Een voetbalcliché zegt dat in het profvoetbal budgetten de rangschikking bepalen. Als dat klopt, moeten volgens de officiële budgetcijfers Anderlecht, Club Brugge, Standard, Genk, Gent en Beerschot (in die volgorde) in play-off 1 eindigen, terwijl Lierse (het zevende budget), Zulte Waregem (achtste), KV Kortrijk en KV Mechelen (negende) daar net buiten vallen.
Normaal beschikken de clubs uit de grote agglomeraties over het grootste economische draagvlak. Van de tien grootste Belgische steden (laten we voor het gemak het Brussels gewest als één stad beschouwen) hebben er negen een club – Brugge zelfs twee – in de hoogste afdeling. Alleen Namen, met 108.000 inwoners de zevende stad van dit land, heeft er geen (Namen speelt momenteel in vierde klasse). Gerangschikt naar het aantal inwoners wordt Anderlecht dit jaar kampioen, gevolgd door Beerschot, Gent, Charleroi, Standard, Club/Cercle, OHL, Bergen, KV Mechelen, Kortrijk, Genk, Lokeren, Zulte Waregem, Lierse en Waasland-Beveren, maar op dit moment hebben maar twee van de negen clubs uit de grootste steden (Anderlecht en OHL) een plaats in play-off 1.
Naast het budget en het inwoneraantal geeft ook het aantal toeschouwers het beschikbare potentieel aan. Als de publieke opkomst de norm was, had vorig jaar niet KV Kortrijk (twaalfde in de toeschouwersranglijst) maar KV Mechelen (dat meer toeschouwers haalde dan AA Gent) zich bij de G5 moeten voegen in play-off 1, en had Standard of Club Brugge kampioen moeten worden. Vandaag staan in de top zes vier clubs die in de toeschouwersrangschikking van vorig seizoen op plaats tien, elf, twaalf en dertien stonden.
De rangschikking van vandaag toont dat in de Jupiler Pro League cijfers niet alles zeggen, zelfs niet als men, zoals in België, de competitieformule naar de hand van de ‘grote’ clubs zet. Bij de invoering van de play-offs ging men ervan uit dat naast de G5 jaarlijks één ‘kleinere’ club zou deelnemen aan play-off 1. Maar in het eerste seizoen streden liefst drie kleintjes (KV Kortrijk, STVV en Zulte Waregem) mee om de prijzen. De voorbije twee jaar was dat, zoals oorspronkelijk voorzien, telkens één kleinere club: achtereenvolgens Lokeren en Kortrijk. Vandaag spotten kleine clubs met het determinisme van cijfers en lijken criteria als budget, aantal inwoners en toeschouwersaantallen niet bepalend te worden voor de plaats in de rangschikking.
Halfweg de reguliere competitie staan liefst vier kleine clubs op een plaats die straks recht geeft op deelname aan play-off 1. Noch qua budget, toeschouwersgemiddelde of inwoneraantal horen Zulte Waregem, Lokeren, Kortrijk en OHL in de top zes. In elk van die categorieën hangen ze tussen plaats acht en dertien. Als ze straks niet meer bijgehaald worden, is dat een teken dat een aantal topclubs zijn huiswerk niet goed gemaakt heeft en de beschikbare middelen niet goed aangewend heeft.
Vandaag is Zulte Waregem met het achtste budget uit eerste klasse toch maar mooi tweede. Op basis van het inwoneraantal van Waregem (36.000) is de club nummer veertien in eerste, in de toeschouwerslijst van vorig jaar eindigt het als tiende. Leuven, met 95.000 inwoners de achtste stad van België, heeft het elfde budget in eerste klasse en eindigde ook als elfde qua aantal toeschouwers het afgelopen seizoen. Nog sterker presteren Kortrijk en Lokeren, toevallig ook de twee bekerfinalisten van afgelopen seizoen. Kortrijk werkt met het negende budget in eerste, heeft het elfde aantal inwoners van de hoogte afdeling en had vorig seizoen het twaalfde toeschouwersgemiddelde. De grootste stuntploeg in eerste is echter Lokeren. In de financiële ranking staat het met 6,6 miljoen euro slechts dertiende (samen met buur Waasland-Beveren). Alleen Bergen en Charleroi hebben nog minder geld te besteden. Ook qua inwoneraantal (met 39.000 inwoners is het pas de 28e stad van het land) is Lokeren een klein broertje. In eerste klasse hebben alleen Waregem, Lierse en Beveren nog minder inwoners. Afgelopen seizoen trok het gemiddeld 5000 toeschouwers. Alleen Bergen en Westerlo deden slechter. Maar Lokeren staat met dat bescheiden economisch draagvlak wél vierde, en heeft dus van niemand lessen te krijgen.
DOOR GEERT FOUTRÉ
De grootste stuntploeg in eerste is Lokeren: 13e qua budget, 13e qua inwoners en 13e qua toeschouwers.
