op Europees niveau belangstelling wekt, bij het BAS zou belanden. Zelfs een tas koffie of een glas water werd in het Eurovolleycenter niet aangeboden aan de advocaten en journalisten.

Daar kwam bij dat arbiter Marc Boes, die namens het BAS deze zaak leidde, op de eerste pleitzitting een halfuur te laat kwam. Pijnlijk, zeker gezien de spoed die ook Boes in deze zaak wilde hanteren. Door zijn vertraging schoof de hele zitting op en kwam ook de middagpauze er dertig minuten later dan voorzien. Toen was de cafetaria van het Eurovolleycenter, waar alle aanwezigen hoopten een lunch te vinden, al gesloten.

Een stoet van chic geklede advocaten stapte dan maar door de grasberm van de Vilvoordse Beneluxlaan richting een etablissement wat verderop, in de hoop daar vlug wat te kunnen eten. Professioneel kon je dat allemaal bezwaarlijk noemen.

Boes kordaat

Dan was de organisatie van de eerste aanleg van dit proces, bij de Geschillencommissie Hoger Beroep (GHB) van de KBVB, op praktisch vlak een stuk hoogstaander. Die zittingen gingen door in bedrijvencentrum BluePoint in Brussel. Daar waren wél microfoons en dranken voorzien voor de aanwezigen. Ook was daar een team van veiligheidsmensen, omdat niet uit te sluiten viel dat fans van de betrokken clubs keet zouden komen schoppen.

De belabberde omkadering bij het BAS was dubbel zo jammer omdat de BAS-arbiters in deze zaak wél een goede indruk maakten. Terwijl de leden van de GHB amper tussenkwamen in de debatten, maakten de arbiters bij het BAS een veel vitalere indruk en luisterden ze zichtbaar geconcentreerd. Er kwamen veel meer (pertinente) vragen, zeker van Marinus Vromans en Jacques Richelle.

Boes presenteerde zich als een vriendelijke doch kordate man. Hij legde elke advocaat een tijdslimiet op en wanneer die in zicht kwam, zei hij: ‘Gaat u nog lang pleiten?’ Toen Boes de raadsman van een KV-supporter tegenover zich kreeg, liet hij duidelijk blijken wat hij daarvan vond. Die fan had een abonnement, en dus een contract met de club, luidde de stelling. ‘Maar wat denkt u te kunnen toevoegen dat de andere partijen niet aanbrengen?’, vroeg Boes. ‘U krijgt vijf minuten.’

In eerste aanleg, bij de GHB, werd de betrokken raadsman nog op hetzelfde niveau behandeld als de andere advocaten en had hij dus zelf zijn pleittijd mogen bepalen. Wat zou er gebeurd zijn als álle KV-abonnees een advocaat gestuurd hadden?

Privémilitie

Omtrent de spoed die zowel de GHB als het BAS hanteerden en waar vooral de KBVB op aanstuurde, was veel te doen. Maar omdat alle advocaten in eerste aanleg dus zolang mochten pleiten als ze wilden, kan geen enkele raadsman opwerpen dat hij niet de gelegenheid kreeg om uitgebreid zijn visie te geven over de situatie zoals ze voorlag. Op dat vlak hadden enkele maanden extra voor dit proces geen verschil gemaakt.

Of de spoed wel een invloed heeft (gehad) op de kwaliteit van de beslissingen van de GHB en het BAS, weten enkel de betrokken commissieleden en arbiters. In eerste aanleg was er vier dagen na de laatste pleitzitting al een beslissing van 225 pagina’s.

Op die eerste beslissing, waarin de GHB Malinois aansprakelijk achtte voor matchfixing, weerklinkt forse kritiek. Zelfs de KBVB moest onderhand toegeven dat die beslissing materiële vergissingen bevat. Nochtans werd het college van de GHB in deze zaak voorgezeten door Dirk Thijs, een ex-procureur-generaal van het Hof van Cassatie.

Maar professor Hugo Vandenberghe – ook niet de eerste de beste – was snoeihard voor het document van de GHB. De advocaat van Walter Mortelmans, een betrokken makelaar, noemde het ‘een schande in een rechtsstaat als België’, omdat de GHB in het luik over Mortelmans amper had geantwoord op zijn argumenten maar wél ‘de zwaarste straf’ – ‘een beroepsverbod’ – had uitgesproken. Vandenberghe noemde de GHB zelfs in één adem met het woord privémilitie.

In Mechelse hoek gelooft niemand nog dat de GHB echt onafhankelijk van de KBVB handelde. Sport/Voetbalmagazine vernam dat dat door Malinois intussen zelfs werd aangekaart bij KBVB-CEO Peter Bossaert, die bij zijn aanstelling ook zelf al kloeg over normvervaging en belangenvermenging binnen de bond. Daar staat tegenover dat zowel Thijs als Boes de zittingen niét achter gesloten deuren lieten plaatsvinden, hoewel enkele raadsmannen daarop aandrongen. Thijs en Boes wilden net voorkomen dat de perceptie zou ontstaan dat deze zaak in achterkamertjes werd afgehandeld.

Bij het ter perse gaan van dit blad was er nog geen uitspraak van het BAS.

Frédéric Thiebaut, advocaat van Olivier Somers: 'Ik heb hier voor mezelf opgeschreven: kalm blijven.'
Frédéric Thiebaut, advocaat van Olivier Somers: ‘Ik heb hier voor mezelf opgeschreven: kalm blijven.’© belgaimage

‘Waar is Oli?’

Tijdens de ellenlange, vaak saaie pleidooien van het Propere Handenproces zorgde advocaat Frédéric Thiebaut af en toe voor een grappige noot. Hij verdedigde Olivier Somers, ex-hoofdaandeelhouder van KV Mechelen.

In eerste aanleg, bij de Geschillencommissie Hoger Beroep (GHB) van de bond, wond Thiebaut zich erover op dat in een samenvatting plots de naam Somers was toegevoegd aan een passage, terwijl het proces-verbaal over dat luik enkel melding maakt van een Olivier, een voornaam die wel vaker voorkomt in dit dossier. Thiebaut zei: ‘Meneer de voorzitter, ik heb hier in mijn nota’s voor mezelf opgeschreven: kalm blijven.’

Echt geestig werd het toen Thiebaut tegenover de drie leden van het Belgisch Arbitragehof voor de Sport begon over Waar is Wally?, een zoekboekreeks waarbij je op grote, drukke tekeningen telkens hetzelfde ventje moet terugvinden. Thiebaut sloeg een brug naar een luik in de beslissing van de GHB, dat over de benadering van ex-Waasland-Beverenspeler Olivier Myny. Thiebaut: ‘Heren arbiters, ik nodig u uit: zoek de naam van meneer Somers op pagina 130 en 131 van de bestreden beslissing. Dan is het niet Waar is Wally?, maar Waar is Oli?

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content