PSV begint achterop te geraken op Ajax. En dat terwijl het in 2018 nog landskampioen werd.
PSV liep in deze korte voetbaljaargang al drie tikken op. Naast de slappe competitiestart (1-1 tegen FC Twente) verloor het de Johan Cruijff Schaal van Ajax en vooral: het werd door FC Basel uitgeschakeld voor de CL. Een enorme financiële aderlating, zeker gezien de érg goedgevulde knip van Ajax na de verkoop van De Jong en De Ligt.
Vooralsnog zijn de aankopen in Eindhoven niet heel gelukkig en bovendien ook wat laat. Waar de contouren van Ajax al duidelijk zichtbaar zijn, verloor PSV topschutter Luuk de Jong waardoor de speelwijze voor een groot deel moest worden aangepast. Toen ook nog de nieuwelingen (Lato, Boscagli en Baumgartl) pas laat in de voorbereiding aansloten, was het voor trainer Mark Van Bommel een te grote opgave zijn elftal klaar te krijgen voor de wedstrijd tegen FC Basel. PSV kreeg zijn tanden niet in het duel gezet, en dat is eigenlijk al jaren een kenmerk van de club.
Wie het Ajax van vorig seizoen bekeek, zag een ploeg vol authentieke spelers. Of je ze nu onder de noemer artiest, meedogenloos of ‘rotzakje’ plaatst: op elk van hen valt wel een term te plakken die de eigenheid van deze spelers markeert.
Bij PSV is dat met Malen, Bergwijn en Lozano (trekt wel naar Napoli) zeker het geval, maar als je het elftal ziet spelen, zie je toch vooral een team zonder een écht gezicht. Ook toen de club vorig jaar lang koploper was, bleef het een ploeg met vooral ideale schoonzonen. Zoet, Viergever, Schwaab, Hendrix, De Jong … Allemaal prima voetballers, maar om nou te zeggen dat ze erg authentiek zijn … Nee. Van Bommel, de coach die vooralsnog zekerheid boven verrassing verkiest, past in dat beeld.
Het is altijd de kracht van PSV geweest, waar de rust regeert en de druk altijd net iets lager ligt dan bij de Amsterdammers. Maar nu Ajax, drijvend op zijn authentieke zelfbewuste houding, financieel én op het veld uit zicht lijkt te verdwijnen, is het te hopen dat Van Bommel de artiesten en rotzakjes in zijn spelers naar boven weet te halen. Of beter: dúrft te halen.
