Toen Beerschot halfweg 2013 failliet ging, verenigde de paars-witte aanhang zich massaal rond een nieuw project: Beerschot-Wilrijk. In maart promoveerde die club naar de vierde klasse, voor de ogen van 11.200 fans. We gingen op het Kiel eens kijken of het vuur nog altijd brandt.

Het is vrijdag 14 november 2014. In vierde klasse C ontvangt Beerschot-Wilrijk vanavond Vosselaar, de nummer tien. De thuisploeg staat tweede in het klassement, op zes punten van leider Esperanza Pelt. Na de snelle promotie naar de vierde klasse gaat de opvolger van het failliete Beerschot niet als een pletwals tekeer in bevordering. Het ontlokt sommigen de bedenking dat de beoogde terugkeer naar het hoogste niveau er wel eens een zou kunnen worden van heel lange adem.

Exacte pronostiek

Trainer Urbain Spaenhoven laat zich niet gek maken. “De club heeft ingecalculeerd dat we niet over een gouden weg zouden lopen”, zegt hij. Spaenhoven haalt een kalendertje boven waarop alle competitiematchen staan die Beerschot-Wilrijk dit seizoen speelt. Bij elk van die dertig matchen heeft hij een cijfertje gezet: een 3, een 1 of een 0. “Ik maakte afgelopen zomer een pronostiek voor het hele seizoen”, aldus Spaenhoven. “We hebben op dit moment exact het aantal punten dat ik gedacht had. Ik wist dat het moeilijk zou worden.”

Bij de match van vanavond zette Spaenhoven een 3. “Als mijn pronostiek blijft kloppen,” zegt hij, “zullen we op het eind van het seizoen 65 punten hebben. Normaal gezien word je daarmee altijd kampioen. Tenzij een tegenstander buiten categorie punten verzamelt; dat kun je nooit voorspellen. Bij een van mijn vorige ploegen had ik ooit eens 74 punten. Maar Heist had er 76. Toen hebben wij de titel niet verloren, toen heeft Heist die gewonnen. Als Esperanza Pelt zijn gemiddelde van de eerste elf matchen van dit seizoen aanhoudt, zullen wij geen kampioen worden. Terwijl wij nochtans de beste ploeg hebben. Maar tegen ons spelen alle teams in een andere modus; ze plooien zich dubbel. Omdat wij Beerschot zijn en zo’n grote aanhang hebben. In onze matchen zijn er bijvoorbeeld nooit spelers van de tegenstander geschorst; Esperanza Pelt kan daar wel af en toe van profiteren. Maar bon, als Neerpelt dit volhoudt, worden zij verdiend kampioen. Zou dat dramatisch zijn voor ons? Nee. Wat je in Syrië ziet, dát is dramatisch. Als wij geen kampioen worden, rest ons nog de eindronde.”

Ook voorzitter Eric Roef spreekt sussende taal: “Er is nog niks gebeurd waardoor we de doelstelling om dit seizoen weer te promoveren niet zouden kunnen invullen. En onze globale ambitie blijft om op een rustige en financieel gezonde manier te groeien en zo snel mogelijk weer in de eerste klasse te geraken. Een termijn hebben we daar nooit op geplakt.”

Rik de Rat

19.30 uur. Nog een uur tot de wedstrijd tegen Vosselaar. De wegen vlak bij het Kiel zijn al dichtgeslibd. ‘De heilige Beerschotgrond’ ligt pal in een woonwijk en dichtbij proberen te parkeren op een wedstrijdavond is er altijd een slecht idee. Dat was zo toen Beerschot in de eerste klasse speelde, het is nog altijd zo nu paars-wit drie afdelingen lager voetbalt.

Dat het Olympisch Stadion vanavond weer aardig vol zal lopen, blijkt ook in de donkere Ticket Corner van het stadion. Liefst zes mensen zitten er achter de balie. Ze verkopen toegangskaarten en zijn druk in de weer met computers en overzichten van genodigden. Wie het stadion wil betreden, moet zijn toegangskaart niet laten scheuren of knippen door een vrijwilliger; fans leggen hun ticket onder een scanner aan geautomatiseerde draaihekken. Vanavond passeren 5389 toeschouwers langs die hekken, zo meldt de club.

Ook aan de ingang van de viptribune is er veel bedrijvigheid. Drie knappe meisjes ontvangen er de gasten. Meer dan driehonderd eters zijn er vandaag, geeft voorzitter Roef mee. Van de achttien loges, die elk plaats bieden aan acht mensen, zijn er volgens hem elf verhuurd voor een heel seizoen; de rest is bezet op losse basis. Maar dit seizoen is er nog voor slechts vijf wedstrijden een loge beschikbaar. Kostprijs voor één avond: 1250 euro.

Om tien over acht stopt een aftandse Mercedes pal voor de ingang van de viptribune. De chauffeur stapt uit en maakt de deur aan de passagierskant open. Hij helpt zijn gast uit de wagen. Die gast is Rik Coppens. Ondersteund door zijn gezelschap schuifelt de inmiddels 84-jarige Beerschotlegende het stadion binnen. Eerder dit seizoen organiseerde Beerschot-Wilrijk nog een heuse Rik Coppensdag; de ‘Koning van het Kiel’ werd toen rondgereden in een mauve cabrio. Het stadion zwaaide hem toe met plastic handjes waarop te lezen was: Rik is een Rat.

Eén Herashek

20.20 uur. De paars-witte aanhang maakt zich al zingend op voor de wedstrijd:”Want oep et Kiel daar zen de Mannekes, de Mannekes!“In het vak van de bezoekende supporters nemen zo’n honderd fans van Vosselaar plaats. Als de spelers het veld betreden, steken die bezoekende fans Bengaals vuur aan. De Beerschotsupporters, de mannen van ’t stad, reageren vocaal: “Boeren! Boeren!” En vervolgens zingen twee grote groepen van Beerschotsupporters beurtelings naar elkaar: “Purple-White’s Army!“”Purple-White’s Army!

In het Olympisch Stadion zitten de thuissupporters en de bezoekende fans goed afgescheiden van elkaar. Op verplaatsing is dat meestal niet het geval. Tijdens de vorige match, op Lyra, was er weer hommeles. Volgens sommigen zakken fans van stadsrivaal Royal Antwerp FC weleens af naar uitwedstrijden van Beerschot-Wilrijk om amok te maken. Maar dat wil trainer Spaenhoven niet gezegd hebben. Wat hij wel zegt, is dat Beerschot-Wilrijk gevraagd heeft om dit seizoen in een andere reeks te mogen spelen, verder weg van Antwerpen. “Qua risicobeheersing zou dat beter geweest zijn”, aldus Spaenhoven. “Maar de bond stond het niet toe. Nu krijg je dus af en toe problemen. Wat er in Merksem gebeurde, was echt beangstigend; daar moest de match zelfs even stilgelegd worden. En zo krijg je weer een negatieve connotatie. Terwijl wij de nadruk willen leggen op de familiale sfeer, op het plezierige.”

Vorig seizoen trokken verscheidene tegenstanders nog naar een ander stadion om Beerschot-Wilrijk te ontvangen; de meeste vierdeklassers doen dat niet. “Iedereen wil zo veel mogelijk inkomsten innen”, zegt Spaenhoven. “Maar ik zag in onze reeks nog geen twee stadions waar een supporterskern als die van Beerschot-Wilrijk op een goede manier ontvangen kan worden. Meestal zijn er geen aparte ingangen en kunnen onze mensen niet in één vak gezet worden. De Beerschotaanhang gedraagt zich voorbeeldig hoor, maar het blijft eigenlijk de aanhang van een eersteklasser. Die moet niet uitgedaagd worden. Zeker niet omdat er mannen bij zijn die een stadionverbod hebben of hadden. En ja, dan staat daar soms één Herashekje. Dat trapt zelfs een klein kind omver.”

‘Waar is die tractor nu?’

De match tegen Vosselaar is op gang gefloten. De bezoekers graven zich niet in. Na een vrijschop in de zevende minuut trapt een speler van Vosselaar de rebound voorbij de doelman van Beerschot-Wilrijk. 0-1. De Beerschotaanhang antwoordt: “Komoan Beerschot! Komoan Beerschot!

Het wedstrijdbeeld blijft de hele eerste helft hetzelfde: Beerschot-Wilrijk creëert kansen, maar de defensie wankelt. Toch kan paars-wit nog voor de rust orde op zaken stellen, met dank aan Antonio Muñoz Herrera, die voor de 1-1 en de 2-1 zorgt.

Na de pauze van hetzelfde laken een pak. Weer voetbalt Beerschot-Wilrijk vaak slordig en mogen de aanvallers van Vosselaar een paar keer zomaar door de paars-witte verdediging snijden. Van 2-1 gaat het naar 2-2. De kapitein van Vosselaar viert dat door op een tractor van Beerschot-Wilrijk te kruipen die naast het veld geparkeerd staat. Zo neemt hij gevat wraak voor het boerenverwijt van de Beerschotfans. En een kwartier later maakt Vosselaar er zowaar 2-3 van. De bankzitters van Vosselaar rennen van vreugde het terrein op en ook de fans van Vosselaar weten met hun geluk geen blijf. Ze jennen de Beerschotaanhang door de naam te scanderen van de man die Beerschot anderhalf jaar geleden in de vernieling reed: “Patrick Vanoppen!Patrick Vanoppen!

Spaenhoven gooit met Tristan Dermaut een extra aanvaller in de strijd. Die staat amper vijf minuten op het veld als hij oog in oog komt met de doelman van Vosselaar. Heel beheerst jaagt Dermaut de bal tegen de netten. 3-3. Het Kiel kolkt: “Beerschot! Beerschot!” En in die imponerende sfeer belaagt de thuisploeg meteen weer het doel van Vosselaar. Amper twee minuten na de 3-3 belandt de bal via een verdediger van Vosselaar opnieuw in het doel van de bezoekers. 4-3. Dat wordt ook de eindstand. De fans van Vosselaar krijgen lik op stuk van de thuisaanhang: “Oh, wat zijn die boeren stil!” En: “Waar is die tractor nu?

Zoals Van Gaal zei

Na affluiten bouwt Beerschot-Wilrijk een feestje aan zijn spionkop. Middenvelder Davy De Beule laat het aan zich voorbijgaan. De voormalige speler van onder andere AA Gent is sinds dit seizoen de speerpunt van Beerschot-Wilrijk, maar staat al weken aan de kant met een spierscheur. Vanavond volgde hij de eerste helft in de spionkop. “De mensen daar ademen paars-wit”, zegt hij. “Het is fantastisch om bij een club als deze te spelen. Van het hoogste niveau afzakken naar de vierde klasse is een grote stap, maar dit voelt niet aan als een vierdeklasser. De geest van de eerste klasse leeft hier nog altijd. Naar deze club komen leek me veel beter dan me te begraven bij een tweedeklasser waar tweehonderd man komt kijken.”

Nog een speler bij Beerschot-Wilrijk die ervaring heeft op het hoogste niveau is verdediger Anthony Portier, een ex-speler van Cercle Brugge. Hij woont nog altijd in Middelkerke en zal vannacht, als hij thuiskomt, weer 272 kilometer achter de kiezen hebben. “Voor een club met driehonderd supporters zou ik die verplaatsingen niet willen maken”, zegt hij. “Maar voor deze fans wel. Dit is echt een gekkenhuis. Veel eersteklassers hebben niet zo’n achterban. Kijk naar Cercle. Daar heb je misschien ook 5000 à 6000 man, maar die staan daar. Deze supporters roepen en zingen. Het maakt niet uit dat ze dit vierde klasse noemen, de thuiswedstrijden hier voelen aan als matchen in de eerste klasse. Oké, op verplaatsing heb je een ander verhaal; dat is een klap in je gezicht. Maar het is een kwestie van één op de twee weken je verstand op nul te zetten.”

Trainer Spaenhoven passeert in de gang. Hij weet nog niet dat Esperanza Pelt de volgende dag een 5-0-pandoering zal krijgen, waardoor de kloof met Beerschot-Wilrijk verkleint tot drie punten. En dus zit Spaenhoven rond middernacht vooral nog in zijn maag met het magere voetbal van zijn team. “Niet te geloven dat jullie net onze slechtste match van het seizoen uitpikken om een reportage te komen maken”, sakkert hij. “Maar oké, een wedstrijd als deze zit er elk seizoen weleens tussen. En het is zoals Louis van Gaal een keer zei, hé: ‘The three points are inside.'” (lacht)

DOOR KRISTOF DE RYCK – BEELDEN KRISTOF VAN ACCOM / BELGAIMAGE

“Het maakt niet uit dat ze dit vierde klasse noemen, de thuiswedstrijden hier voelen aan als matchen in de eerste klasse.” verdediger Anthony Portier

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content